Wees voorzichtig met wijzigen van verzekeringsbeleggingen

© iStock

Als je bankier aanraadt om van een tak 21 over te stappen naar een tak 23, dan is dat niet zonder risico’s.

De klant van een bank heeft in 2007 een tak 21-verzekering afgesloten. Het gaat om een verzekeringscontract waarin hij een eenmalige som van 50.000 euro heeft belegd.

Beschermd kapitaal

Kenmerkend voor een tak 21 is dat het ingelegde kapitaal beschermd is na aftrek van kosten. Als je bijvoorbeeld 100 euro belegt, dan worden er zowel een verzekeringstaks van 2 procent als een instapkost van 2 à 5 procent afgetrokken. De verzekeringstaks van 2 procent gaat naar de staat; de instapkost gaat naar de bank.

Van de 100 euro wordt er op die manier bijvoorbeeld slechts 96 euro belegd. Deze 96 euro is meteen beschermd; je bent er dus zeker van dat je deze 96 euro ook effectief zal terugkrijgen als jet er later uitstapt.

Gewaarborgd rendement

Een tak 21 heeft een tweede belangrijk kenmerk, namelijk dat je zeker bent van een gewaarborgde opbrengst. Vandaag de dag zijn deze opbrengsten iets hoger dan die op een spaarboekje, ongeveer 1 procent. Bovenop dit gewaarborgd rendement kan er een winstsbonus komen in functie van de resultaten van de verzekeraar. Deze winstbonus is dus niet gegarandeerd.

Je hebt ook tak 21-verzekeringen die enkel het ingelegd kapitaal beschermen, en soms een winstbonus geven. Het gaat hier om zogenaamde 0%-contracten waarvan de winstbonus niet zeker is, maar mogelijk hoger is dan bij gewone contracten.

Geen roerende voorheffing

De opbrengsten van een tak 21 zijn vrijgesteld van roerende voorheffing als het ingelegd kapitaal meer dan 8 jaar wordt aangehouden. Vraag je het kapitaal op binnen de 8 jaar, dan betaal je de roerende voorheffing (27% vanaf 1 januari 2016). Bij onze bankklant is deze periode van 8 jaar voorbij. Hij zou dus het kapitaal zonder roerende voorheffing kunnen opvragen.

Omzetting

Omdat de gewaarborgde rente op een tak 21-verzekering momenteel laag is en dus bijna niets meer opbrengt, raden nogal wat bankiers/verzekeraars hun klanten aan om van een tak 21 over te stappen naar een tak 23-verzekeringsbelegging. Als ze dit vóór 31 december 2015 doen, dan krijgen ze soms bij de bank de commerciële toegift dat ze geen instapkosten moeten betalen of dat ze de verzekeringstaks terugbetaald krijgen.

Mogelijk meer opbrengst

Een argument om een tak 21 om te zetten in een tak 23 is dat een tak 23 een hogere opbrengst kan opleveren dan een tak 21. Dit is mogelijk omdat het ingelegd geld wordt gestort in onderliggende beleggingsfondsen. Weet echter dat de opbrengst van deze fondsen niet gewaarborgd is, in tegenstelling tot een tak 21-verzekering waar je wel een gewaarborgd rendement hebt.

Het is zelfs mogelijk dat je een deel van het ingelegd kapitaal in een tak 23 verliest. Je hebt dus ook geen kapitaalbescherming. Je betaalt net zoals bij een tak 21 een verzekeringstaks van 2 procent en instapkosten wanneer je geld belegt in een tak 23. Voordelig is dat je geen roerende voorheffing betaalt als je (een deel van) het kapitaal opvraagt, ook niet binnen de 8 jaar.

Bezin eer je begint

Besef dat het overstappen van een tak 21 naar een tak 23 niet zonder risico’s is. In ruil voor een potentieel hogere opbrengst, loop je wel een kapitaalrisico. De waarde van de onderliggende fondsen kan immers zowel positief als negatief evolueren en dit afhankelijk van de evolutie van de financiële markten en van de beleggingsstrategie die elk fonds toepast.

Heb je een fonds dat ook belegt in obligaties, hou dan ook rekening met een renterisico. Dit betekent dat je een verlies maakt bij een afkoop bij een gestegen marktrente. Als je onderliggend fonds belegt in een vreemde munt, dan heb je eveneens een wisselrisico. Dit betekent dat je riskeert een deel van het ingelegde kapitaal te verliezen indien de vreemde munt ongunstig evolueert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content