‘Er is te weinig kennis over de alternatieven voor het spaarboekje’

EWALD PIRONET EN MICHAËL VAN DROOGENBROECK "De spaarder zit tussen twee vuren." © Bjorn Comhaire
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

Met een nieuw boek willen de financiële journalisten Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet mensen wijzen op de alternatieven voor het spaarboekje. “Op een aandeel dat in tien jaar 13 procent in waarde daalt, teken je nooit in. Maar we zetten wel al ons geld op een spaarrekening.”

Ewald Pironet (Knack) en Michaël Van Droogenbroeck (VRT) geven in hun boek Investeren in de tweede helft van je leven een overzicht van wat mensen met hun geld kunnen doen. Ze hopen de lezers aan te moedigen om goed na te denken over de opbouw van hun vermogen. “Er is te weinig kennis over de alternatieven voor het spaarboekje. Dat is de rode draad door ons boek”, zegt Michaël Van Droogenbroeck.

Waarom is het een boek specifiek bestemd voor mensen die in de tweede helft van hun leven komen?

EWALD PIRONET. “Omdat je in de tweede helft van je leven plots meer kunt sparen. Dat heb ik zelf ervaren. Mijn twee dochters zijn het huis uit en de lening op mijn huis is afgelopen. Dan beschik je plots over meer geld.”

In het boek noemt u dat de midlifeboost.

MICHAËL VAN DROOGENBROECK. “Rond je 40ste of 45ste beginnen je vaste kosten te dalen, terwijl je inkomen stijgt door je anciënniteit. Daardoor ontstaat een overschot. Dat zien we in alle inkomenscategorieën. Dat moment valt vaak samen met de periode waarin je ook een midlifecrisis kunt krijgen, vandaar.”

PIRONET. “Daar komt bij dat je naarmate je ouder wordt – ik ben nu 59 – geconfronteerd wordt met je pensioen en met de kosten die je ouders hebben, bijvoorbeeld voor een woon-zorgcentrum. Dat zet je aan het denken. Bij mij kwamen die momenten samen: enerzijds krijg je meer geld, anderzijds besef je dat je na je pensioen minder geld zult hebben. Die twee moet je op elkaar afstemmen.

VAN DROOGENBROECK. “De oefening die wij in het boek maken, maken bankiers ook. Zij nodigen mensen uit die wat gespaard hebben en brengen daar hetzelfde verhaal over de lage rente en het inleveren van koopkracht. Alleen leiden die gesprekken vaak naar een fonds van die bank. Dat willen wij voorkomen: wij tonen alle mogelijkheden. Onze journalistieke achtergrond helpt om objectief de voordelen, de risico’s en de nadelen te beschrijven.”

Vaak wordt gezegd dat de financiële kennis van jongeren bedroevend is, maar dat is dus niet veel beter bij mensen die de tweede helft van hun leven bereiken.

PIRONET. “Helemaal niet. Het is niet zo dat mensen naarmate ze ouder worden over meer kennis beschikken. De kennis blijft pover.”

Welke belangrijke beslissingen moet iemand nemen als hij voor de tweede helft van zijn leven staat?

VAN DROOGENBROECK. “Het belangrijkste is dat je beseft dat je inkomen bij je pensioen plots zakt naar 60 procent van het gemiddelde loon.”

PIRONET. “Bovendien doen de meeste mensen aan pensioensparen, waardoor ze op hun 65ste een zak geld krijgen. Dat bedrag is bedoeld om die inkomensval op te vangen. Maar wat doe je met dat geld, dat je eigenlijk moet spreiden over de rest van je jaren? Dat is een belangrijke beslissing.”

Bent u verrast door het blijvende succes van het spaarboekje in ons land?

VAN DROOGENBROECK. “Mij verbaasde vooral dat geld dat tien jaar op een spaarrekening heeft gestaan, 13 procent aan koopkracht is verloren. Op een aandeel dat in tien jaar 13 procent in waarde daalt, teken je nooit in. Maar we zetten wel al ons geld op een spaarrekening.”

PIRONET. “Het spaarboekje blijft ook zo succesvol omdat we worden opgevoed met het idee dat we goed moeten sparen. Over de andere mogelijkheden hoor je niets. We worden er nooit toe aangezet zelfs maar te overwegen iets anders te doen met een deel van ons geld.”

VAN DROOGENBROECK. “Het is natuurlijk niet slecht dat mensen sparen. Alleen klopt het niet dat het de enige optie is.”

Alleen vastgoed is even populair als het spaarboekje.

