Kwart minder woonleningen toegekend vorig jaar

Variabele rente voor woonkredieten ligt hoger dan vaste rente

De banken in België hebben vorig jaar bijna 234.000 hypothecaire kredieten toegekend (herfinancieringen niet meegerekend). Dat waren er ruim 24 procent minder dan in 2019, zo deelde sectorfederatie Febelfin vrijdag mee. Het totale bedrag van die kredieten daalde met 20 procent tot 33,5 miljard euro.

Al voor de coronacrisis werd rekening gehouden met een daling. Eind 2019 werd in Vlaanderen immers de woonbonus afgeschaft, waardoor heel wat mensen hun kredietdossier aan het einde van dat jaar nog afrondden. Begin 2020 volgde onvermijdelijk een terugval.

En toen kwam corona. ‘Ingevolge de coronacrisis en de ermee gepaard gaande regeringsmaatregelen zoals het verbod op niet-essentiële verplaatsingen, sluiting van niet-essentiële sectoren enzovoort, viel ook in het tweede trimester de hypothecaire kredietverlening fel terug’, aldus Febelfin. Vanaf het derde kwartaal begon de vraag naar kredieten weer aan te trekken. Vooral in het vierde kwartaal zag Febelfin een inhaalbeweging, met meer dan 74.000 toegekende kredieten voor een bedrag van 11,3 miljard euro.

Van alles soorten hypothecaire leningen werden er minder verstrekt. Bijvoorbeeld de kredieten voor de aankoop van een woning: -44.000, of -27 procent. Hetzelfde geldt voor de bouwkredieten (-14.750 of -34,5 procent) en de kredieten voor de renovatie van een woning (-12.600 of -18 procent). Opvallend is dat het aantal externe herfinancieringen wel steeg (met 6,5 procent). Er werden 37.500 externe herfinancieringen verstrekt voor een totaal bedrag van meer dan 4,8 miljard euro.

Het gemiddelde ontleende bedrag voor de bouw van een woning flirt met de grens van 200.000 euro. In het vierde kwartaal ging het om 198.000 euro, bijna 30.000 euro meer dan begin 2018. Het gemiddelde bedrag van een krediet om een woning aan te kopen en te verbouwen bedroeg 195.000 euro, voor de aankoop van een woning was dat 181.000 euro.

Meer dan negen op de tien mensen kozen voor in het vierde kwartaal voor een (nagenoeg) vaste rentevoet.

Partner Content