Na de gelddorst, de kapitaalhonger: veel bedrijven zullen een kapitaalverhoging nodig hebben

© Getty Images
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

Nu veel bedrijven enkel kruimels verdienen, dreigt kapitaalhonger uit te breken. “Controlerende families zullen hun greep op de onderneming misschien wat moeten lossen.”

Dat de crisis zwaar inhakt op de bedrijven, hoeft geen betoog. Heel wat ondernemingen verkeren in financiële ademnood, aangezien ze verplicht de deuren hebben moeten sluiten. De banken verleenden al meer dan 115.000 keer uitstel van betaling voor ondernemingskredieten. Dat gaat over 17 miljard euro of gemiddeld 145.000 euro per krediet bij bedrijven, blijkt uit cijfers van de bankenkoepel Febelfin.

Voka vreest dat de crisis nog een pak dieper zal snijden. “Het is duidelijk dat de heropstart van de economie in stappen zal verlopen en dat we niet snel terugkeren naar de situatie van voor de crisis”, zegt Johan Guldix, adviseur bij de werkgeversfederatie. Dat betekent dat tijdelijke cashproblemen dreigen uit te groeien tot structurele solvabiliteitsproblemen: te hoge schulden of vreemd vermogen in verhouding tot het kapitaal in de onderneming of eigen vermogen (zie kader Eigen vermogen eerst).

“De meeste bedrijven konden wel een paar weken voort, mede dankzij maatregelen zoals het uitstel van belastingen en de betaalpauze bij de banken. Maar we verwachten dat heel wat bedrijven de komende weken met een negatief eigen vermogen te maken zullen krijgen”, aldus Guldix.

Ook Geert Van Dael, verantwoordelijke kredietonderzoek bij de ondernemersbank Bank van Breda, vreest daarvoor. “De banken kennen vlot kapitaaluitstel toe. Voor de meeste ondernemingen volstaat dat op dit moment. Een kleine minderheid heeft nu al vers kapitaal nodig. Meestal zijn dat bedrijven waar al voor 12 maart problemen waren. Maar als de crisis langer duurt, zal dat aantal oplopen.”

Nodig kapitaal

Het is moeilijk te becijferen hoeveel bedrijven een kapitaalverhoging nodig zullen hebben. Niet alleen omdat we niet weten hoelang de crisis zal duren. Ook omdat niet elk bedrijf evenveel kapitaal nodig heeft. “Je kan daar moeilijk een percentage op kleven, want de nood aan eigen vermogen hangt onder meer af van de capaciteit om schulden terug te betalen.”, legt Vlerick-professor Sophie Manigart uit. Bedrijven die makkelijker schulden kunnen aflossen, hebben minder eigen vermogen nodig.

De terugbetalingscapaciteit wordt volgens de expert in bedrijfsfinanciering bepaald door hoeveel cash een bedrijf verdient en hoe stabiel die cashflows zijn. Een vaak gebruikte maatstaf is dat de schulden kleiner moeten zijn dat driemaal de ebitda (brutobedrijfswinst). Manigart: “Een hogere ebitda betekent dat je meer schulden kunt dragen. Een bedrijf kan ook wat meer schulden aan als de omzet voorspelbaar is, bijvoorbeeld omdat er vooral met vaste langetermijncontracten wordt gewerkt.”

Verplichting

Een bedrijf is niet verplicht een kapitaalverhoging door te voeren. “Dat beslist de algemene aandeelhoudersvergadering van het bedrijf”, zegt Lars Van Bever. De advocaat bij het gespecialiseerde zakenkantoor Eubelius weet evenwel dat de banken in de praktijk vaak een aanzet tot een kapitaalverhoging geven, omdat ze aan kredieten voorwaarden hebben verbonden, zogenaamde convenanten.

De bank legt bijvoorbeeld een maximale schuldgraad op. De schuldgraad is de verhouding tussen het vreemd en het eigen vermogen. Een bank kan een bedrijf dus niet verplichten kapitaal op te halen, maar ze kan er wel mee dreigen de geldkraan toe te draaien. “Als de zaken slecht gaan, stijgt de schuldgraad. En dan moet het eigen vermogen soms volgen”, weet Van Bever.

Niet alleen om de afspraken met de banken na te komen, ook om de crisis te overleven moeten bedrijven mogelijk extra buffers aanleggen. “Boven op het betalingsuitstel kennen wij ook overbruggingskredieten toe. Om die kredieten toe te zeggen, kan een kapitaalverhoging nodig zijn”, zegt Van Dael bij Bank van Breda. “Als er bijkomende kredieten nodig zijn, kijken we ook naar de financieringsmix, de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen. De vraag is dan of er voldoende kapitaal aanwezig is.”

Alternatieven

Als ondernemingen hun eigen vermogen moeten versterken, is een kapitaalverhoging de meest voor de hand liggende oplossing, stelt Van Bever. “Dat kan in geldmiddelen, zodat er meteen cash beschikbaar is. Dat kan ook in natura, bijvoorbeeld door een kwijtschelding van een lening door een aandeelhouder. Dat is minder vanzelfsprekend, maar het laat de schuldgraad dalen.”

Een andere oplossing is volgens de zakenadvocaat dat er geen of minder dividenden worden uitgekeerd. Die maatregel hebben een pak beursgenoteerde bedrijven de voorbije weken aangekondigd. “Een onderneming die minder dividenden uitkeert, verbetert zijn eigen vermogen, want de cash blijft in het bedrijf”, aldus Van Bever.

