Waarom we mogen hopen op goedkoper internet

het logo van Telenet © belga
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De Belgische telecomwaakhond is van plan de prijs voor vast internet te drukken. De kabeloperatoren zullen minder mogen aanrekenen voor het gebruik van hun netwerk door derden, waardoor de concurrentie beter kan spelen en de prijzen voor de consument hopelijk ook naar beneden gaan.

De telecomwaakhond BIPT heeft vrijdagavond na het beursslot een voorstel de wereld ingestuurd voor de nieuwe groothandelstarieven, zeg maar de huur die de telecomoperatoren zonder eigen netwerk moeten betalen voor het gebruik van andermans netwerk. De voorgestelde tarieven lagen duidelijk lager dan verwacht, want maandag ging het aandeel van Telenet bijna 9 procent onderuit en de koers herstelde nauwelijks de voorbije dagen. Orange Belgium – dat tegen betaling gebruikmaakt van het kabelnetwerk van Telenet – won daarentegen terrein op de beurs.

Telenet is niet de enige kabeloperator die van de BIPT zijn kabelnetwerk tegen ‘billijke tarieven’ ter beschikking moet stellen van de concurrentie. Ook voor Brutélé (Brussel) en Nethys (Wallonië) zullen de nieuwe tarieven gelden die eind 2019 definitief worden vastgelegd, maar het ziet er voorlopig naar uit dat Telenet de grootste tariefdaling moet slikken. De operatoren krijgen nog tot 6 september de kans om te protesteren en hun argumenten voor hogere tarieven op tafel te leggen.

Billijke prijzen

In de hypothetische voorbeelden die het BIPT schetst, liggen de toekomstige groothandelstarieven voor de toegang tot internet en de combinatie van internet en televisie tot 38 procent lager dan vandaag. Voor de toegang tot televisie op zich daarentegen zouden de toekomstige tarieven wel wat hoger kunnen liggen dan de huidige tarieven.

De groothandelstarieven worden op een andere manier berekend dan vroeger. Tot nu waren de groothandelstarieven van de kabeloperatoren gekoppeld aan de tarieven die de operatoren aan de eindconsumenten aanrekenden. In de toekomst zullen de groothandelstarieven meer aan de kosten van de operatoren verbonden worden.

“Om die billijke prijzen te berekenen werd met de hulp van een gespecialiseerde consultant een kostenmodel ontwikkeld”, klinkt het bij het BIPT. “Het model bepaalt de kosten van een efficiënte operator, rekening houdend met de kenmerken die eigen zijn aan elke operator, zoals zijn schaalvoordelen, de historiek van zijn investeringen, zijn dekkingszone (aantal gebouwen, aantal huishoudens,…). Die kosten werden omgezet in een gedetailleerde tariefstructuur (toegangslijn, internetdienst, televisie).”

Om ervoor te zorgen dat de kabeloperatoren blijven investeren in hun netwerk, stelt de BIPT een toeslag van 5 à 10 procent voor op de gewone tarieven voor de toegang tot internetsnelheden boven 200 megabit per seconde (Mbps). De schrik zit er altijd een beetje in dat telecomoperatoren minder investeren in hun netwerk als hun investeringen te weinig renderen.

Dringend

Toen Telenet begin vorige maand zijn prijsverhogingen vanaf 1 augustus aankondigde voor bijna alle abonnementen, reageerde de consumentenorganisatie Test-Aankoop met een oproep aan de regering om dringend werk te maken van meer concurrentie op de markt.

Het lijkt stilaan een gewoonte te worden voor Telenet om de prijzen in de zomer op te trekken. De vorige prijsverhoging van de telecomgroep dateert van juli 2018. In 2014, 2015, 2016 en 2017 voerde Telenet telkens in januari of in februari een prijsverhoging door van 2 tot 4 procent.

Telenet is niet de enige die zijn prijzen elk jaar aanpast. Test-Aankoop maakte een overzicht van de gemiddelde jaarlijkse prijsstijgingen bij Telenet, Proximus en VOO sinds 2014 om aan te tonen dat de operatoren hun prijzen niet enkel aan de inflatie aanpassen. VOO is enkel in Wallonië en Brussel actief via de kabel. VOO heeft geen eigen mobiel netwerk, maar maakt tegen betaling gebruik van het netwerk van Telenet.

In de periode 2015-2018 stegen de consumptieprijzen in ons land met 1,5 tot 2,34 procent. In 2014 was er zelfs een negatieve inflatie, wat betekent dat het leven in ons land dat jaar minder duur werd. De prijzen voor de bundels en alleenstaande diensten van de telecombedrijven stegen duidelijk meer dan de inflatie.

Een andere maatregel om de concurrentie aan te zwengelen strandde eerder dit jaar. De gewezen minister van Telecom, Alexander De Croo (Open Vld), wilde een vierde mobiele operator toegang geven tot de Belgische markt om de prijzen te drukken. Dat zou normaal gebeuren bij de veiling van de nieuwe licenties in het voorjaar, maar die kon niet doorgaan omdat de deelstaten het niet eens geraakten over de verdeling van de opbrengsten en omdat er twijfels rezen over de wenselijkheid van een vierde mobiele operator. De vrees leeft dat de drie bestaande spelers minder zouden investeren in hun netwerk, met name in landelijke gebieden.

Er speelt sowieso al meer concurrentie bij mobiel internet dan bij vast internet. Er zijn in ons land drie operatoren met een licentie voor het gebruik van mobiele frequenties, zijnde Proximus, Telenet en Orange. Die drie operatoren moeten hun netwerk verhuren aan operatoren zonder netwerk. Die mobiele licenties lopen af in maart 2021. Bij de veiling zouden bestaande en nieuwe frequenties geveild worden. De nieuwe frequenties dienen voornamelijk voor de invoering van 5G of de vijfde generatie van mobiele netwerken. Omdat de spelers met een kabel- of glasvezelnetwerk dat moeten openstellen voor derden tegen schappelijke tarieven, zou het ook mogelijk zijn voor de nieuwkomer om een volledig telecomaanbod op te bouwen.

Waarom we mogen hopen op goedkoper internet
© Test-Aankoop

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content