De overheid zal bij de berekening van de speculatietaks toch rekening houden met de minwaarden in de beleggingsportefeuille. Al hangen daar wel voorwaarden aan vast.
Wie vanaf volgend jaar zijn aandelen, opties en warrants binnen de zes maanden na de aankoop weer van de hand doet, moet op de meerwaarde een speculatietaks van 33 procent betalen. Volgens het oorspronkelijke akkoord wordt geen rekening gehouden met minwaarden. Daar komt verandering in.
Op verzoek van minister van Financiën Johan Van Overtveldt heeft de ministerraad gisterenavond een akkoord bekrachtigd dat de minwaarden toch aftrekbaar maakt. “Bij verschillende transacties in één aandeel in een periode van zes maanden zullen we wel rekening houden met verliezen en dus een nettopositie berekenen”, zo heeft het kabinet van de minister aan De Tijd bevestigd.
Geen wisselkoerseffecten
De minister benadrukt dat de speculatietaks geen rekening houdt met wisselkoerseffecten. Wie vanaf januari een meerwaarde boekt op een Amerikaans aandeel, maar die winst ziet wegsmelten door een zwakkere koers van de dollar, zal toch een speculatietaks moeten betalen.
Ook voor de bankensector heeft de regering slecht nieuws. Ze weigert een overgangsperiode in te voeren omdat “de taks al geruime tijd op voorhand bekend was gemaakt en er voortdurend overleg was met de sector”.
Kritiek van de Raad van State
De speculatietaks doet de emoties al een tijdje hoog oplaaien. Onder meer de Raad van State uitte er deze week kritiek op, onder meer omdat er een vrijstelling is voor vennootschappen en fondsen. “Ook zij speculeren op de beurs. Waarom worden zij niet onderworpen aan deze belasting? De vennootschapsbelasting is geen afdoende uitleg”, luidt het. Volgens de Raad van State heeft de taks als doel speculatie te ontmoedigen, en moet die dus toegepast worden op alles en iedereen die speculeert.
Daarnaast vindt het adviesorgaan het ongehoord dat de regering overweegt de taks ook toe te passen op andere beleggingsproducten, zoals turbo’s. Volgens de Raad van State is zo’n uitbreiding een aanzienlijke aanpassing, die moet worden goedgekeurd door het parlement.
“Die kritiek geeft geen onoverkomelijke problemen”, reageert minister Van Overtveldt. “De regering is van plan de komende dagen de definitieve versie naar het parlement te sturen, zodat de invoering zoals gepland op 1 januari 2016 door kan gaan.”
