Pedro Matthynssens

‘Koude spaghetti door de bitcoin’

Pedro Matthynssens Columnist

Het is een vrijdagavond in februari. Voor mij staat een bord spaghetti. Naast mij zit mijn zoon William. Vanachter zijn glas Bière des Amis 0,0% besluit hij dat het moment is aangebroken om zijn oudeheer nog eens op zijn paard te krijgen. Zijn favoriete onderwerp daarvoor: cryptocurrency.

William: “Het ziet er goed uit, papa.”

Ik: “Bedoel je de spaghetti? Bedankt, zoon.”

William: “Nee, ik bedoel mijn investering in bitcoins. Die scheert hoge toppen.”

(Korte stilte. Ik probeer me niet uit mijn tent te laten lokken.)

William: “In 2017 was ik te nonchalant en hield ik ze te lang. Dat zal me deze keer niet overkomen.”

(Ik verbreek de stilte.)

Ik: “Dus je gaat verkopen om winst te nemen?”

William: “Waarom?”

Ik: “Het lijkt me nu een goed moment. Dat Elon Musk zopas 1,5 miljard dollar in bitcoin investeerde en eraan toevoegde dat je er binnenkort je Tesla mee kunt betalen, is toch wel een unieke gebeurtenis. Er zijn niet zoveel andere gekken met het vermogen van Musk die dat zullen herhalen.”

(Op dat moment heeft William gehoopt. Hij heeft mijn paard keurig gezadeld en nu is het moment aangebroken om zijn oude heer naar draf te begeleiden.)

William: “Nee hoor, ik verkoop niet. Musk mag dan wel gek zijn, dom is hij niet. De betaalplatformen PayPal en Square maakten het vorig jaar al mogelijk om bitcoin te kopen en dat heeft voor een instroom van veel geld gezorgd. Zelfs Mastercard ondersteunt bitcoin. De bitcoin zal nooit nog onder de 3000 dollar zakken.”

(Het spel zit op de wagen.)

Koude spaghetti door de bitcoin.

Ik: “Het volume betalingen in bitcoin is klein en de kosten zijn heel hoog. Het is trouwens technologisch onmogelijk met bitcoin meer dan vijf transacties per seconde te doen. En dan die volatiliteit. In één dag gaat het soms 10 procent naar boven of beneden. Ik las over iemand die in 2016 een huis met bitcoin had gekocht voor 1,6 miljoen dollar. Had hij die bitcoins gehouden, dan zouden ze nu 128 miljoen waard zijn. Daar word je toch ziek van.”

(Mijn spaghetti wordt koud, mijn paard gaat sneller.)

Ik: “Het is toch heel verdacht dat bitcoin bijna 360 procent winst oplevert in één jaar. Alle bitcoins zijn nu al 877 miljard dollar waard. Dat is dubbel zoveel als JP Morgan en acht keer zoveel als Goldman Sachs op de beurs waard zijn.”

William: “Met JP Morgan is nochtans niet mis, want ze hebben zopas aangekondigd dat ze voor hun cliënten de handel in bitcoin ondersteunen. Goldman Sachs zegt me niks, waarschijnlijk omdat ze niet met bitcoin bezig zijn.”

Ik: “Bitcoin wordt gebruikt door hackers, kunstvervalsers, belastingontwijkers, terroristen en mensenhandelaars. Hoe betrouwbaar is dat? Er is geen instelling die voor jou garant staat als je verlies lijdt of die je compenseert als je bestolen wordt.”

William: “Ik heb meer vertrouwen in het gedecentraliseerde internet dan in een centrale bank. Er kunnen nooit meer dan 21 miljoen bitcoins in omloop komen. Een kwart van alle dollars is vorig jaar gecreëerd door de Fed. De kans op inflatie is dus groot. Als de dollar of de euro straks veel minder waard is, komt de centrale bank of geen enkele andere bank jou helpen.”

(Ik wil het laatste woord hebben.)

Ik: “Dan zijn we terug bij het begin. Ik zeg alleen maar: pas op je tellen. De hefboomfondsenmanager George Soros zei ooit dat hij er op het hoogtepunt van zijn fonds ook als de kippen bij was om mee te doen met elke investeringsbubbel en extra olie op het vuur te gieten. Hij wist dat dit heel lucratief kan zijn… als je tenminste op tijd weer vertrokken bent.”

(William checkt zijn smartphone en glimlacht.)

William: “De magische grens van de 50.000 dollar is overschreden, papa.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content