Hans van Cleef (econoom ABN AMRO): ‘Ik zie niet hoe de OPEC tot afspraken kan komen’

het logo van de OPEC © reuters
Luc Huysmans senior writer bij Trends

De sterren staan niet goed voor de vergadering van de organisatie van olieproducerende landen (OPEC) en Rusland. Het overleg komt er nadat de olieprijzen in de nasleep van de coronacrisis waren gekelderd naar hun laagste niveau in bijna twintig jaar, en gesprekken over productiebeperkingen niets opleverden. Dat brengt veel energiebedrijven in problemen. Drie vragen aan Hans van Cleef, senior energie-econoom van ABN AMRO.

“Rusland en Saudi-Arabië zijn bereid de productie te verlagen”, zegt Hans van Cleef, senior energie-econoom van ABN AMRO. “Maar alleen als de andere grote producenten meedoen. Dan kijken ze vooral naar de Verenigde Staten. Het risico op teleurstelling ligt overal op de loer, en ik zie moeilijk in hoe ze tot afspraken kunnen komen.”

De Amerikaanse president Donald Trump tweette nochtans na een gesprek met zijn Russische evenknie Vladimir Poetin en de Saudische kroonprins Mohammed Bin Salman dat er grote productiebeperkingen op komst zijn, van 10 tot 15 miljoen vaten per dag. U verwacht dat dus niet?

HANS VAN CLEEF. “Het probleem is dat de Amerikaanse bedrijven wettelijk geen prijs- of productieafspraken mogen maken. Bovendien overweegt Trump tegelijk importheffingen op buitenlandse olie. Dat staat haaks op elkaar, en zorgt voor grote en rare prijsbewegingen.

“Het punt is dat Saudi-Arabië en Rusland eigenlijk een beetje achterover kunnen leunen. Een prijs van 30 dollar maakt de Amerikaanse schalieolieproductie onrendabel, waardoor die beperking er vanzelf komt. Je ziet het aantal boorinstallaties in de VS de jongste weken drastisch inkrimpen, en dat zal vanaf mei-juni ook in de productiecijfers merkbaar zijn.”

Kan deze prijserosie voldoende zijn om de schalieproductie te nekken?

VAN CLEEF. “De privébedrijven hebben het nu lastiger dan ondernemingen waar een staatsorganisatie achter zit, zoals in Saudi-Arabië of Rusland. De grootste klappen zijn voor de dure teerzandolie uit Canada en de Amerikaanse schalieolie. Die velden hebben een atypische productiecurve: 80 procent van hun olie wordt opgepompt in de eerste twee jaar, nadien blijft het wat doorsijpelen. De meest velden die ouder zijn dan twee jaar, zullen niet meer worden heropgestart. Bovendien bouwen veel landen voorraden op, waardoor de prijs nog wel even onder druk blijft.”

Wat betekent dat voor de consument? Blijft de olieprijs laag?

VAN CLEEF. “Ik ga er nog altijd vanuit dat in de tweede helft van dit jaar, mits en afhankelijk van wanneer de coronamaatregelen worden afgezwakt, de economie zich zal herstellen. Met opnieuw meer vliegtuig- en wegtransport, de grootste afnemers van olie. Tegelijk slaan veel landen nu voorraden op, waardoor de prijs nog wel even onder druk blijft. Ik ga ervan uit dat we eind dit jaar een prijs hebben van 50 tot 45 dollar. De consument merkt daar minder van, omdat de prijs van benzine en diesel vooral wordt bepaald door de btw en accijnzen.

“Dat dit nadelig zou zijn voor de klimaat- en energietransitie, verwacht ik niet. Het klimaatakkoord van Parijs, het klimaatbeleid in Nederland en de Europese Green Deal hebben doelstellingen tot 2050. Het zou erg zijn om die bij de eerste recessie al overboord te gooien. Bovendien zie je dat thuiswerken voor sommige bedrijven of afdelingen vroeger ‘niet kon’, terwijl het nu perfect blijkt te kunnen. De grootste uitdagingen voor het klimaatbeleid liggen in het transport en de gezinnen, dus misschien zal de overheid wat langer stimulerende maatregelen moeten nemen om bijvoorbeeld huizen te verduurzamen. Maar dat is iets om te bekijken na de coronacrisis.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content