De wereld verdrinkt in olie: moeten we daarvan wakker liggen?

Een olieveld in het Amerikaanse Midland, in de staat Texas, 29 juli 2019 © Reuters
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

We betalen minder om onze auto vol te tanken en om onze huizen te verwarmen. Waarom zouden we het erg moeten vinden als de prijs van ruwe olie onder nul zakt?

Maandag zakte de prijs voor een vat WTI-olie onder nul. De reden? Oliehandelaars hebben gewoonweg geen plaats meer om nog veel Amerikaanse olie te stockeren in de opslagtanks in Cushing (Oklahoma) in de Verenigde Staten. Die tanks lopen met een ongeziene snelheid vol, nu vliegtuigen aan de grond blijven, massaal veel auto’s voor de deur geparkeerd staan en de economie compleet op zijn gat ligt. Cushing is het knooppunt van de olieleidingen, die het noorden van de Verenigde Staten verbindt met Texas en de Golf van Mexico, waar veel raffinaderijen staan.

WTI staat voor West Texas Intermediate, de Amerikaanse referentieprijs. Meer en meer olieboringen worden stilgelegd, maar bedrijven blijven produceren om een minimum aan inkomsten te hebben. Als er geen plaats meer is om olie op te slaan en er onvoldoende afnemers zijn van olie, dan moeten de vele schalieolieproducenten in de Verenigde Staten het werk neerleggen. Daarmee zou een dominosteen omver worden geduwd, die de banken en de beleggers wereldwijd zou kunnen doen omvallen of op zijn minst doen wankelen.

Technisch effect

“De belangrijkste reden voor de negatieve olieprijs was technisch”, zegt Frank Vranken, strateeg van Puilaetco Dewaay. “Het contract voor levering in mei liep dinsdag af. Enkele grote partijen op de financiële markten wilden bij gebrek aan opslagruimte van hun posities af, om te vermijden dat de olie fysiek zou worden geleverd.” Beleggers speculeren op een hogere of lagere olieprijs via ETF’s, financiële producten die de olieprijs schaduwen. De crash van de olieprijs op maandag zou volgens Vranken minstens voor een deel gedreven zijn geweest door de ETF-geldstromen.

In Europa kijken wij eerder naar de prijs van een vat Brent-olie, die op geen enkel moment onder nul dook. Brent is olie uit de bodem van de Noordzee. Er kunnen altijd extra supertankers naar een van de vier olievelden in de Noordzee varen om de overtollige olie in op te slaan. Het tekort aan opslag op korte termijn speelde voor de Brent-olie niet. “De prijs van een vat Brent-olie zal niet zo snel onder nul gaan”, reageert Jean-Benoît Schrans van de Belgische Petroleumfederatie. “De opslagcapaciteit is hier veel flexibeler.”

Desondanks zakte de prijs van Brent-olie dinsdag bijna tot 16 dollar per vat, het laagste peil sinds juni 1999, om de daaropvolgende dagen weer licht te herstellen. Pro memorie: in maart 1999 zette The Economist een iconisch beeld van twee van kop tot teen met olie bedekte arbeiders op zijn cover, met als titel Drowning in oil.

Negatieve olieprijs is ongezien

“De voorbije 150 jaar was er nooit eerder een negatieve prijs”, zegt Jim Reid, strateeg van Deutsche Bank. “Dat betekent dat een vat olie maandag minder kostte dan in 1870. De inflatie in de Verenigde Staten steeg de voorbije anderhalve eeuw met 2870 procent en Amerikaanse aandelen werden over die periode 31.746.505 procent meer waard. Dat is verbijsterend. Als iemand een ander voorbeeld weet van financiële activa die minder waard zijn dan 150 jaar geleden, of zelfs maar 100 of 50 jaar geleden, laat het mij weten.”

Jim Reid komt op basis van de prijshistoriek van ruwe olie ook tot de conclusie dat de olieprijs op de lange termijn de inflatie volgt, maar ook niet meer dan dat. “Olie heeft op de lange termijn niet hetzelfde rendement van aandelen, die het beter doen dan de inflatie. De pieken die we gezien hebben in de jaren zeventig en net voor en net na de wereldwijde financiële crisis zijn de uitzonderingen, die de regel bevestigen dat olie op de lange termijn de inflatie volgt.”

De oliesector incasseert klappen uit twee hoeken. Tot voor kort waren de Saudi’s en de Russen in een steekspel verwikkeld met als inzet zo veel mogelijk marktaandeel op de oliemarkt in te palmen. Sinds 10 april is er een akkoord tussen de olieproducerende landen om de olieproductie te verminderen, maar de vraag is bijna evenveel gedaald als de historische productieknip van de OPEC+. het akkoord treedt ook pas op 1 mei in werking. “Vanaf dan zouden het aanbod en de vraag weer meer in evenwicht moeten zijn”, denkt Jean-Benoît Schrans.

