Gaat bewaarplicht voor Belgische telecomoperatoren in tegen Europese regels?

Europese overheden mogen telecomoperatoren niet zomaar verplichten om alle persoonsgegevens van al hun gebruikers te bewaren zonder beperking in de tijd, zelfs al doen ze dat om terrorisme en criminaliteit efficiënter te kunnen bestrijden. Dat concludeert een advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie. Ook voor de Belgische dataretentiewet zijn er mogelijk gevolgen.

Veel Europese overheden verplichten telecomproviders om gegevens van gebruikers op te slaan in het kader van de strijd tegen zware criminaliteit en terrorisme. Het gerecht kan zo aankloppen bij een telecombedrijf om informatie over een verdachte op te vragen, zoals de recente verblijfsplaatsen of bezochte websites. Vraag is of alle gegevens wel voor alle klanten moeten worden opgeslagen, zonder beperkingen.

Een advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie concludeert nu van niet. De rechters van het Hof zijn niet verplicht die conclusie te volgen, maar doen dat doorgaans wel. Bovendien schaart advocaat-generaal Manuel Campos Sánchez-Bordona zich expliciet achter een arrest van het Hof uit 2016, waarin de rechters stellen dat een algemene bewaarplicht niet mag, omdat dat ingaat tegen het Europese handvest van de grondrechten, en dan met name het recht op privacy.

Ook in België bestaat discussie over de bewaring van telecomgegevens, en de bewaarplicht werd na een arrest van het Grondwettelijk Hof in 2015 al eens aangepast om de toegang tot de gegevens fors in te perken. Maar nog altijd worden de gegevens van alle klanten opgeslagen en dat is in strijd met het Europees handvest, zegt de advocaat-generaal. Ook de Franse en Britse wetgeving gaan trouwens in tegen de Europese regels.

Sánchez-Bordona benadrukt dat het zinvol kan zijn om persoonsgegevens te bewaren om criminaliteit en terrorisme te bestrijden, maar pleit ervoor dat te beperken tot bepaalde categorieën van gegevens, gedurende een vaststaande periode. Ook de toegang tot die gegevens moet beperkt zijn, en de betrokkene moet vooraf op de hoogte worden gebracht als ze worden ingekeken.

In geval van een noodtoestand kan een lidstaat wel – zij het ‘niet langer dan strikt noodzakelijk’ – de Europese regels schenden en de algemene bewaarplicht alsnog handhaven, vindt de advocaat-generaal. Er moet dan wel sprake zijn van ‘dwingende redenen’ die de openbare veiligheid bedreigen en waaraan op geen enkele andere manier het hoofd kan worden geboden. De rechters van het Europees Hof zullen nu over de zaak beraadslagen.

Het definitieve arrest volgt wellicht over enkele maanden. Minister van Telecom Philippe De Backer (Open Vld) wacht dat arrest af, alvorens te reageren.

Partner Content