Zonnepanelen: kiest u voor een kleine of grote installatie?

© Getty Images
Roel Van Espen medewerker Trends

Dat zonnepanelen het duurzame alternatief voor fossiele brandstoffen én het antwoord op de hoge energieprijzen zijn, is genoegzaam bekend. Installateurs raden doorgaans zelfs aan uw dak vol te leggen met panelen. Maar is dat eigenlijk wel nodig?

Wie zonnepanelen laat installeren, krijgt er een digitale elektriciteitsmeter bij. Nu de terugdraaiende teller is afgeschaft, loopt de meterstand niet langer terug als uw panelen meer stroom opwekken dan u op dat moment verbruikt. Voor elke kilowattuur die u produceert en in het elektriciteitsnet injecteert, ontvangt u een terugleveringsvergoeding, maar die is veel lager dan wat het kost om 1 kilowattuur van het net af te nemen.

Op de website van de VREG zien we dat de gemiddelde terugleveringsvergoeding 0,21 euro per kilowattuur bedraagt. De gemiddelde afnameprijs schommelt rond 0,60 euro. “Een verschil van 30 à 40 eurocent tussen de aankoop- en de verkoopprijs is typisch”, weet Koen Vanthournout, senior researcher bij VITO en Energyville. “Een jaar geleden betaalde je doorgaans 0,40 euro per afgenomen kilowattuur, terwijl de terugleveringsvergoeding rond 0,10 euro schommelde. Beide prijzen zijn volatiel, maar evolueren wel vrij gelijkmatig.”

Eigen verbruik maximaliseren

Het is zaak uw verbruik overdag, wanneer uw zonnepanelen op volle toeren draaien, te maximaliseren. Maar volgens de elektriciteitsproducent Engie verbruiken eigenaars van zonnepanelen gemiddeld slechts 30 procent van de stroom die ze opwekken, waardoor de overige 70 procent in het net wordt geïnjecteerd.

Werkt u vaak thuis, dan is het makkelijker om energieverslindende huishoudapparaten zoals wasmachines, droogkasten en vaatwassers overdag te laten draaien. Moderne toestellen kunt u bovendien programmeren. Ook uw elektrische wagen laadt u het best overdag op. “Een elektrische boiler kun je met een tijdschakelaar op het gepaste moment laten werken”, zegt Koen Vanthournout. “Wanneer je dat het beste doet – de voormiddag, de middag of de namiddag – hangt af van de oriëntatie van je panelen.”

Hoeveel elektriciteit u verbruikt, is afhankelijk van het aantal personen in uw gezin. De ene persoon is al wat zuiniger dan de andere, maar doorgaans verbruikt een alleenstaande jaarlijks zo’n 2.500 kilowattuur. Per bijkomende inwoner komt er ongeveer 500 kilowattuur bij. Een gezin van twee volwassenen en twee kinderen heeft een gemiddeld energieverbruik van 4.000 kilowattuur per jaar.

Installaties uitbreiden

Het rendement van zonnepanelen wordt bepaald door het aantal uren zonneschijn, het type panelen, de oriëntatie en de hellingsgraad van het dak, en de schaduw van gebouwen en bomen in de buurt. U mag gemiddeld rekenen op een rendement van 85 procent. De capaciteit die een gezin van vier personen nodig heeft, bedraagt dus 4.700 wattpiek (4.000 kilowattuur / 0,85). Tegen een gemiddelde capaciteit van 400 wattpiek per zonnepaneel komt dat overeen met 12 stuks.

Steeds meer aanbieders raden echter aan daken maximaal te benutten, ook al produceert de eigenaar dan mogelijk meer dan hij kan verbruiken. De relatief hoge terugleveringsvergoedingen zouden de extra investering op termijn terugbetalen, is hun redenering. “Bovendien anticipeer je er met een zwaardere installatie al op dat we in de toekomst zullen overstappen naar elektrische mobiliteit en verwarming”, zegt een installateur. “We krijgen nu al vaak de vraag om bestaande installaties uit te breiden met extra panelen. Daar hangt een vrij hoge kostprijs aan vast.”

