Je kent ze wel, de gele aanplakbrieven met de vermelding ‘openbare verkoop’. Is zo’n formule interessant voor het kopen van een woning? En hoe werkt zo’n publieke zitting?
Een openbare verkoop is een verkoop bij opbod die wordt aangekondigd via aanplakbiljetten en publiciteit in de pers. De publieke zitting vindt meestal plaats in een café of een verkoopzaaltje. Het hele proces wordt in goede banen geleid door een notaris. Bij hem kan je als kandidaat-koper inlichtingen inwinnen over de aangeboden woning en de verkoopsvoorwaarden.
Goed om weten is alvast dat openbare verkopen enkel jaren geleden op de meeste plaatsen herleid zijn tot één zitdag. De combinatie van twee zitdagen in het verleden bleek niet efficiënt: tijdens de eerste sessie was de opkomst meestal laag en werd weinig geboden. Met slechts één zitdag verloopt de openbare verkoop nu eenvoudiger en sneller dan voorheen.
Hoe werkt het?
De woning wordt per opbod verkocht. Dat betekent dat het pand in principe naar de meestbiedende gaat, op voorwaarde dat de verkoper akkoord gaat met het bedrag. Is dat niet het geval, dan is het in bepaalde gevallen mogelijk om binnen de vijftien dagen nog een hoger bod uit te brengen. Soms wordt overigens vooraf een minimumprijs (de ‘instelprijs’) vastgelegd.
Bij een openbare verkoop wordt gewerkt met een globale kost die onder meer het ereloon van de notaris, de aktekosten en de registratierechten bevat. Verwacht je aan een extra kost die 20 tot 25 procent van de aankoopprijs kan bedragen. Dat is méér dan bij een verkoop uit de hand, maar daar liggen de aankoopprijzen wel gemiddeld vijf tot tien procent hoger.
Hoeveel tijd heb je?
Weet dat je bij een openbare verkoop veel minder tijd hebt om te betalen dan bij een onderhandse verkoop. De kosten moeten meestal binnen de vijf dagen na de zitdag opgehoest worden, en de betaling van de volledige koopprijs gebeurt doorgaans binnen de maand. Ga dus tijdig met je bankier praten over je woonkrediet. Want eenmaal je een bod gedaan hebt, kan je niet meer terug.