VAN DROOGENBROECK. “Ik heb het altijd vreemd gevonden dat mensen die risico’s schuwen, wel blind vertrouwen op bakstenen. Als je al je geld steekt in één appartement om het te verhuren, zijn daar ook risico’s aan verbonden.”

PIRONET. “Vooral de eerste woning wordt gezien als een soort pensioenpijler. Het idee erachter is dat je door te huren iemand anders rijk maakt. Misschien is die redenering niet volledig fout.”

Is de grootste misvatting niet dat de vastgoedprijzen zullen blijven stijgen?

VAN DROOGENBROECK. “Mensen kijken naar het verleden, maar rendementen uit het verleden zeggen niets over de toekomst. Tegelijk kunnen we alleen maar vaststellen dat de prijzen blijven stijgen, ondanks de coronacrisis en maatregelen zoals de afschaffing van de woonbonus.”

PIRONET. “De lage rente speelt daarin een enorme rol. De mensen vragen zich af waarom ze niet zouden lenen tegen minder dan 1 procent. Dat drijft de vastgoedprijzen almaar hoger, tot misschien wel onrealistische bedragen. Daarom waarschuwt de Nationale Bank geregeld dat de markt wat overgewaardeerd is.”

VAN DROOGENBROECK. “Hoe absurd ook, de tastbaarheid is ook altijd een groot argument. Een aandeel kun je niet vasthouden, bakstenen wel. Die kun je zien en ze blijven staan.”

In uw boek bespreekt u de belangrijkste beleggingscategorieën. Is de algemene boodschap dat het nooit te laat is om te beleggen?

VAN DROOGENBROECK. “Je hebt ideaal een lange horizon, en op je tachtigste is die natuurlijk korter dan op je veertigste. Vooral met aandelen kun je die lange termijn echt uitspelen.”

PIRONET. “Maar ook op je tachtigste kun je nog in aandelen beleggen. Als je toch wat geld overhebt, kun je het misschien beleggen voor je kinderen of kleinkinderen.”

Raakt de Belg ooit over de beurstrauma’s van Lernout & Hauspie en Fortis heen?

VAN DROOGENBROECK. “Ik denk het niet. Enfin, die generatie toch niet. Ik begon het financiële nieuws te volgen rond de tijd van de grote aandeelhoudersvergaderingen van Fortis. Het beeld dat mij voor ogen staat, is die massa kalende middenklassers, van wie velen ook al veel geld hadden verloren aan Lernhout & Hauspie. Die dossiers hebben in ons land een collectief trauma veroorzaakt. Ook bij wie geen aandelen had, want ook zij hebben die verhalen gehoord.”

Hoe moeilijk is het voor de mensen in de tweede helft van hun leven dat obligaties niets meer opbrengen? Vroeger kon je daarmee op een vrij veilige manier toch een mooi rendement halen.

VAN DROOGENBROECK. “Guy Lerminiaux (aandelenspecialist bij Degroof Petercam, nvdr) maakt in het boek een mooie vergelijking met een zeilboot, waarin je vooruitkomt dankzij aandelen, terwijl obligaties je op koers houden. Wel, dat wordt de komende jaren moeilijk.”

Dat betekent dat je al veel risico moet nemen, om het verlies op het spaarboekje te compenseren en wat extra pensioen op te bouwen.

PIRONET. “Dat klopt. Het is gewoon heel moeilijk vandaag. Enerzijds heb je alle spaar- en beleggingsvormen die rente opbrengen, maar die rente is extreem laag. Anderzijds heb je de alternatieven, zoals vastgoed en aandelen, maar die zijn heel duur. Tussen die twee vuren zit de spaarder-belegger gekneld. Net daarom is het zo belangrijk dat er een boek is dat uitlegt welke de risico’s zijn.”

VAN DROOGENBROECK. “Mensen vragen ons waarom er geen gouden tip in het boek staat. De gouden tip bestaat natuurlijk niet. Dit is een oefening die ieder voor zichzelf moet maken. De omstandigheden zijn moeilijk, maar net daarom is het belangrijk alle opties te kennen.”

Michaël Van Droogenbroeck en Ewald Pironet, Investeren in de tweede helft van je leven, Lannoo, 336 blz., 24,99 euro

EWALD PIRONET EN MICHAËL VAN DROOGENBROECK
EWALD PIRONET EN MICHAËL VAN DROOGENBROECK “Fortis en Lernhout & Hauspie hebben in ons land een soort collectief trauma veroorzaakt.”© Bjorn Comhaire

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content