Het probleem met de doktersbriefjes voor preventieve quarantaine

Natan, Recto Verso en Plumka maken nu mondmaskers.
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Sinds enkele weken schrijven huisartsen briefjes voor werknemers die in quarantaine moeten, omdat een familielid geveld is door het coronavirus. Wanneer een werknemer ziek is, moet de werkgever nog een tijdje het loon doorbetalen. Maar niet alle werknemers in quarantaine zijn ziek.

Sinds de uitbraak van het coronavirus in ons land krijgen werkgevers een nieuw soort doktersbriefjes in hun brievenbus. Op die briefjes staat dat de werknemer niet ziek is, maar wel thuis moet blijven om te vermijden dat hij of zij andere werknemers zou besmetten.

Juristen wezen er al snel op dat die doktersbriefjes zich in een soort van juridisch vacuüm bevinden, omdat er strikt genomen geen sprake is van arbeidsongeschiktheid van de werknemers.

De RVA, de instelling die waakt over de werkloosheidsuitkeringen, verduidelijkte al eerder op haar website: “Wanneer uit het attest duidelijk blijkt dat de werknemer niet mag werken, bijvoorbeeld omdat er ernstige aanwijzingen zijn van een besmetting of omdat een familielid onder hetzelfde dak besmet is en er gevaar is op besmetting van andere werknemers, dan kan de werknemer tijdelijk werkloos worden gesteld wegens overmacht. Opgelet: de werknemer mag niet ziek zijn. Als hij ziek is, moet de werkgever eerst gewaarborgd loon betalen en zal het ziekenfonds later tussenkomen.”

Hoe lang zieke werknemers gewaarborgd loon krijgen, hangt af van hun statuut. Bedienden krijgen bij ziekte bijvoorbeeld een maand lang hun normale loon doorgestort door de werkgever. Daarna vallen ze terug op een ziekte-uitkering.

Harmonisering van uitkeringen

In de praktijk zijn de attesten die worden verstrekt door de huisartsen, niet altijd even duidelijk over de reden waarom werknemers thuis moeten blijven. De krant De Tijd schrijft vandaag op haar voorpagina dat de Groep van Tien heeft beslist dat er speciale doktersbriefjes moeten komen voor mensen die in quarantaine moeten, maar niet ziek zijn. Bovendien vinden de sociale partners dat de ziekte-uitkeringen op hetzelfde niveau moeten worden gebracht als de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid. De werkgeversorganisatie VBO bevestigt dat die voorstellen deel uitmaken van een akkoord tussen de werkgevers en de vakbonden, samen met de verplichte meldingsplicht voor werkgevers die hun werknemers op tijdelijke werkloosheid willen zetten.

“Door een harmonisering van de uitkeringen vermijd je dat mensen oneigenlijk in een bepaald stelsel zitten”, reageert arbeidsmarkteconoom Stijn Baert van de UGent op de berichtgeving. “De uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid zijn voor sommige mensen zeer royaal en voor anderen weer niet”, vervolgt Baert. “Er zijn toeslagen van de overheid, zoals de betaling van ruim 200 euro voor de energiefactuur, en soms ook toeslagen vanuit het bedrijf of de sector, zoals afgesproken in de cao. Daardoor krijgen sommige werknemers bijna evenveel geld op hun rekening als wanneer ze een normaal loon krijgen.”

De verleiding kan dan groot zijn voor werknemers om zich niet ‘echt ziek’ te melden bij hun werkgever, terwijl ze dat mogelijk wel zijn. Een ziekte-uitkering komt overeen met 60 procent van het brutoloon, binnen bepaalde grenzen. Dat is minder dan de uitkering voor tijdelijke werkloosheid. “De uitkering voor tijdelijke werkloosheid is voor wie een beperkt loon heeft duidelijk interessanter als vervangingsinkomen dan de ziekte-uitkering of de klassieke werkloosheidsuitkering. Op termijn zullen we ons als maatschappij moeten beraden of die uitkering voor tijdelijke werkloosheid in sommige gevallen niet té interessant is. De harmonisering kan ook in de omgekeerde richting gebeuren: door na te gaan of de uitkering voor tijdelijke werkloosheid, met inbegrip van alle toeslagen erbovenop, voor sommigen niet te hoog is geworden en die desgevallend te doen dalen.

De uitkering voor tijdelijke werkloosheid bedraagt 70 procent van het gemiddelde begrensde loon, met een maximum van 2754,76 euro per maand. De werknemer zal voor een volledige, gemiddelde maand tijdelijke werkloosheid een uitkering van afgerond 1445 tot 1928 euro krijgen. Daar kan nog een supplement van 5,63 euro per dag van de RVA bij komen bij tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en 2 euro per dag van het Fonds van bestaanszekerheid bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen. Op al die bedragen wordt wel nog een bedrijfsvoorheffing van 26,75 procent ingehouden.

Praktische knelpunten

De hr-dienstenleverancier SD Worx meldt in een nieuwsbrief dat de principes voor thuisquarantaine al duidelijk waren. Ofwel is de werknemer ziek en krijgt hij een bepaalde periode een gewaarborgd loon van de werkgever en daarna uitkeringen van het ziekenfonds. Ofwel is de werknemer niet ziek. Als telewerken geen optie is, dan kan de werkgever tijdelijke werkloosheid ‘corona-procedure’ inroepen voor die werknemer. Zodra de werknemer toch ziek en arbeidsongeschikt wordt, valt de werknemer onmiddellijk ten laste van het ziekenfonds.

Maar SD Worx maakt ook gewag van knelpunten in de praktijk. Zo is er een probleem met “de formuleringen van medische getuigschriften”. Die zijn niet altijd even duidelijk. “Uit het attest valt soms heel moeilijk af te leiden of de werknemer arbeidsongeschikt is of niet”, zegt SD Worx. “De hoogte van de uitkeringen in het ziektestelsel verschilt van die in het werkloosheidsstelsel”, somt SD Worx op als tweede knelpunt. Een derde knelpunt is de “samenloop van dagen arbeidsongeschiktheid met dagen van tijdelijke werkloosheid”. “In de praktijk is die samenloop niet altijd duidelijk vast te stellen.”

Partner Content