De zinksmelter sloot de eerste zes maanden van het jaar af met een nettoverlies. Dit verlies verbergt echter de sterke prestatie van de zinkmijnen in een moeilijke economische omgeving.
Het afgelopen kwartaal leed Nyrstar onder de daling van zijn verkoopprijzen. Een ton zink, het belangrijkste product van de groep, werd in de eerste jaarhelft verhandeld aan een gemiddelde prijs van 1977 dollar (-4%). De prijs van zwavelzuur, een belangrijk bijproduct, zakte met 20% ineen na de recordprijzen in 2011.
Door een staking in Balen/Overpelt, en onderhoudswerken op de sites in Budel en Port Pirie zakten de productievolumes voor zink (-4%), lood (-9%) en zwavelzuur (-3%). De bruto bedrijfswinst (ebitda) voor de raffinagedivisie zakte met 32% tot 79 miljoen euro.
Zoals verwacht presteerde de mijnbouwactiviteiten zeer sterk. De productie van mineralen steeg met 91% door de overname en ontwikkeling van nieuwe sites. De ebitda voor de mijnbouwdivisie steeg met 115% tot 56 miljoen euro.
De ebitda van 111 miljoen euro voor de volledige groep in de eerste jaarhelft heeft analisten echter ontgoocheld. Zij rekenden op een minder sterke daling in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar (ebitda van 123 miljoen euro). Het nettoresultaat dook in het rood (32 miljoen euro verlies of -0,18 euro per aandeel). Oorzaak is een stijging van de energiekosten, de financieringskosten (door de dure overnamepolitiek) en een afwaardering van 17 miljoen euro.
Beleggers concentreren zich vandaag duidelijk op de goede resultaten van de mijnbouwdivisie, het hart van de onderneming, dan op het ontgoochelende totaalresultaat. Toch staat het aandeel sinds begin dit jaar nog altijd 45% lager.
Cédric Boitte
www.accioz.be
