Vakbonden en werkgevers vinden geen akkoord over zware beroepen in privésector

© iStock

Het overleg tussen de vakbonden en werkgevers over de zware beroepen in de privesector is woensdag definitief mislukt. De kloof tussen beide standpunten bleek te groot.

Bonden en werkgevers probeerden al maanden tot een vergelijk te komen over de zware beroepen. De gesprekken gingen over de criteria die bepalen wat al dan niet een zwaar beroep is. Wie zo’n zwaar beroep uitoefent, kan vroeger op pensioen of kan aanspraak maken op een hoger pensioen. De vakbonden houden daarbij vast aan vier criteria: de arbeidsorganisatie (bijvoorbeeld nachtarbeid), de fysieke belasting (bijvoorbeeld lasten tillen), de mentale belasting (stress) en verhoogde veiligheidsrisico’s.

Verschil in visie

De werkgevers vinden die criteria te omvangrijk. Ze schuiven enkel ‘objectief meetbare en controleerbare’ criteria naar voor. Stress is onvoldoende meetbaar, nachtarbeid is dat wel. Er is een ‘fundamenteel verschil in visie’, erkent Caroline Deiteren van ondernemersorganisatie Unizo. ‘Voor ons moet het systeem gaan over uitzonderlijke gevallen. Enkel werknemers die zich in een uitzonderlijke situatie bevinden, kunnen een pensioenvoordeel genieten’.

De vakbonden daarentegen, zo vrezen de werkgevers, willen de lijst met criteria te breed maken. ‘Het is belangrijk dat de lijst met criteria beperkt blijft, om te vermijden dat te veel werknemers een zwaar beroep uitoefenen’, aldus Bart Croes, woordvoerder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Hij verwijst naar een studie van de Europese Commissie, die stelt dat één à vier procent van de werknemers een zwaar beroep uitoefent.

Verwachtingen

De vakbonden vinden de houding van de werkgevers dan weer te beperkend. ‘Werknemers moeten bij wijze van spreken volgens de werkgevers bijna dood vallen voor ze op pensioen kunnen’, zegt nationaal ACV-secretaris Mathieu Verjans. Volgens de vakbondsman wilden de werkgevers enkel in heel uitzonderlijke situaties – bijvoorbeeld omgaan met levensbedreigende omstandigheden of omgaan met zwaar menselijk leed – een beroep als zwaar bestempelen.

Federaal ABVV-secretaris Raf De Weerdt bevestigt. ‘In de categorie psychosociale belasting willen de werkgevers enkel de criteria ‘regelmatig geconfronteerd met lijden van kinderen’ en ‘regelmatig geconfronteerd met gruwelijke doodsomstandigheden’ erkennen.’

De bal ligt nu in het kamp van de regering. Het compenseren van de verhoging en verstrenging van de pensioenvoorwaarden voor zware beroepen mag niet van tafel, waarschuwt Verjans. ‘Het is aan de regering om mensen die levenslang zwaar werk hebben uitgeoefend een perspectief te bieden om hun loopbaan waardig af te sluiten.’

Eerder werd wel al een akkoord gesloten over de zware beroepen in de publieke sector. Die lijst, erkent VBO-woordvoerder Croes, heeft grote verwachtingen gewekt en het overleg ‘bemoeilijkt’. Dienen beroepen die in de publieke sector als zwaar werden erkend, dat ook in de private sector? Discriminatie dreigt als dat niet het geval is.

Budget

Volgens oppositiepartij sp.a is de regering verantwoordelijk voor de afgesprongen onderhandelingen. ‘De regering heeft de mislukking van het sociale overleg over de zware beroepen zelf besteld. Door zo’n beperkt budget voor de hervorming te voorzien, is het onmogelijk om tot correcte criteria’, zegt sp.a-kamerlid Karin Temmerman.

Voor de pensioenhervorming had de regering voor volgend jaar een enveloppe van 40 miljoen euro vastgelegd, voor 2020 gaat het om 70 miljoen euro. Sp.a meent dat dat budget veel te laag is. ‘Dit is nogmaals bewijs dat de pensioenen voor de regering vooral een besparingspost is’, zegt Temmerman. ‘De logica van de regering zou veel meer deze moeten zijn: eerst kijken wat correcte en eerlijke criteria zijn voor een zwaar beroep en dan het budget daarvoor voorzien; en niet omgekeerd’.

De Franstalige oppositiepartij PS meent dan weer dat minister van Pensioenen Daniël Bacquelaine met zijn hervorming een ‘pensioenmonster heeft geschapen dat hij niet meer kan beheersen’. Partijvoorzitter Elio Di Rupo vindt dat de regering haar voorstellen ‘die onze sociale zekerheid vernietigen’ naar de prullenmand moet verwijzen.

Partner Content