Spaarder blijft de pineut van het ECB-beleid

Archiefbeeld van Christine Lagarde, voorzitster van de ECB. (10 maart 2022) © Belga Image
Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

Tegen de algemene verwachting in gaat de Europese Centrale Bank door met de afbouw van haar stimuleringsprogramma. Dat betekent dat de spaarder en de obligatiebelegger ook in de Oekraïne-crisis aan het kortste eind trekken.

De Europese Centrale Bank (ECB) is voor het eerst sinds de start van de invasie in Oekraïne bijeengekomen. Het werd een levendige discussie. De oorlog op Europese bodem komt immers heel ongelegen voor de ECB, want de instelling was zich net aan het klaarmaken om een gevolg van de vorige crisis, de covid-19-pandemie, aan te pakken. Door een sneller en forser economisch herstel heeft die het algemene prijzenpeil fors doen stijgen. De ECB heeft die inflatie lange tijd afgedaan als een tijdelijke opstoot, maar moet vandaag meer en meer tot het besluit komen dat die inflatie niet meteen zal weg gaan. Integendeel: de oorlogsverklaring van Vladimir Poetin aan buurland Oekraïne zal de inflatie nog hoger doen pieken en nog wat langer doen aanhouden.

De gereputeerde zakenbank Goldman Sachs gaat ervan uit dat de inflatiepiek in de eurozone in juli bijna 8 procent (7,7%) zal bedragen, met een gemiddelde van 6,8 procent voor het hele jaar. Hoewel de ECB haar eigen inflatieverwachtingen gevoelig optrok, blijft de voorspelling van 5,1 procent (was 3,2%) een stuk onder die van de Amerikaanse zakenbank. Op basis van die voorspellingen zou toch de enige conclusie moeten zijn dat de ECB versneld haar stimuleringsprogramma zou afbouwen en nog dit jaar met een eerste renteverhoging zou uitpakken om de hoogste inflatie van de voorbije vier decennia te counteren.

Economische krimp

De ECB besliste toch, tegen de algemene verwachting in, om door te zetten met de afbouw van het stimuleringsprogramma of de zogenoemde tapering (tot 30 miljard euro aankopen per maand in mei en tot 20 miljard in juni met een mogelijk einde in het derde kwartaal). Al weigerde voorzitster Christine Lagarde het te omschrijven als een versnelling. Het is een voorwaardelijk besluit en de ECB wil vooral heel flexibel kunnen reageren.

De markt had erop gehoopt dat de ECB rekening zou houden met de andere gevolgen van het gewapend conflict in Oekraïne. In de eerste plaats zou die leiden tot een serieuze groeivertraging van de Europese economieën, onder meer door de opgelegde sancties aan Rusland. Goldman Sachs schat in dat de eurozone in het tweede kwartaal een economische krimp zal noteren. Een recessie, met twee opeenvolgende kwartalen van negatieve groei, ziet de Amerikaanse zakenbank voorlopig nog niet. Goldman schroeft zijn groeivoorspelling voor de Europese Unie voor dit jaar wel terug van 3,9 naar 2,5 procent voor dit jaar. Dat is een stuk lager dan de ECB, die de groei bijstelde van 4,2 naar 3,7 procent voor 2022.

Nieuwe krater

En is er nog een reden waarom de ECB terughoudendheid aan de dag kan leggen: de belabberde toestand van de Europese overheidsfinanciën. De nieuwe crisis slaat ook een nieuwe krater in de begrotingen. Extra inkomsten uit btw en accijnzen zullen moeten worden teruggeven aan de burgers, want steeds meer inwoners kunnen hun energiefactuur niet meer betalen. Maar de inkomsten zullen dalen door de groeivertraging en anderzijds stijgen heel wat uitgaven, niet het minst die voor defensie.

Vandaar wellicht ook het begrijpelijke evenwicht dat de ECB in de beslissing wilde nemen. Het woord shortly (‘snel’) werd vervangen door some time (‘eens’) tussen het einde van de kwantitatieve versoepeling en de start van de eerste renteverhoging. Het kan nog dit jaar, zoals ING-econoom Carsten Brzeski tweette, maar het kan ook nog altijd volgend jaar worden.

Aanvankelijk interpreteerden de markten de ECB-besluitvorming als hawkish (havik) met een sterkere euro, hogere rentestanden en lagere Europese beurzen tot gevolg. Maar tijdens de persconferentie van Lagarde speelde de euro het grootste deel van zijn winst kwijt en herstelden de aandelenmarkten deels van de verliezen. De stijging van de langetermijnrente bleef wel.

Winnende beleggers

De slotconclusie blijft dat de spaarder ook de dupe van deze crisis zal zijn. Zijn koopkrachtverlies de komende maanden gaat nog verder oplopen. Hij zal nog altijd geen rentevergoeding krijgen, terwijl de inflatie verder de pan uit rijst. Idem voor de obligatiebelegger. De langetermijnrente mag niet substantieel stijgen, omdat de begrotingen en de schuldgraden van de overheden verder zullen oplopen door de oorlog in Oekraïne.

Dat betekent nog altijd dat opnieuw de beleggers, na initieel forse verliezen, toch nog als winnaar uit de oorlogscrisis tevoorschijn komen en de aandelen- en vastgoedprijzen hun opwaartse tendens nog lang tot heel lang zullen aanhouden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content