Geert Gielens

‘Tegen eind 2016 zou olieprijs terug 40 à 50 dollar kunnen zijn’

Geert Gielens Hoofdeconoom van Belfius

Geert Gielens, de hoofdeconoom van Belfius, vraagt zich luidop af of we wel zoveel beter af zouden zijn met een olieprijs van 60 dollar per vat en een inflatie van 1,5 procent. “Uiteindelijk is het de lage olieprijs die de koopkracht doet stijgen, waardoor de consumptie zijn rol als belangrijkste motor van economische groei kan vervullen.”

Elke maandag schotelen we drie vragen voor aan een econoom of strateeg die zijn licht laat schijnen over enkele actuele thema’s. Vandaag: Geert Gielens, de hoofdeconoom van Belfius.

De prijs van een vat Brent-olie is vorige week onder 30 dollar per vat gegaan. Hebben we nu de bodem gezien, of niet?

De duik van de olieprijs is volledig op rekening te schrijven van het gestegen productievolume en de speculatie, die de dalende prijstrend versterkt

“De duik van de olieprijs is volledig op rekening te schrijven van het gestegen productievolume en de speculatie, die de dalende prijstrend versterkt. Een kleinere vraag speelt eigenlijk geen rol bij de prijsdaling, want ondanks de groeivertraging importeert China niet minder aardolie dan voordien. China maakt gebruik van de ultra-lage prijzen om zijn reserves op te bouwen. Het overaanbod zal nog een tijd aanhouden en zelfs nog groter worden wanneer Iran zijn hernieuwde toegang tot de markten zal proberen te verzilveren. Op korte termijn kan de olieprijs dus terug onder de 30 dollar per vat zakken. Op wat langere termijn (tegen einde 2016) zijn er toch elementen die pleiten voor een hogere olieprijs tussen 40 en 50 dollar per vat, want de huidige prijsniveaus doen alle producenten pijn. De vraag is wanneer de politieke situatie, Saoedi-Arabië versus Iran, en de economische machtsstrijd, Saoedi-Arabië versus de VS, dit zal toestaan.”

Wat kan de Europese Centrale Bank (ECB) nog doen om de economie aan te zwengelen?

“Om de economie verder te stimuleren kan de ECB het huidige beleid nog versterken. Ze kan de kortetermijnrente nog negatiever maken (naar -0,4%) en het aankoopprogramma van obligaties uitbreiden in hoeveelheid (+10 tot 20 miljard), naar type van obligaties (regionale overheden) of looptijd (einde in september 2017). Of dat veel zoden aan de dijk brengt, is echter een open vraag. De economische groei trekt inderdaad aan en er worden meer leningen gegeven aan bedrijven en gezinnen, maar ligt de oorzaak voor deze heropstanding bij het monetaire beleid of speelt veeleer de lage olieprijs een rol? Uiteindelijk is het de lage olieprijs die de koopkracht doet stijgen, waardoor de consumptie zijn rol als belangrijkste groeimotor kan vervullen. Hier komt nog bovenop dat zolang de olieprijs daalt, de inflatie zal dalen wat de ECB ook doet. Omgekeerd zal de inflatie boven de 1,5 procent schieten wanneer de olieprijs naar 60 dollar per vat tendeert. De inflatie normaliseert dan, maar zijn we dan echt beter af?”

Zal het de Chinese overheid lukken om een harde landing van de economie te vermijden?

Momenteel ziet het ernaar uit dat die groeivertraging redelijk gecontroleerd plaatsgrijpt en dat een harde landing vermeden kan worden

“China prikte vorige week zijn economisch groei voor 2015 vast op 6,9 procent, licht onder de officiële doelstelling van 7 procent en zoals verwacht in lijn met het scenario van een vertragende groei. Deze groeivertraging zal ook aanhouden aangezien China evolueert van een land waarvan het groeimodelgebaseerd is op investeringen naar een land waarvan de economie afhangt van consumptie. En dit type van economie groeit nu eenmaal trager, omdat een stijging van consumptie minder snel gebeurt dan het optrekken van investeringen. Momenteel ziet het ernaar uit dat die groeivertraging redelijk gecontroleerd plaatsgrijpt en dat een harde landing, die men zou kunnen vrezen op basis van cijfers over kapitaalvlucht, vermeden kan worden. De Chinese overheid voert immers een expansionistisch, anti-cyclisch beleid met lagere rentes en een grotere geldhoeveelheid. De laatste cijfers in verband met industriële productie, kleinhandelsverkopen en de netto-export zijn tekenen dat dit beleid begint aan te slaan.”

Partner Content