De dienstencheques zijn sinds begin 2016 een bevoegdheid van de gewesten en dat brengt problemen mee.
Sinds de regionalisering moeten dienstenchequebedrijven verscheidene waarborgen (van 25.000 euro) indienen, terwijl vroeger één waarborg volstond. Sectorfederatie Unitis trekt aan de alarmbel.
“Elk gewest (Vlaanderen, Brussel en Wallonië) vraagt een eigen waarborg van 25.000 euro. Dat bemoeilijkt het leven van de dienstenchequebedrijven erg”, benadrukt Unitis.
Volgens de sectorfederatie zijn veel bedrijven in verschillende gewesten actief, met name de Brusselse bedrijven. “Zij zouden dan 75.000 euro op een geblokkeerde rekening moeten storten. Elk gewest zegt ook dat de waarborg prioritair dient voor het aanzuiveren van de schulden bij zijn administratie, in plaats van bij de RSZ of de fiscus, die nochtans de bevoordeelde schuldeisers zijn in geval van problemen.”
Unitis betreurt dat de gewesten zich bewust zijn van het probleem maar er niets aan doen. “De oplossing is nochtans eenvoudig. De waarborg kan worden gestort op de rekening van een intergewestelijk fonds. Het geld kan – indien nodig – vervolgens verdeeld worden onder de betrokken gewesten, pro rata van de gepresteerde uren.”
Het probleem waarover Unitis bericht, stelt zich momenteel enkel voor nieuwe spelers. Maar dat kan volgend jaar ook het geval zijn voor bestaande bedrijven die hun activiteit in 2017 uitbreiden naar een ander gewest. (Belga/BO)