Vranken: “De oliesector kreeg een double whammy door het surplus aan olie dat op de markt kwam en de vrije val van de vraag naar olie. Er zijn niet zoveel opties om eruit te geraken: meer opslag mogelijk maken of de productie verminderen. Onlangs waren er geruchten dat de Amerikaanse overheid de opslagruimte voor de strategische reserves zou ter beschikking stellen aan de Amerikaanse olie-industrie. Meer consolidatie in de sector – en dus minder productie – is een andere optie, als reuzen zoals Chevron en Exxon bereid zijn de brokken te lijmen. Er mag geen twijfel over bestaan dat er een bloedbad plaatsvindt in de Amerikaanse schalieoliesector.”

Negatieve prijs aan de pomp is onmogelijk

De prijs van ruwe olie wordt bepaald door verschillende factoren, zoals het samenspel tussen vraag en aanbod, het tempo van de economische groei, geopolitieke spanningen, enzovoort. Jean-Benoît Schrans merkt op dat de olieprijs op de internationale markten maar voor een klein stukje doorsijpelt in de prijs van benzine, diesel en stookolie voor particulieren in ons land. “Bovendien kan het een paar dagen duren vooraleer er een impact is aan de pomp.”

“Ongeveer de helft van de prijs die de Belgische consument betaalt, bestaat uit taksen: accijnzen en btw”, zegt Jean-Benoît Schrans. “Daarnaast zijn er nog distributiekosten, die niet bepaald worden door de vraag en het aanbod.” De prijs van de ruwe aardolie maakt uiteindelijk slechts 25 à 30 procent van de prijs uit die Belgische consumenten betalen om de brandstoftank van hun auto te vullen.

Dat verklaart waarom de prijs aan de pomp dit jaar niet gedeeld door drie is gegaan, zoals de prijs van een vat ruwe olie. “De economie is bijna tot stilstand gekomen, maar er rijden wel nog altijd wagens en vooral veel vrachtwagens”, merkt Schrans nog op. “Wij merken vooral dat de vraag naar benzine in België fors is gedaald, veel meer dan de vraag naar diesel.” De prijs van diesel zit op het laagste peil sinds 2016. Toevallig gelden sinds deze week nieuwe regels waardoor er meer duurzame – en ook duurdere – brandstoffen in de transportbrandstoffen moeten worden gemengd. Dat had een opwaarts effect op de prijs aan de pomp. De prijs van gasolie verwarming is het laagst sinds de start van de prijshistoriek op de website van de Petroleumfederatie.

Olieproducenten versus olieconsumenten

België is een grote verbruiker van olie. We hebben een uit de kluiten gewassen chemiecluster, waarvoor olie een belangrijke grondstof is, die nu goedkoper zal worden. Voor olieproducenten kan een te lage olieprijs faliekant aflopen. De dividenden van de oliemajors zijn maar voor de helft gedekt bij een olieprijs van 35 dollar. Het Noorse Equinor (ex-Statoil) verlaagde vandaag als eerste oliemajor zijn dividend met twee derde. Maar de oliereuzen zijn tegenwoordig niet alleen als ze hun dividend moeten schrappen. Zeer veel bedrijven schrapten de winstuitkeringen veiligheidshalve om cash op zak te houden voor de onzekere tijden die we nog tegemoet gaan.

Niet enkel bedrijven, maar ook landen kunnen in de problemen komen als de olieprijs op dit lage niveau blijft. Zelfs een prijs van 30 of 40 dollar voor een vat Brent-olie is te weinig om de begroting te doen kloppen van landen zoals Saudi-Arabië, Venezuela, Oman, Angola en eigenlijk zowat elk ander olieproducerend land. Waar het ene land nog ruimte heeft om te snoeien in de uitgaven of geld te lenen op de financiële markten, heeft het andere land die ruimte niet meer. Algerije, Angola, Iran, Irak en Nigeria zijn de meest voor de hand liggende slachtoffers, waar een zware economische crisis dreigt als de olieprijs niet herstelt.

De schommelingen van de olieprijs worden vaak omschreven als een zero sum game. Wat de olieproducerende landen verliezen aan inkomsten, zijn besparingen voor de olieconsumerende landen. Maar als bedrijven en zelfs landen op de rand van de afgrond of in de afgrond terechtkomen, zullen we zien hoe ver de echo’s van die debacles reiken.

In financiële ademnood? Verander ook eens van energieleverancier

De historisch lage olieprijs heeft ook gevolgen voor onze elektriciteits- en aardgasfactuur. Hier leest u er alles over. Zeker voor wie het financieel wat moeilijker heeft door de coronacrisis is het een aanrader om nog eens na te kijken of er geen goedkoper energiecontract op de markt is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content