Jan Longeval dook onder in de wereld van het goud: ‘We kunnen een nieuwe goudstandaard gebruiken’

JAN LONGEVAL "De macht van de centrale banken wordt overschat." © j.lampens
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Trends-columnist Jan Longeval komt in een boek over de edelmetalen tot de conclusie dat beleggen in goud een goede manier is om een portefeuille te diversifiëren en die te verzekeren tegen een instorting van het monetaire systeem.

Jan Longeval bestudeerde voor zijn nieuwe boek de geschiedenis van goud en de rol ervan in ons monetaire systeem. Hij keek op Discovery Channel naar de tv-reeks Gold Rush, die hedendaagse goudzoekers volgt, bezocht de blogs van GoGo’s, zoals hij de goudgoeroe’s noemt, en moest lachen om hun “dwaze prijsvoorspellingen” van 50.000 dollar per troy ounce.

Uiteindelijk zou Longeval er negen maanden over doen om in 309 pagina’s ‘alles wat je moet weten over beleggen in goud’, zoals de ondertitel van het boek belooft, op papier te zetten. Zijn conclusie is dat goud zeker een plaats verdient in een gediversifieerde beleggingsportefeuille: fysiek goud voor waardeopslag op lange termijn en trackers (ETF’s) voor tactische beleggingen in goud.

Wat bezielt een voormalige vermogensbeheerder om zich op de studie van goud te storten? “Ik wist naar mijn eigen zin te weinig van edelmetalen af. Hoewel ik al mijn hele professionele leven met beleggen bezig ben, zijn er nog altijd thema’s waarover mijn kennis oppervlakkig is. Wat wist ik over goud of zilver? Veel te weinig.”

De goudprijs is het afgelopen jaar met 28,5 procent gestegen. Is het wel een goed moment om in goud te beleggen?

JAN LONGEVAL. “In een crisis is er eerst altijd een daling van de goudprijs, maar tijdens bijna alle economische crisissen in de geschiedenis zagen we de goudprijs vervolgens scherp stijgen. De goudprijs lijkt mij fair gewaardeerd, maar ik beleg in goud zonder me veel te bekommeren over de waardering. Ik streef al mijn leven lang naar de ultieme gediversifieerde portefeuille. Die les heb ik geleerd van mijn professionele mentor, Alain Siaens bij Bank Degroof. Je moet altijd blijven nadenken over hoe je je portefeuille beter kunt diversifiëren. Ik ben ervan overtuigd dat goud om die reden een plaats in een portefeuille verdient.

Goud bewijst al meerdere millennia zijn waarde als een vluchtweg uit een ontsporend monetair systeem

“De dominante factor die de goudprijs bepaalt, is wellicht de reële rente. Wanneer Amerikaanse en Duitse overheidsobligaties een hoge reële rente bieden, zijn ze een interessant alternatief voor goud. In een wereld waarin obligaties een negatieve reële rente bieden, worden de rollen omgekeerd. Goud is een reëel actief. Op lange termijn behoudt het zijn reële waarde, maar er zijn geen coupons of dividenden. Op lange termijn zullen er altijd beleggingen zijn die het beter doen dan goud. Het edelmetaal kan niet op tegen productieve activa, zoals aandelen en vastgoed dat verhuurd wordt. Ik ben geen doemprofeet die zegt dat alles verkeerd zal lopen en dat het nooit meer goed komt. Ik blijf ook in aandelen beleggen.”

JAN LONGEVAL
JAN LONGEVAL “Het is flauwekul dat je goud niet kunt waarderen.”© j.lampens

Hoeveel gewicht moet goud in een portefeuille krijgen?

LONGEVAL. “Dat kun je op verschillende manieren berekenen. Puur academisch bekeken verdient elke categorie een plaats in de portefeuille die overeenstemt met zijn gewicht in de globale waarde van alle activa. Eind 2019 waren alle aandelen en obligaties samen 200 biljoen dollar waard. Al het goud dat de mens heeft verzameld in de voorbije 6000 jaar past in vier olympische zwembaden of een kubus met ribben van 22 meter. De waarde van die gouden kubus bedroeg eind vorig jaar 10 biljoen dollar. Het neutrale gewicht van goud in een beleggingsportefeuille is dan 5 à 6 procent.

