Stijn Fockedey

‘Een beter en goedkoper telecomaanbod moet de voorrang krijgen’

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Het zou zonde zijn als België begin 2020 de vooropgestelde veiling van nieuwe frequenties voor het snellere mobiele 5G-netwerk niet zou halen. Dat zegt Trends-redacteur Stijn Fockedey.

De federale regering en de andere regeringen van ons land hebben nog geen akkoord gesloten over het 5G-netwerk. Als dat er niet is op het Overlegcomité dat de verschillende regeringen op 6 februari houden, is het wellicht aan de volgende federale regering, wanneer die er ook gaat komen. Zoals in zoveel andere cruciale dossiers in dit land zitten er enkele communautaire addertjes onder het gras. Omdat de frequenties voor twintig jaar vastliggen, wil het Waals Gewest er zeker van zijn dat de operatoren voldoende investeren in een betere dekking in het dunner bevolkte Wallonië. Vicepremier Alexander De Croo (Open Vld), die toen nog bevoegd was voor telecom, kwam daar al aan tegemoet.

Een beter en goedkoper telecomaanbod moet de voorrang krijgen.

Het zou zonde zijn als België begin 2020 de vooropgestelde veiling van nieuwe frequenties voor het snellere mobiele 5G-netwerk niet zou halen. Eén obstakel is nog niet van de baan: de veiling moet minimaal 679 miljoen euro opbrengen, en die pot deelt de federale regering met de deelstaten. Zowel Vlaanderen als Wallonië wil boter bij de vis. Het gevaar is dat de minimumopbrengst fors wordt verhoogd, om alle regeringen wat tientallen miljoenen euro’s extra te geven. Dat zou doodzonde zijn. Uiteindelijk betaalt de belastingbetaler dat toch via zijn telecomfactuur.

5G is belangrijk voor nieuwe toepassingen in de industrie en de logistiek, en voor onze competitiviteit. Telecomoperatoren investeren daarom het beste in een betere infrastructuur en lagere prijzen dan in een eenmalige sponsoring van de overheidskassen op korte termijn. Een beter en goedkoper telecomaanbod moet de voorrang krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content