Alain Mouton

Nu de RVA splitsen is onverstandig

Alain Mouton Redacteur bij Trends

De regio’s moeten wel degelijk verantwoordelijk worden voor hun werkgelegenheidsbeleid. Maar het is de vraag of een gesplitste RVA daarbij kan helpen.

Het voorstel van de N-VA om de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) te splitsen, lijkt op het eerste gezicht een interessant idee, maar is het niet. Het gezond verstand zegt inderdaad dat de controle en uitbetaling van de werklozen (het sanctiebeleid annex werkloosheidsverzekering), die nu bevoegdheid zijn van de RVA, het best worden overgeheveld naar de regio’s. Op dat niveau vindt immers de arbeidsbemiddeling en dus de begeleiding van werkzoekenden plaats. Waarom kan de VDAB alleen mensen naar een nieuwe job loodsen? Zou het geen goede zaak zijn mocht de VDAB ook de uitkeringen van werkonwillige werkzoekende kunnen schorsen? En dat de regio’s bijvoorbeeld de werkloosheidsuitkeringen in de tijd kunnen beperken?

Zeker wel, want dan kunnen de regio’s een eigen arbeidsmarktbeleid voeren. Maar de consequenties daarvan werden de voorbije dagen amper onder ogen gezien: wie het werkgelegenheidsbeleid in die mate regionaliseert, kiest duidelijk voor een splitsing van de werkloosheidsverzekering en sociale zekerheid als geheel. Dat is onaanvaardbaar voor de Franstalige politieke partijen en vandaag een politiek totaal onrealistisch scenario.

In het federale stelsel van werkloosheidsverzekering betaalt iedereen verhoudingsgewijs dezelfde sociale bijdragen. Indien de deelstaten zouden kunnen beslissen om zelf lagere uitkeringen toe te kennen of de uitkeringen in de tijd te beperken, wordt het systeem van de werkloosheidsverzekering ondergraven. Mensen die dezelfde bijdragen betalen, zouden verschillende uitkeringen krijgen afhankelijk van de regio waarin ze wonen. Als bijvoorbeeld Vlaanderen echt zelf werkloosheidsuitkeringen wil uitbetalen en regelen, is er maar één oplossing: de splitsing van op zijn minst één tak van de sociale zekerheid.

Dat is vandaag een absoluut taboe. De N-VA had dan ook beter een ander idee gelanceerd: een bonus-malussysteem. Regio’s die bepaalde werkgelegenheidsresultaten behalen, worden dan beloond; als ze die niet halen, worden ze financieel bestraft. Zoals de Hoge Raad voor Financiën aan de gemeenschappen en gewesten advies geeft over het budgettaire beleid, kan de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid hetzelfde doen voor het arbeidsmarktbeleid.

In zijn nota had koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte het enkel over een bonus voor regio’s die beter dan gemiddelde werkgelegenheidscijfers voorleggen. Aan dat systeem ook een malus toevoegen, zou een goede zaak zijn. Regio’s die het goed doen, zouden dan snel navolging krijgen. Neem de recente beslissing van de Vlaamse regering om de activering uit te breiden naar alle werkzoekenden tot en met 58 jaar (in plaats van 52 jaar nu). Al vlug zal blijken dat dit een positief effect heeft op de werkgelegenheidsgraad van 55-plussers. Vlaanderen zal met zijn activeringsbeleid het te volgen voorbeeld zijn voor andere regio’s. Daarvoor hoeft de RVA niet te worden gesplitst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content