“Je kunt ook uit tactische overwegingen beleggen in goud, of als verzekering tegen de instorting van het monetair systeem. Als je een verzekeringspolis wilt, ben je veroordeeld tot fysiek goud. Maar houd het niet in huis, om ongewenst bezoek te vermijden. Als je actief wilt beleggen in goud, is fysiek goud niet geschikt door de hoge transactiekosten. Voor het tactische gedeelte ben je beter af met ETF’s of trackers die beleggen in fysiek goud. Met ETF’s zit je natuurlijk wel in het financiële systeem.”

Goud biedt geen toekomstige inkomstenstromen. Hoe kunnen beleggers dan een waarde plakken op goud?

LONGEVAL. “Je hoeft goud niet te kunnen waarderen om tactisch in goud te beleggen. Je kunt het prijsmomentum bespelen. Momentumbeleggen komt uit academisch onderzoek naar voren als de meest succesvolle beleggingsstijl. Je koopt activa die al in prijs gestegen zijn, in de hoop dat die stijging nog een tijd doorgaat, en je verkoopt als de prijsdaling is ingezet.

“Het is ook flauwekul dat je goud niet kunt waarderen. Laten we beginnen met goud als een grondstof te benaderen. Daarvan kun je de all-in sustaining costs, afgekort AISC, berekenen. Dat zijn de kosten om een troy ounce ofwel 31,1 gram goud te ontginnen. De AISC bedroeg eind 2019 afgerond 919 dollar. Het gaat enkel om de kosten voor het exploiteren van een bestaande mijn. Maar een goudmijn raakt uitgeput en dan moet je investeren in nieuwe mijnen. Je moet ook rekening houden met dingen die verkeerd lopen, ongelukken en calamiteiten. Het is een risicovolle sector. Die kosten zitten niet in de AISC en moet je er veiligheidshalve nog bij rekenen. De mijnbouwers moeten ook winst maken. Reken op een winstmarge van ongeveer 15 procent. Ze moeten soms geld lenen, dus er komt nog een prijs voor de financiering van projecten bij. Dan kom ik aan 1380 à 1656 dollar aan kosten om één troy ounce goud uit de grond te halen.

Al het goud dat de mens in 6000 jaar heeft verzameld, past in vier olympische zwembaden

“De optionele waarde van goud als verzekering zit daar nog niet in. Je mag goud niet als een zuivere grondstof beschouwen, want het heeft ook een monetair karakter. Dan is de huidige goudprijs van iets meer dan 1800 dollar zeker niet overdreven.”

Is die monetaire rol van goud niet uitgespeeld?

LONGEVAL. “Ik citeer de bankmagnaat John Pierpont Morgan, die in 1912 voor het Amerikaanse Congres getuigde: ‘Geld is goud, niets anders.’ In die tijd konden bankbiljetten nog worden ingeruild voor hun tegenwaarde in goud, onder wat de ‘gouden standaard’ werd genoemd. Dat kan nu niet meer.

“Zo bekeken heeft goud geen formele monetaire rol meer, maar dat weerhoudt beleggers er niet van om goud een monetaire rol te blijven toedichten. Goud heeft altijd een rol gespeeld in ons monetaire systeem. Door zijn chemische eigenschappen zoals het relatief lage smeltpunt, de enorme dichtheid en de onvergankelijkheid had het ook geen ander metaal kunnen zijn. We zien mensen in periodes van chaos altijd teruggrijpen naar het icoon van goed geld: goud. Die status kreeg goud al heel lang geleden.

“Muntontwaarding is schering en inslag sinds de Lydiërs in de zesde eeuw voor Christus munten hebben uitgevonden. De Romeinse keizers grepen terug naar muntontwaarding, vooral van hun zilveren munten. Uiteindelijk zat er in de Romeinse denarius nog amper zilver. Het is gebeurd met alle Europese munten in de middeleeuwen. Telkens als die muntontwaarding te ver ging, grepen mensen terug naar goud. Goud bewijst al meerdere millennia zijn waarde als een vluchtweg uit een ontsporend monetair systeem.”

