De koppeling van DeFi aan de echte economie zit eraan te komen

BLOCKCHAIN De voordelen zijn legio. © Getty Images
Alice Fulwood Redacteur zaken en financiën Azië van The Economist in Hongkong

Blockchain, slimme contracten en tokens nemen almaar meer de klassieke financiering over. In 2022 vinden die ook hun weg naar de echte economie.

De echte economie en de financiële economie worden klassiek als afzonderlijke, maar onderling verbonden werelden gezien. Dat is de essentie van de ‘klassieke dichotomie’ die de kern uitmaakt van de neoklassieke economische school. Die beschouwt geld louter als een ‘sluier’ die de echte onderliggende activiteiten verhult. Zij die in de echte economie werken, verbouwen tarwe, schrijven artikels en bouwen huizen. Financiers steunen daarop om simpelweg met geld te schuiven.

Anderzijds maakt financialisering activiteiten mogelijk die anders niet zouden plaatsvinden. Dat is zo bij een lening aan een start-up of een obligatie die de bouw van een nieuwe fabriek mogelijk maakt. Maar het geldt ook vaak voor complexere gebieden van financiering, zoals beurzen en derivaten. In die sectoren zal 2022 opwindende innovaties brengen.

Voordelen

De afgelopen twee jaar zijn veel functies van het financiële systeem opnieuw opgebouwd als applicaties en protocollen op het opensourceplatform Ethereum, dat gebaseerd is op de blockchaintechnologie die regels code kan opslaan en verifiëren. De activiteiten komen meestal tot stand via ‘ smart contracts‘ die zichzelf uitvoeren als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Met die techniek zijn al veel systemen ontwikkeld: elektronische portemonnees en betaalsystemen, deposito- en kredietapplicaties en zelfs beleggingsfondsen en systemen om wisselkoersen automatisch te stabiliseren.

De koppeling van de DeFi-economie aan de echte zit eraan te komen.

Deze functies staan bekend als gedecentraliseerde financiën of ‘DeFi’ – een bloeiende sector. Begin 2020 was die nog minder dan 8,8 miljard euro waard. Nu is er voor 88 miljard euro aan tokens vastgelegd in slimme contracten. Ze worden gebruikt op gedecentraliseerde beurzen of worden aangehouden om rendement op te leveren. De vraag naar DeFi-apps drijft het gebruik van de Ethereum-blockchain op. Die was begin 2020 goed voor 102 miljard euro aan transacties, maar dat werd pijlsnel 2,2 biljoen euro in het tweede kwartaal van 2021. De betaalkaartgigant Visa realiseerde ongeveer hetzelfde bedrag in dezelfde periode. De aandelenbeurs Nasdaq verhandelde voor zes keer dat bedrag.

Het systeem heeft veel voordelen tegenover de traditionele financiële wereld. De betalingen zijn vaak goedkoop en vinden vrijwel direct plaats. Doordat DeFi vooraf de regels van transacties vastlegt op een manier waarmee niet te knoeien valt, kan het zaken als settlementrisico’s uitsluiten. Door het onderpand voor een lening in een slim contract te verankeren, kan ook het risico op wanbetaling worden uitgesloten. De toegangsdrempels zijn ook laag.

En dus is DeFi al snel uitgegroeid tot het terrein met de opwindendste innovaties. Zo is er een volledig op blockchain gebaseerde stablecoin (een token dat aan een staatsmunt zoals de dollar gekoppeld is), de dai. Iedereen kan nieuwe dai-tokens creëren door een onderpand te storten in een slim contract. Als de waarde van het onderpand zakt onder de minimumdrempel van 150 procent van de uitstaande dai, veilt het slim contract automatisch het onderpand om de schuld te vereffenen. De dai is merkwaardig stabiel tegenover de dollar en lost veel problemen op waarmee vroegere stablecoins geassocieerd werden.

De echte economie

Het probleem is dat al deze kunstige financiële constructies nog geen ‘echte’ economie hebben om te bedienen. In plaats daarvan vormen ze de basis van een immaterieel casino: de meeste gebruikers van DeFi betalen of lenen ermee om op een van de vele speculatieve tokens te gokken.

