Verantwoord bankieren: ‘Elke beslissing van een bank heeft een maatschappelijke impact’

VERANTWOORD BANKIEREN "De VN-principes kunnen een globale beweging in de banksector op gang brengen." © GET
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Zowel grote als kleine Belgische banken staan achter de zes principes voor verantwoord bankieren van de Verenigde Naties. Die vragen inspanningen aan de banken om hun positieve impact op de maatschappij te vergroten via kredieten en beleggingen.

De Verenigde Naties hebben samen met een groep van dertig banken een lijst met zes beginselen voor maatschappelijk verantwoord bankieren opgesteld. “Het is een broertje van de beginselen voor verantwoord beleggen, die de Verenigde Naties in 2006 hebben gelanceerd”, zegt Kees Vendrik, de hoofdeconoom van de Nederlandse Triodos Bank, die een pionier in duurzaamheid is.

Voor vermogensbeheerders is het bon ton om uit te pakken met duurzame beleggingsproducten. 300 vermogensbeheerders wereldwijd, die samen 85.000 miljard dollar beheren, hebben de principes voor verantwoord beleggen onderschreven. De Belgische banken zijn ook almaar happiger op duurzame beleggingsproducten. Uit cijfers van de vereniging van vermogensbeheerders Beama blijkt dat eind 2018 ruim een tiende van het geld dat Belgen investeerden in fondsen, ging naar duurzame beleggingsproducten.

Zes beginselen voor verantwoord bankieren

– Afstemming: een bedrijfsstrategie voeren die is afgestemd op doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en het Klimaatakkoord van Parijs.

– Impact: met de producten en diensten van banken de positieve impact op mens en milieu vergroten en de negatieve impact verkleinen.

– Klanten: samenwerken met de klanten om duurzame praktijken aan te moedigen.

– Stakeholders: proactief, verantwoord overleg en samenwerking met alle relevante betrokkenen.

– Deugdelijk bestuur en doelen stellen: een effectief bestuur en een cultuur van verantwoord bankieren nastreven.

– Transparantie en verantwoording: regelmatige evaluatie van die principes en transparantie over de positieve en negatieve effecten.

“In België wordt vooral op het niveau van de beleggingsproducten gekeken of ze ecologisch en maatschappelijk verantwoord zijn”, weet Thomas Van Craen, de directeur van Triodos België. Het werd daarom tijd om nog een stap verder te gaan. “Bankieren is niet neutraal. Elke beslissing van een bank heeft een maatschappelijke impact. De VN-principes voor verantwoord bankieren gaan over de hele bedrijfsvoering en de volledige balans. De banken die de principes ondertekenen, moeten meetbare doelstellingen formuleren, communiceren over hun vooruitgang en de resultaten laten controleren door een externe partij.”

Er zijn banken die dat al op eigen houtje doen, maar de principes van de Verenigde Naties kunnen ervoor zorgen dat de sector dat op grote schaal overneemt. “Je kunt als bank wel een rol spelen, maar met vijf of tien banken is de impact nog altijd beperkt. Als wij een wapen- of een tabaksproducent weigeren als klant, kan die altijd naar een andere bank stappen voor een krediet. De kracht van die principes is dat ze een globale beweging in de banksector kunnen teweegbrengen”, vindt Wilfried Remans, die sinds 2016 director corporate social responsibility (CSR) is bij BNP Paribas Fortis.

Leiderschap tonen

Volgens Vendrik is het heel belangrijk dat de CEO’s van de banken de principes ondertekenen, zodat ze leiderschap tonen en een omslag in de bedrijfscultuur op gang brengen. “De ondertekening is niet vrijblijvend”, legt Vendrik uit. “Elke bank moet onderzoeken waar ze een negatieve impact en waar ze een positieve impact op de maatschappij heeft. De bedoeling is dat banken hun negatieve impact verkleinen en hun positieve impact vergroten. Het gaat zowel over beleggingen als over kredieten.”

We vroegen aan een vijftiental grote en kleine banken die in ons land actief zijn of hun CEO de principes zal ondertekenen. De meeste grote banken in Europa hebben al lang begrepen dat inzetten op duurzaamheid hun reputatie ten goede kan komen. Sinds de bankencrisis moeten de banken hun rol in de maatschappij verdedigen, maar het verantwoord bankieren moet meer zijn dan iets waar ze een marketingcampagne rond bouwen. Vendrik: “De banken moeten de maatschappij dienen, en niet omgekeerd.”

Wereldwijd hebben 300 vermogensbeheerders de principes voor verantwoord beleggen onderschreven.