Tussen 2008 en 2019 zijn de wereldwijde schulden met 40 procent aangedikt, tot 250.000 miljard dollar of meer dan drie keer de totale waarde die de wereldeconomie in een jaar kan produceren. Dreigt ons monetaire systeem te ontsporen door die schuldenberg?

LONGEVAL. “Je kunt de schuldenopbouw vergelijken met een zandhoop. Laat ons zeggen dat elke korrel een euro schuld is. Als je zandkorrels op die hoop laat vallen, zie je af en toe een kleine zandlawine ontstaan, een lokale financiële crisis. Naarmate meer en meer zand op de zandhoop valt, beginnen de zandkorrels te correleren, samen te spannen, waardoor op een bepaald moment de hele zandhoop instort en de crisis globaal wordt. Ik zeg niet dat het systeem onvermijdelijk zal instorten, want het zou kunnen dat we weer wat meer discipline aan de dag zullen leggen.”

Is het niet de taak van de centrale banken om de commerciële banken tot voorzichtigheid aan te manen?

LONGEVAL. “In theorie wel. In de praktijk bepaalt niet de centrale bank hoeveel krediet de banken verstrekken. De commerciële banken beslissen zelf uit rendabiliteitsoverwegingen of ze een krediet toekennen of niet. In de eurozone legt de Europese Centrale Bank de commerciële banken een minimumreserveratio van 1 procent op. Voor elke 1000 euro aan deposito’s kunnen banken uit de eurozone dus 99.000 euro uitlenen.

“Een commerciële bank kan bijna ongebreideld geld uitlenen. Ze creëert geld uit het niets door een druk met een computerklavier. Als je een lening aangaat bij een bank, zal de bank geld storten op je rekening. Geld dat ze zelf gecreëerd heeft. Het idee dat een deposito bij de bank staat en de bank daarmee kredieten verstrekt, is verkeerd. Leningen creëren deposito’s, geld zo je wilt, niet omgekeerd. Met hun conventionele monetaire beleid hebben centrale banken weinig macht om de kredietverstrekking van de commerciële banken af te remmen. De macht van de centrale banken wordt doorgaans overschat.

“Ik zeg niet dat alle schulden of kredieten slecht zijn. Er is geen enkel probleem wanneer commerciële banken kredieten toestaan die dienen om productieve investeringen te financieren. Als ze kredieten toestaan die enkel dienen om te speculeren, krijg je wel problemen.”

Vindt u dat we opnieuw een band tussen goud en geld moeten introduceren?

LONGEVAL. “De bekende econoom John Maynard Keynes heeft na de Tweede Wereldoorlog geprobeerd goud opnieuw een hoofdrol te geven. Hij pleitte voor een supranationale munt, de bancor, die gekoppeld zou worden aan een korf van dertig grondstoffen, waaronder goud. Onder de gouden standaard was er een band tussen het papiergeld en de goudreserves, omdat de waarde van een munt werd vastgelegd in een gewicht aan goud. De centrale banken bezitten nog altijd voor meer dan 2,1 biljoen dollar goudreserves, goed voor ongeveer 10 procent van de totale monetaire reserves van alle centrale banken. Dat is een historisch overblijfsel van de gouden standaard, die centrale banken verplichtte goudreserves aan te houden.

Bio Jan Longeval

Is: voorzitter van de taskforce rond duurzaam beleggen bij Pensioplus en adjunct-professor Vlerick Business School

Oefende daarvoor diverse functies uit bij Degroof en later Degroof Petercam, waar hij tot 2017 lid was van het directiecomité en co-CEO van het institutioneel vermogensbeheer

Was tussen 1998 en 2005 docent aan Vlekho en Ehsal (nu beide Odyssee)

Studeerde economie aan Vlekho (nu Odyssee) en haalde onder meer een master in Real Estate aan Solvay Business School

“Geld is vandaag een zuiver psychologische constructie, gebaseerd op vertrouwen. Het wordt daarom fiatgeld genoemd. Maar dat vertrouwen kan verdwijnen als een donderslag bij heldere hemel. We moeten overwegen opnieuw een ankerpunt te creëren in het internationale monetaire bestel. We zouden een soort van gouden standaard kunnen gebruiken, om weer een zekere discipline op het gebied van geld- en schuldcreatie te introduceren. Zonder gouden standaard staat er geen rem meer op de opbouw van schulden, behalve de vrije wil van de private en de publieke sector. We hebben een nieuwe handrem nodig.”