Dat kan veranderen in 2022. Er zijn drie plausibele trajecten voor een koppeling van de DeFi-economie aan de echte. Ten eerste kan ze het gevestigde financiële systeem verdringen, bijvoorbeeld door het aanvaarden van een token als reëel geld. El Salvador heeft in september de bitcoin als wettig betaalmiddel aanvaard en zijn 6,5 miljoen inwoners laten kennismaken met gedecentraliseerde tokens. Maar daar is minder kans op in stabiele ontwikkelde landen.

Ten tweede kan DeFi met de conventionele financiën beginnen te versmelten. Activa waar het financiële systeem over het algemeen mee werkt – zoals huizen, aandelen en obligaties – kunnen hun weg vinden naar het blockchainsysteem. Vroegere pogingen daartoe boden wat verbeteringen in efficiëntie, maar misten veel van de voordelen van decentralisatie zoals interoperabiliteit en transparantie. Door te onderzoeken hoe activa zoals aandelen in een openblockchainsysteem passen en te garanderen dat er resultaten mee bereikt kunnen worden zoals in de reële wereld, kan DeFi bruikbaarder worden voor iedereen.

Ten derde zou de ontwikkeling van een echte economie gebaseerd op een blockchain kunnen bloeien. Economische activiteiten zoals het maken van video’s, afbeeldingen, muziek en tekst gebeuren volledig digitaal. Daarom kunnen zulke media online gedistribueerd worden. Dat gebeurt meestal op reusachtige gecentraliseerde platforms. Maar er ontluiken gedecentraliseerde blockchainplatforms voor de distributie van dit soort content. Als digitale content geleverd kan worden via een blockchainsysteem, dan heeft DeFi zijn reële economie gevonden.

Centrale banken haasten zich langzaam

Op de munten die tijdens de heerschappij van Augustus Caesar, de eerste Romeinse keizer, geslagen werden, stond aan de ene kant zijn hoofd en aan de andere een dolfijn die verstrengeld was met een anker. Dat maritieme logo verwees naar de favoriete leuze van de keizer: festina lente, of ‘haast u langzaam’. De snelste manier om iets te doen, is het meteen juist te doen.

Die aanpak lijken de centrale bankiers wereldwijd te hanteren, nu ze alles in gereedheid brengen om voor het eerst digitale munten of ‘digitale valuta van een centrale bank’ (CBDC) uit te geven. De centrale banken hebben halsoverkop onderzoeken laten uitvoeren, maar geen enkele grote economie heeft al de sprong gewaagd. Enkel de Bahama’s en enkele van zijn zuidelijke buren (Saint Kitts en Nevis, Antigua en Barbuda, Saint Lucia en Grenada) hebben CBDC in omloop gebracht.

De grote economie die zich in 2022 het meest waarschijnlijk bij dat rijtje zal voegen, is China. Het land heeft in december 2019 voor het eerst een proefproject gelanceerd, maar het tempo werd al snel opgevoerd. Volgens een artikel van de Centrale Bank van de Volksrepubliek China, dat in juli gepubliceerd werd, zijn al bijna 21 miljoen digitale portefeuilles aangemaakt om de digitale yuan in onder te brengen, en zijn er 70 miljoen transacties uitgevoerd. Het lijkt erop dat de Chinese centrale bank wil dat het digitale geld al volop gebruikt wordt voor de Olympische Winterspelen van februari 2022 in Peking.

Andere centrale banken gaan trager te werk. In Zweden is pas in 2021 een proefproject opgestart. In het witboek dat de Riksbank, de Zweedse centrale bank, achteraf gepubliceerd heeft, stond dat er nog enkele cruciale zaken uitgetest moeten worden, bijvoorbeeld of een e-kroon op grote schaal gebruikt kan worden voor kleine betalingen, hoe het systeem geïntegreerd moet worden op de verkooppunten van de handelaars, en hoe meer toepassingsmogelijkheden offline ontwikkeld kunnen worden. De Riksbank denkt dat ze binnen vijf jaar een CBDC kan lanceren.

Het is begrijpelijk dat dit een langzaam maar zeker proces is. Digitale tokens van een centrale bank zijn een ingrijpende verandering in het financiële stelsel van een land. Daar mag niet licht overheen worden gegaan. Het is dan ook erg onwaarschijnlijk dat in 2022 een digitale dollar op de markt komt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content