Zonnepanelen: dit verandert alweer

© Getty Images
Roel Van Espen medewerker Trends

Na de hele heisa rond zonnepanelen kunnen prosumenten nu toch tot 2025 uitstel vragen voor de installatie van een digitale meter. Ook de premie voor thuisbatterijen wordt aangepakt.

Nadat het Grondwettelijk Hof de politieke belofte over het behoud van de terugdraaiende teller onlangs had teruggefloten, voelden veel zonnepaneleneigenaars zich verongelijkt. Vooral zij die nog vóór het begin van 2021 een installatie lieten plaatsen en zo de eenmalige investeringspremie misliepen. Door dat arrest moet hun bestaande teller nu toch worden vervangen door een digitale meter. Daardoor wordt het veel minder interessant de niet-gebruikte stroom die de panelen opwekken in het elektriciteitsnet te injecteren.

Na de bekendmaking van het nieuws besliste Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) echter al snel de uitrol van de digitale meters bij bestaande eigenaars van zonnepanelen on hold te zetten. Vorige zondag maakte ze bovendien bekend dat die eigenaars geen prioritaire doelgroep meer vormen: zij worden mee opgenomen in de normale vervangingsprocedure die loopt tot 1 juli 2029 en voorzien is voor elke Vlaming.

Met netbeheerder Fluvius is ook afgesproken dat die prosumenten nog tot 1 januari 2025 uitstel kunnen krijgen voor de vervanging van hun terugdraaiende meter, voor zover hun installatie niet ouder is dan vijftien jaar. Wanneer u dus een aanvraag ontvangt voor de omschakeling, hoeft u daar voorlopig niet op in te gaan. Kiest u voor uitstel, dan zal Fluvius u vanaf 2025 opnieuw inplannen. Dan kunt u de plaatsing van de digitale meter niet meer weigeren.

Doen of niet doen?

Opteert u ervoor uw terugdraaiende meter te behouden, dan hebt u voorlopig geen recht op de compensatieregeling, die intussen is herdoopt tot de retroactieve investeringspremie. Die heeft als doel een financieel rendement van 5 procent op uw investering te garanderen. Via de onlinerekenmodule Tellercompensatie.be kunt u zelf een simulatie maken van wat u daarvan mag verwachten. Het bedrag is afhankelijk van het jaar waarin de zonnepanelen in dienst genomen zijn en van het piekvermogen van uw installatie.

Maar wat is nu de beste keuze: zolang mogelijk uw terugdraaiende teller behouden, of toch maar gaan voor de premie? Het antwoord op die vraag hangt vooral af van uw zelfverbruik: hoeveel procent van de opgewekte stroom kunt u meteen gebruiken (in plaats van die in het net te injecteren)? Het zelfverbruik van een doorsnee installatie bedraagt zo’n 30 procent, terwijl volgens experts het dubbele vereist is om voordeliger af te zijn met de compensatieregeling. U doet er dus wellicht goed aan zo lang mogelijk uw terugdraaiende teller te behouden.

Wanneer u na 1 januari 2025 dan toch verplicht wordt over te schakelen naar een digitale meter, hebt u nog altijd recht op een compensatieregeling. Die premie daalt evenwel jaar na jaar, waardoor het bedrag tegen dan eerder beperkt zal zijn.

Zelfverbruik opkrikken

Wie na 1 januari 2021 een zonnepaneleninstallatie liet of laat plaatsen, krijgt sowieso een digitale meter. Het komt er dan op aan uw zelfverbruik te maximaliseren. Engie adviseert alvast om huishoudtoestellen zoals wasmachines, droogkasten en vaatwassers te laten draaien tussen 12 en 15 uur. Voor wie thuiswerkt, is dat haalbaar. Bovendien kunt u heel wat moderne apparaten voorprogrammeren. De energieleverancier raadt ook aan om uw elektrische boiler te herprogrammeren, zodat die overdag uw water opwarmt.

U kunt ook een thuisbatterij overwegen: die slaat de overtollige elektriciteitsproductie op, zodat u daar ook ‘s avonds of ‘s nachts gebruik van kunt maken. Afhankelijk van de opslagcapaciteit loopt de prijs al snel op tot enkele duizenden euro’s. De investering (aankoop of leasing) in zo’n batterij geeft evenwel recht op een premie. Die bedraagt momenteel 250 euro per kilowattuur (kWh), beperkt tot 3200 euro en 35 procent van de aankoopprijs. Vanaf 1 april wordt het premiesysteem aangepast:

· Voor de eerste 6 kilowattuur stijgt het basisbedrag van 250 naar 300 euro per kWh.

· Tussen 6 en 9 kilowattuur blijft het basisbedrag 250 euro per kWh gelden.

· Boven 9 kilowattuur hebt u geen recht meer op een extra basisbedrag per kWh.

Die aanpassing heeft tot gevolg dat het plafond van de thuisbatterijpremie binnenkort wordt verlaagd van 3200 naar 2550 euro (6 kWh x 300 euro + 3 kWh x 250 euro). Het bedrag is eenmalig, maar daalt jaar na jaar voor nieuwe investeringen. Omdat de prijs voor thuisbatterijen zo snel evolueert, wordt de aanpassing jaarlijks geëvalueerd. Vanaf 1 januari 2025 wordt er niet langer in een premie voorzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content