Volgens Van Dael maken veel kmo’s gebruik van een ander alternatief voor een kapitaalverhoging, de inbreng van geld op een rekening-courant die is achtergesteld op de kredietverleners, doorgaans de banken. “Dat kan sneller en het geld is onmiddellijk beschikbaar. De inbreng is een schuld aan een persoon. Daardoor blijven de verhoudingen tussen de aandeelhouders gerespecteerd. Dat kan een oplossing zijn als niet alle aandeelhouders mee kunnen investeren en een verwatering van hun belang willen vermijden.”

Vlerick-professor Manigart bemerkt dat zo’n achtergestelde lening voor de banken gelijkstaat aan een kapitaalverhoging. Ze vindt het daarom belangrijk te overwegen of een kapitaalverhoging wel nodig is. “De vraag is of het bedrijf dat kapitaal permanent nodig heeft. Als je over pakweg een jaar weer genoeg cash denkt te verdienen om de lening terug te betalen, dan is zo’n achtergestelde lening een goedkoper en flexibel alternatief, waarbij je achteraf geen kapitaalvermindering of dividenduitkering moet organiseren.”

Praktijk

Hoe vlot een kapitaalverhoging verloopt, hangt af van veel factoren. “Als er maar één aandeelhouder is, of de aandeelhouders zitten op dezelfde lijn, kan heel snel worden beslist. Dan kan een kapitaaloperatie in enkele dagen zijn afgerond”, aldus Van Bever.

In andere scenario’s zal een kapitaaloperatie minder vlot verlopen. Als een of meerdere minderheidsaandeelhouders niet akkoord gaan, dan moet een algemene vergadering (AV) worden georganiseerd. Daarbij gelden wettelijke oproeptermijnen. Bij een eerste AV moet minimaal 50 procent van het kapitaal aanwezig zijn, bij een tweede niet meer. Wel moet altijd 75 procent van het aanwezige kapitaal zijn akkoord geven.

Van Bever merkt op dat er nog voorzieningen zijn om de rechten van de minderheidsaandeelhouders te vrijwaren. Vaak is er een voorkeurrecht die aandeelhouders het recht geeft als eerste in te tekenen in verhouding tot hun belang in het kapitaal. Er kan ook een opschorting worden gevraagd als er discussie is over de waardering van het bedrijf bij de kapitaalverhoging.

Professor Manigart maakt vooral een onderscheid naargelang er geld wordt opgehaald bij bestaande aandeelhouders dan wel bij nieuwkomers in het kapitaal. “Een bedrijf kan bij zijn aandeelhouders terecht als die voldoende diepe zakken hebben en geloven in de toekomst van de onderneming. Het makkelijkste is als die proportioneel deelnemen aan de operatie, want dan verandert niets aan de verhoudingen en moet niet worden nagedacht over de waardering.”

Als de aandeelhouders niet willen of kunnen meedoen, dan kunnen derden toetreden tot de onderneming. Manigart: “Dat is vaak een moeilijke zoektocht, die doorgaans meerdere maanden duurt. En gezien de economische omstandigheden zal die nu nog minder makkelijk lopen. Als er dringend kapitaal nodig is, kan er eventueel een overbruggingskrediet komen van aandeelhouders die willen intekenen. Dat krediet kan later worden omgezet in aandelen als de kapitaalverhoging is goedgekeurd.”

Valkuilen

Bij een kapitaalverhoging kunnen ondernemingen voor moeilijke vraagstukken komen te staan, zoals de waardering van het bedrijf en de controle erover. Johan Guldix van Voka waarschuwt dat een verhoging van het kapitaal kan leiden tot een verwatering van de aandeelhouders. “In Vlaanderen zijn heel wat familiale kmo’s. Die controlerende families zullen misschien hun greep op hun bedrijf wat moeten lossen.” Guldix weet dat veel ondernemers dat niet graag doen, maar hij ziet het evenwel niet noodzakelijk negatief: “Dat kan ook een kans bieden om mensen met frisse ideeën aan boord te halen.”

Guldix besluit dat ondernemers zich goed bewust moeten zijn van de gevolgen. “Het is belangrijk goed na te denken welke rechten en plichten je koppelt aan de uitgifte van nieuwe aandelen.” Het is bijvoorbeeld mogelijk te bepalen dat aandelen een bepaalde periode niet kunnen worden verkocht. Ondernemingen kunnen sinds vorig jaar ook een meervoudig stemrecht invoeren onder bepaalde voorwaarden. Guldix: “Om de controle over de onderneming te bewaren, is het belangrijk voldoende over die mogelijkheden na te denken.”

Eigen vermogen eerst

Het eigen vermogen van een onderneming is simpel te verstaan als alle activa minus de schulden, zeg maar de spaarpot die de aandeelhouders hebben opgebouwd en de buffer om tegenslagen op te vangen. Geert Van Dael, verantwoordelijke kredietonderzoek bij Bank van Breda, verduidelijkt het onderscheid met vreemd vermogen. “Een krediet moet worden terugbetaald, eigen vermogen niet. Die middelen geven een vennootschap de nodige zuurstof om een crisis door te komen.”

“De vergoeding van uw eigen vermogen kan u zelf plannen in functie van de noden van uw bedrijf. Wanneer uw bedrijf veel middelen nodig heeft om de crisis door te komen, hoeft het geen dividend aan de vennoten uit te keren.”

Van Dael legt uit hoe het eigen vermogen een sleutelpositie inneemt in de onderneming en voldoende groot moet zijn, omdat het belangrijke taken te vervullen heeft. “Een hoog eigen vermogen komt de solvabiliteit van uw bedrijf ten goede. Het garandeert dat u uw verplichtingen zal kunnen nakomen, wat vertrouwen inboezemt bij uw leveranciers en klanten, uw personeel en uw bankier. Het is een buffer om tegenslagen en verliezen op vangen, zodat u al uw financiële verplichtingen correct kan blijven nakomen.”

Partner Content