Prijs en opbrengst

Maar klopt dat argument wel? “De meeste verkopers werken op commissie en hebben er dus baat bij je een zo groot mogelijke installatie aan te smeren”, weet Koen Vanthournout. “Enige argwaan is dus op zijn plaats. Maar dat betekent nog niet dat de verkopers ongelijk hebben. Twee factoren spelen mee in de berekening: de prijs en de opbrengst van de installatie.”

“De prijzen van zonnepanelen zijn het afgelopen jaar sterk gestegen. In de jaren voordien waren ze traag maar structureel gedaald. Begin 2022 betaalde je 1 à 1,1 euro per geïnstalleerde wattpiek, all-in. Door de energiecrisis nam de vraag naar zonnepanelen enorm toe, net op een moment dat bepaalde onderdelen schaars werden. In het voorjaar van 2022 betaalde je al 1,3 à 1,4 per wattpiek, en vandaag liggen de prijzen zelfs rond 1,5 tot 1,6 euro.” We maakten de vergelijking tussen twee installaties voor een gemiddeld gezin: een van 4.800 wattpiek (12 panelen) en een van 10.000 wattpiek (25 panelen). We gaan ervan uit dat die respectievelijk 4.800 en 10.000 kilowattuur per jaar produceren. Het eigen verbruik van het gezin bedraagt in deze berekening 1.500 kilowattuur.

Zonnepanelen: kiest u voor een kleine of grote installatie?
© Getty Images

Uit die vergelijking (zie tabel) blijkt dat de kleine installatie het snelst is terugverdiend: op 4,52 jaar versus 5,59 jaar, al is het verschil niet zo heel groot. “De terugverdientijd is bovendien slechts één aspect”, merkt Koen Vanthournout op. “Want hoe groter de installatie is, hoe meer ze jaar na jaar opbrengt.” Voor een beoogde levensduur van 25 jaar bedraagt de nettowinst (opbrengst min installatiekosten) 52.125 euro voor de grote installatie, tegenover 33.375 euro voor de kleine. De omvormer van de installatie heeft wel slechts een levensduur van tien à vijftien jaar. Die moet dus vroegtijdig worden vervangen. Budgetteer daarvoor een extra bedrag van 1.000 tot 2.000 euro, naargelang de grootte van de installatie.

Uiteraard is die berekening indicatief. Ze houdt bijvoorbeeld geen rekening met de inflatie of de toekomstige elektriciteitsprijzen. Die vallen moeilijk te voorspellen, maar de kans dat ze opnieuw zo laag terugvallen dat een zonnepaneleninstallatie zich niet langer zou terugverdienen, is volgens Koen Vanthournout eerder onwaarschijnlijk.

Zo veel mogelijk panelen

“Heb je het budget, dan valt het dus zeker te overwegen te investeren in zo veel mogelijk zonnepanelen”, besluit Koen Vanthournout. “Een bijkomend aandachtspunt is de omvormer: let erop dat het vermogen ervan nooit de grens van 10.000 wattpiek overstijgt, want dan wordt je systeem beschouwd als een professionele installatie, waarvoor een andere regelgeving geldt, en die is niet te aan te raden voor particulieren.”

“De panelen mogen samen wél meer dan 10.000 wattpiek vertegenwoordigen. Waak er wel over dat de verhouding tussen het vermogen van de omvormer en het vermogen van de panelen nooit minder dan 70 procent bedraagt. Anders wordt het verlies te groot.”

Weet ook dat een installatie boven 5.000 wattpiek meerfasig moet worden aangesloten. Als u nog geen driefasige connectie hebt, betaalt u hoe dan ook enkele honderden euro’s aan uw netbeheerder voor de omzetting ervan in uw elektriciteitskast. Die dient u vooraf aan te vragen. De installateur van uw zonnepanelen kan u daarbij helpen.

4.000 kilowattuur

per jaar verbruikt een gezin van twee volwassenen en twee kinderen gemiddeld.

En wat met het capaciteitstarief?

Het capaciteitstarief, de nieuwe berekening van de kosten voor het gebruik van het elektriciteitsnet in Vlaanderen, gaat dan toch in op 1 januari 2023. Maar volgens Koen Vanthournout, senior researcher bij VITO en Energyville, zal dat geen impact hebben op een keuze tussen een kleine en een grote zonnepaneleninstallatie. De injectie van zelfgeproduceerde stroom in het net speelt geen rol binnen het capaciteitstarief.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content