De CEO’s van de multinationale grootbanken BNP Paribas, Deutsche Bank, ING en KBC horen bij de “stichtende ondertekenaars” van de VN-principes voor verantwoord bankieren en zetten hun handtekening ook onder een Collective Commitment to Climate Action, dat de ietwat vage principes concretiseert. Ze willen er alles aan doen om de klimaatdoelen te halen die in 2015 zijn afgesproken in Parijs.

Die grote banken stellen zich bijvoorbeeld tot doel de CO2-uitstoot van hun gebouwen of het transport van hun medewerkers met een bepaald percentage naar beneden te halen, maar evengoed meten ze de ecologische voetafdruk van hun kredietportefeuille en streven ze een bepaalde verkoopdoelstelling voor duurzame beleggingsproducten na.

Het gaat de banken er ook om de klanten mee te trekken. KBC bijvoorbeeld wil een module op zijn website plaatsen die particuliere klanten toelaat de CO2-impact van een renovatie te berekenen en bedrijfsklanten in contact te brengen met partners die energiebesparende initiatieven kunnen helpen realiseren.

Belfius is de enige van de Belgische grootbanken die niet bij het exclusieve clubje van de eerste ondertekenaars hoort. Maar een woordvoerder van de Belgische staatsbank verzekert ons dat de CEO in de komende weken zijn handtekening zal zetten. “We zijn die principes uiteraard genegen. Ze maken vandaag al deel uit van onze ambitie en ons beleid”, klinkt het bij Belfius.

Kleine banken

“Ik sta achter de principes voor verantwoord bankieren”, zegt Rudi Deruytter, de CEO van CKV, een van de kleinste banken van ons land. “Ik denk niet dat er ook maar één bank in België is die zich er niet achter schaart. Alleen heb ik het gevoel dat de teksten op de maat van de grote banken zijn geschreven. Als kleine bank hebben we weinig personeel en middelen. We moeten over steeds meer zaken rapporteren aan de toezichthouders, en dit komt er dan nog eens bij. Voor de grote banken tot en met Argenta is dat te doen. Voor de kleine banken is dat een zware last om te dragen.”

De CEO van Argenta gaat de principes voor verantwoord bankieren “op korte termijn” ondertekenen, maar de bank wijst op de extra kosten die dat engagement met zich brengt. “De redenen waarom onze CEO nog niet heeft getekend, zijn de kostprijs en de bijkomende rapportering, die extra werk vergt. Dat betekent niet dat Argenta niet bezig is met duurzaamheid: sinds 2012 rapporteren wij over onze duurzame activiteiten en in 2016 onderschreven wij het Belgische charter voor duurzame en inclusieve economische groei. De principes voor verantwoord bankieren omzetten in de praktijk baart ons niet veel zorgen.”

10 procent van het geld dat Belgen in 2018 investeerden in fondsen, ging naar duurzame beleggingsproducten.

Enkele kleinere banken zeggen dat ze zullen tekenen, zoals Nagelmackers. Crelan en Beobank zeggen dat het te vroeg is om iets te zeggen en vragen nog wat tijd om na te gaan wat er precies van hen wordt verlangd. Bpost bank wacht af wat de sectorfederatie gaat doen. “Als middelgrote bank kijken we naar Febelfin en eventuele initiatieven voor een algemene aanpak van duurzaam bankieren, waarmee we ons dan zouden aligneren.”

Leen Van den Neste, de voorzitter van het directiecomité van VDK Bank, nochtans ook geen grote bank, ziet dat enigszins anders. “Wij gaan er zeker werk van maken. Het klopt dat we al heel veel rapporteringsverplichtingen hebben, maar we kunnen de VN-principes – en het feit dat zoveel banken hun schouders daaronder zetten – alleen maar toejuichen. Wij rapporteren al heel veel over de duurzaamheid van onze activiteiten op onze website. Duurzaamheid zit misschien al wat meer in ons DNA dan bij sommige andere banken, maar ik vind dat de VN-principes de rapporteringsverplichtingen alles bij elkaar nog redelijk licht houden.”

Voortdurend leren

De ene bank staat in maatschappelijk verantwoord bankieren verder dan de andere. Daarom kunnen banken zelf beslissen op welk niveau ze instappen. “Er zijn starters, naast middelmatige en ervaren banken. Het belangrijkste is dat elke bank, op eender welk niveau, stappen vooruit zet”, zegt Vendrik. Als banken in de loop der jaren onvoldoende vooruitgang boeken, halen de Verenigde Naties die weer van de lijst met ondertekenaars. “Dan riskeert die bank reputatieschade”, zegt Van Craen.

