De regering-Jambon en de portemonnee van de Vlaming

© Belga Image
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De woonbonus gaat op de schop en wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door lagere registratierechten. Er komt een cadeautje in de erfbelasting voor wie iets wil nalaten aan vrienden en dienstencheques worden duurder.

“De woonbonus heeft perverse effecten gehad op de woningmarkt. Die belastingvermindering heeft de woningprijzen omhoog gejaagd”, benadrukte Jan Jambon (N-VA) op de voorstelling van het regeerakkoord aan de pers. De afschaffing van de woonbonus vanaf 1 januari 2020 werd al aangekondigd in de startnota van Bart De Wever (N-VA) en staat ook in het regeerakkoord.

“We verschuiven tijdens deze bestuursperiode het fiscale voordeel van het hebben van een woning naar het verwerven van een woning”, herhaalde Jambon bijna woordelijk wat De Wever in zijn nota schreef. Vanaf 1 januari 2020 dalen de registratierechten voor de aankoop van de gezinswoning van 7 naar 6 procent, ter compensatie van het verlies van de woonbonus. Van een volledige compensatie is lang geen sprake.

Wie een bestaande woning koopt, kan het tarief van de registratierechten nog doen zakken naar 5 procent door een grondige renovatie die de energieprestaties van de woning verbetert. “We stimuleren de renovatie van woningen, zodat ze minder energie gebruiken en CO2 uitstoten”, klinkt het in de samenvatting van het regeerakkoord.

Het wordt dus iets goedkoper om een woning te kopen. 1 procentpunt minder registratierechten betekent bij de aankoop van een woning van 300.000 euro een belastingbesparing van 3000 euro, bij de aankoop van een woning van 400.000 euro is dat 4000 euro, enzovoort. Hoe hoger het aankoopbedrag, hoe groter dus de besparing.

Reacties van fiscalisten

“De verlaging van de registratierechten weegt niet op tegen het verlies van de woonbonus”, vindt fiscaal advocaat Michel Maus van Bloomlaw. “Op de lange termijn lijkt dit op een verkapte besparing voor de overheid.” Ook Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer, zit op hetzelfde spoor: “Op termijn is dit een besparingsoperatie. Je moet een kat een kat noemen.”

“Ik vind het ook niet rechtvaardig dat het fiscaal voordeel hoger is naargelang de waarde van de woning hoger is”, zegt Maus. “In Brussel krijgt elke koper van een eigen woning een vrijstelling van registratierechten op de eerste schijf van 175.000 euro van het aankoopbedrag. Iedereen krijgt hetzelfde. Dat is een eerlijker systeem.”

Vandaag is er in Vlaanderen wel al een vrijstelling van registratierechten op de eerste 80.000 euro bij de aankoop van een bescheiden woning van 200.000 euro of minder, of 220.000 euro in de Vlaamse kernsteden of de Vlaamse rand rond Brussel. Het zou best kunnen dat er nog gemorreld wordt aan die vrijstelling of dat er een plafond komt op het aankoopbedrag van de woningen waarop de 6 procent registratierechten van toepassing kan zijn. De pers moet het voorlopig stellen met een samenvatting van het regeerakkoord. Het 300 pagina’s tellende regeerakkoord wordt pas morgen of een van de komende dagen vrijgegeven. Wellens voegt eraan toe dat er in de uitwerking van de wetteksten naar het einde van het jaar ook altijd nog verrassingen opduiken.

Een koppel met drie kinderen ten laste dat leent voor de enige en eigen woning, heeft het meeste te verliezen met de afschaffing van de woonbonus. Zij hebben gedurende tien jaar recht op twee verhogingen van de belastingvermindering waarop de woonbonus recht geeft. Daardoor stijgt het basisbedrag van 608 euro per jaar en per belastingplichtige tot 944 euro per jaar per belastingplichtige. We spreken dus over een totaal van 18.880 euro aan uitgaven voor intrestbetalingen en kapitaalaflossingen die het koppel gespreid over tien jaar kan recupereren met een belastingvermindering.

De meeste leningen lopen langer dan tien jaar. Er worden ook nog gemeentebelastingen uitgespaard, dankzij de belastingvermindering van de woonbonus. Voor een doorsnee woonkrediet op 20 jaar levert de woonbonus voor een koppel een belastingbesparing van 32.500 euro op, berekende Wellens.

Een erfenis voor vrienden

In de samenvatting die de N-VA naar de journalisten stuurde, staat ‘de vriendenerfenis in de erfbelasting’ in een rijtje met enkele belastingverlagingen. In de samenvatting van Open VLD staat meer uitleg. “Lagere erfbelastingen: iedereen zal tot 12.500 euro kunnen nalaten aan vrienden aan het tarief van de rechte lijn in het kader van een samenlevingsneutraal en dus singlevriendelijker beleid”, lezen we op de website van die partij.

Van de ‘volledige vrijstelling voor de langstlevende echtgenoten en wettelijke samenwonenden alsook voor de inwonende kinderen tot 18 jaar’ die in de informateursnota stond, is er geen sprake meer. In een voorstel tot hervorming van de erfbelasting van Michel Maus en zijn collega Mark Delanote uit 2016 werd het idee gelanceerd om drie best friends forever of BFF’s aan te wijzen die zouden kunnen erven tegen de laagste tarieven, die normaal enkel gelden voor partners, kinderen en andere erfgenamen in rechte lijn.

“De weg is 1000 mijl, maar het eerste stapje is gezet”, reageert Maus. “Het gaat om een klein bedrag. Er was blijkbaar niet meer marge in het politieke compromis, maar het is wel een belangrijk symbool. Er zijn steeds meer alleenstaanden, eenoudergezinnen en mensen in langeafstandsrelaties. Daar moet je als maatschappij rekening mee houden.”

Duurdere dienstencheques

Een dienstencheque zal nog altijd 9 euro per cheque kosten, maar de belastingvermindering daalt met 90 cent. In plaats van 2,7 euro per cheque zal je voortaan slechts 1,8 euro kunnen terugkrijgen via de belastingafrekening. Pro memorie, met zo’n cheque kan je één uur dienstverlening kopen van een poets- of een strijkdienst. Elke belastingplichtige kan 167 cheques per jaar fiscaal in mindering brengen. Wie dat maximaal aftrekbare aantal dienstencheques bestelt, betaalt vanaf volgend jaar dus in totaal iets meer dan 150 euro extra voor het poetsen en het strijken, of ruim 300 euro per koppel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content