Sommige economen vinden dat we niet wakker hoeven te liggen van overheidsschulden.

LONGEVAL. “De moderne monetaire theorie of MMT heeft haar verdiensten en wordt soms kwantitatieve versoepeling van het volk genoemd. Er zit iets in het idee dat de centrale banken rechtstreeks geld in de reële economie stoppen. Het geld dat de centrale banken creëren, blijft vandaag hangen bij de commerciële banken en de grote beleggers, waarvan ze obligaties kopen. Daardoor is de impact van de kwantitatieve versoepeling op de reële economie relatief klein. Het is een voorbeeld van de onmacht van de centrale banken om de economie te sturen.

“Maar de aanhangers van de MMT prediken ook dat deficits geen probleem zijn, omdat de schulden van de overheid een actief van de private sector zijn. We kunnen dus lekker blijven doorgaan met het opstapelen van schulden, luidt hun conclusie. Je kunt dat een tijd doen. Alleen bereik je vroeg of laat een kritisch punt, leert de geschiedenis ons. Daarna monden die schulden uit in een lelijke financiële en economische crisis.”

Vindt u dat we onvoldoende lessen trekken uit de geschiedenis?

LONGEVAL. “De ondertoon van mijn boek is inderdaad dat we altijd opnieuw dezelfde fouten maken. Monetair wanbeleid is van alle tijden. Overheden komen altijd geld tekort. Vroeger probeerden de keizers en de koningen dat probleem op te lossen door muntontwaarding.

“Aan het begin van de achttiende eeuw introduceerde Frankrijk papiergeld onder impuls van John Law, de zoon van een Schotse meester-goudsmid, die bankier werd. John Law had goed begrepen dat je geld moet kunnen creëren om economische groei mogelijk te maken. Waarom trokken de conquistadores er in de zestiende eeuw op uit? Omdat er onvoldoende goud en zilver in Europa was om de handel en de economische groei te financieren. John Law begon met fractioneel bankieren: de bankbiljetten die de bank uitgaf, waren almaar minder gedekt door goud- en zilverreserves. Tot hij de Prince de Conti beledigde, die prompt zijn papiergeld ging inruilen voor zilver en goud. Dat banale voorval volstond om het vertrouwen in het papiergeld onderuit te halen en paniek te veroorzaken.

Zonder gouden standaard staat er geen enkele rem meer op de opbouw van schulden, behalve de vrije wil van de private en publieke sector. We hebben een nieuwe handrem nodig

“De woede van de Franse bevolking, die haar bankbiljetten waardeloos zag worden, legde mee de basis voor de Franse revolutie. En tijdens de Franse revolutie hebben de revolutionairen dan nog een keer exact dezelfde fout begaan. Ze gaven lustig assignaten uit, obligaties die aanvankelijk gewaarborgd waren door het geconfisqueerde bezit van de katholieke kerk en de gronden van de kroon. Eerst was er een ongelooflijk enthousiasme. Het geld werd over de balk gegooid en de ene emissie volgde op de andere. Het duurde maar de tijd dat het duurde, en daarna volgde opnieuw een crisis.

“Er is op zich niets mis met schulden, maar je mag niet denken dat je met schulden om het even wat kunt doen. Ik wil niet belerend doen, maar geschiedenis is een soort randvak geworden in het onderwijs. Dat is een kapitale fout. Mensen verliezen een bepaald perspectief, lessen die het verleden ons kan leren. Dat geldt voor beleggers, maar ook voor de beleidsmakers.”

Jan Longeval, Heavy Metal. Alles wat je moet weten over beleggen in goud, Kounselor, 309 blz., 28,50 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content