De banken die de principes voor verantwoord bankieren ondertekenen, mogen niet louter meer de belangen van hun aandeelhouders of hun klanten vooropstellen. Een van de principes is dat banken het gesprek met alle belanghebbenden moeten aangaan. “Wij praten bijvoorbeeld geregeld met wetenschappers, met het veld, met bedrijven die een koploper in duurzaamheid zijn, of met maatschappelijke organisaties, om de vinger aan de pols te houden”, legt Vendrik uit. “Wij willen voortdurend leren.”

Van de principes naar de praktijk

Wilfried Remans van BNP Paribas Fortis legt uit dat zijn bank verschillende initiatieven neemt om alle medewerkers te doordringen van het belang van verantwoord bankieren. “Wij stellen telkens voor drie jaar meetbare doelstellingen voorop. De verloning van de top 5000 van de bank hangt af van het halen van die doelstellingen.”

Hoe vertaalt zo’n doelstelling zich naar de praktijk? Remans: “Onze moedergroep BNP Paribas wil 1 miljoen betaalde uren van medewerkers geven aan goede doelen tegen 2021. Onze medewerkers doen al vrijwilligerswerk, waarbij ze hun professionele vaardigheden gebruiken, bij onze partner microStart bijvoorbeeld.”

MicroStart is een coöperatieve vennootschap met een sociaal oogmerk die startende en gevestigde ondernemers helpt om te groeien met microkredieten, advies en begeleiding. De vennootschap werd in 2010 opgericht om mensen te helpen die niet in het traditionele banksysteem terecht kunnen voor een lening. De medewerkers van BNP Paribas Fortis helpen onder meer die kredietdossiers te beoordelen.

BNP Paribas Fortis Private Banking staat sinds 2015 een deel van de beheersvergoeding die klanten betalen voor een duurzaam beleggingsfonds af aan het Venture Philanthropy Fonds van de Koning Boudewijnstichting. Dankzij 1,5 miljoen euro, waardoor de stichting dit jaar 26 projecten kon steunen, tegenover vijf projecten in 2015. “We kunnen solidariteit tonen door geld of door tijd van onze medewerkers te doneren”, legt Remans uit.

Triodos Bank is ook kritisch voor zichzelf. Vendrik: “Wij hebben veertig jaar ervaring met duurzaam bankieren, maar ook wij kunnen nog veel vooruitgang boeken. Onze bank heeft via leningen en beleggingen mee geholpen om in 2018 de uitstoot van bijna 3 miljoen ton CO2 te vermijden. Maar we hebben nog altijd bedrijven in onze portefeuilles die CO2 uitstoten. We kunnen samen met die bedrijven bekijken hoe dat beter kan. We hebben plannen om de impact op het milieu nog verder te verkleinen. Via organische landbouw kunnen we een positieve impact hebben op de biodiversiteit. Ook in sociale inclusie kunnen we nog een wereld van verschil maken.”

“Ik verwacht dat banken de vraag zullen krijgen van klanten, aandeelhouders, overheden en toezichthouders of ze de principes hebben ondertekend”, zegt Van Craen. “Als de banken niet hebben getekend, volgt ongetwijfeld de vraag waarom niet. Als een bank daar geen goed antwoord op kan geven, riskeert ze reputatieschade. Als ze wel heeft getekend, dan moet de daaropvolgende vraag zijn hoe ze haar engagement zal nakomen. Als een spaarder niet weet wat met zijn spaargeld gebeurt, kan hij zich afvragen of het nog wel zijn spaargeld is.”

Overheden en toezichthouders

Voor de overheden en de toezichthouders kan de rapportering van de banken een belangrijke bron van informatie en een instrument worden. Vendrik: “De financiële sector is een weerspiegeling van de economie. De overheden die het Klimaatakkoord in Parijs hebben ondertekend, moeten binnenkort nationale plannen bekendmaken om uit te leggen hoe ze die doelen zullen bereiken. Uit de rapportering van de banken kunnen zij allicht informatie halen over de sectoren of de domeinen waar nog de meeste vooruitgang kan worden geboekt.”

Van Craen voegt eraan toe dat de rapportering de toezichthouders ook kan helpen de risico’s in kaart te brengen. “Banken met een grote afhankelijkheid van de fossiele economie lopen een risico, want het gebruik van fossiele brandstoffen moet de komende jaren worden afgebouwd.”

Partner Content