Geert Van Herck

Geert Van Herck: ‘Brusselse beurs is niet goedkoop meer’

Crelan heeft de verkoop van Keytrade Bank aan de Franse bank Crédit Mutuel Arkéa afgerond. Voor de hoofdstrateeg van de internetbank, Geert Van Herck, is het business as usual. Hij vindt dat beleggers meer koopjes kunnen vinden in Zuid-Europa, in Frankrijk en het VK dan in België.

Elke maandag schotelen we drie vragen voor aan een econoom of strateeg die zijn licht laat schijnen over enkele actuele thema’s. Vandaag: Geert Van Herck, hoofdstrateeg bij Keytrade Bank.

We zijn bijna halfweg het jaar en de Bel-20 staat nog altijd bijna 5 procent lager dan eind vorig jaar. Mogen beleggers nog een positieve return verwachten dit jaar?

Geert Van Herck: “Hoe we het ook draaien of keren : de koersontwikkeling van de Brusselse beurs zal nauw samenhangen met de koersontwikkeling op Wall Street. De grafieken van de S&P 500 en de Dow Jones zijn op dit ogenblik bijzonder interessant : sinds meer dan een jaar noteren deze indices zijwaarts en het lijkt erop dat er een opwaartse uitbraak uit de consolidatiezone voor de deur staat. Een opwaartse uitbraak zou positief zijn en dit effect zullen we ook in Europa voelen. Dit is vooral voor de korte termijn interessant.”

“Op lange termijn is de waardering van de Brusselse beurs ten opzichte van andere Europese landen en andere regio’s van groot belang. De Brusselse beurs is niet meer echt een koopje. In Europa zijn er tal van beurzen die goedkoper gewaardeerd worden. We denken dan aan de Zuid-Europese landen, Frankrijk en het VK. Op basis van drie waarderingsratio’s: de verhouding tussen koers en winst (K/W), koers en boekwaarde en dividendrendement zijn deze landen interessanter dan België. En dan zwijgen we nog van de groeilanden die door hun huidige, lage waarderingen enorm interessant ogen.”

Vorige week kwam het oliekartel Opec niet tot een nieuw productieplafond. De olieprijs daalde daardoor opnieuw onder 50 dollar per vat. Hoe ziet u de prijs verder evolueren?

Het kan misschien paradoxaal klinken maar we zouden durven stellen : hoe hoger de olieprijs, hoe beter”

Van Herck: “Het kan misschien paradoxaal klinken maar we zouden durven stellen : “hoe hoger de olieprijs, hoe beter”. Een hoge olieprijs wijst op een sterke expansie van de wereldeconomie. Bij uitbreiding geldt dit natuurlijk voor alle grondstoffenprijzen. De val van de olie- en grondstoffenprijzen van de afgelopen twee jaar wijst eerder in de richting van een afkoelende wereldeconomie, ondanks de massale geldinjecties van de centrale banken. De stijging van de olieprijs van de afgelopen maanden zou dan ook positief teken moeten zijn.”

“Maar we vrezen dat het eerder om een technisch herstel gaat : de daling van de olieprijs leidde tot een extreem negatief sentiment onder oliebeleggers. Iedereen zat “short” op de olieprijs. Dat betekent dat ze speculeerden op een verdere daling van de olieprijs. Een ommekeer is dan vaak nabij en dat effect zien we nu. We zien de olieprijs de komende maanden eerder horizontaal bewegen, maar we sluiten een laatste finale dip en nieuwe dieptepunten niet uit.”

De Europese Centrale Bank begint vanaf volgende week bedrijfsobligaties op te kopen. Wat is het effect hiervan op de markten en kan een belegger erop inspelen?

Van Herck: “Na de aankondiging van de inkopen van bedrijfsobligaties, in maart, zagen we een koersopstoot van de index die de Europese bedrijfsobligaties volgt. De inkopen van de ECB zullen de koersen van bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit blijven ondersteunen. De belegger kan hierop inspelen door een tracker op deze index te kopen.

“Vergeet ook niet dat deze kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties nog wat meer rendement geven dan Europese staatsobligaties. In het universum van Europese obligaties zijn we van oordeel dat kwalitatieve bedrijfsobligaties samen met inflatiegelinkte obligaties de meest interessant beleggingen zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content