Debat over de toekomst van vermogensbeheer: ‘In de fondsenwereld doet de grootte er wel toe’

© Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Wanneer er weinig economische groei is, is het voor professionele beleggers moeilijk – maar niet onmogelijk – om geld te verdienen voor hun klanten. We vroegen drie belangrijke actoren in de sector hoe zij de komende jaren het verschil denken te maken.

Op de Trends Investment Summit, het grootste evenement voor professionals uit de fondsenindustrie in ons land, spraken we met drie heren die miljarden of zelfs tientallen miljarden beheren – en samen meer dan 60 jaar ervaring hebben – over de grote uitdagingen voor de sector.

Malcolm Smith van JPMorgan Asset Management, een van de grootste tien vermogensbeheerders ter wereld, levert het internationale perspectief. Vincent Hamelink van Candriam, een van de grootste Belgische vermogensbeheerders, bekijkt de zaken door een Belgische bril. Frédéric Degembe van ING Investment Office, ten slotte, spreekt vanuit een unieke positie: tussen fondsbeheerders en fondsverdelers in. Hij is een soort gatekeeper, die bepaalt welke fondsen uiteindelijk op het schap komen te liggen bij ING België, een van de grootste banken in ons land.

De voorbije weken werden we met onze neus op de feiten gedrukt. Er is een consolidatiegolf aan de gang, waarbij kleine en middelgrote spelers in het vermogensbeheer worden opgeslokt. Op 17 februari kondigde het Britse Jupiter Asset Management aan dat het Merian Global Investors – eveneens Brits – zou overnemen. De combinatie van de twee vermogensbeheerders is goed voor 65,2 miljard pond onder beheer. We hebben in 2019 wel meer gezien dat kleinere spelers de handen in elkaar sloegen om de uitdagingen voor de fondsensector samen te lijf te gaan.

Een dag later, op 18 februari, kondigde de Californische vermogensbeheerder Franklin Templeton aan concurrent Legg Mason uit Maryland in te lijven. Samen beheren de twee 1500 miljard dollar en ze creëren met deze deal een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld. De steeds strengere regelgeving ter bescherming van de consumenten en de moordende concurrentie met de goedkopere beursgenoteerde indexfondsen noopt de fondsenhuizen tot samenwerking.

Ze zeggen weleens dat de grootte er niet toe doet. Maar in vermogensbeheer lijkt schaalgrootte belangrijker te worden.

MALCOLM SMITH. “Wij merken in België en in Europa dat de verdelers van beleggingsfondsen, zoals banken, hun aanbod vereenvoudigen. Ze willen nog altijd met externe fondsenhuizen samenwerken, maar ze willen liever niet met zeer veel verschillende partners samenwerken. Ze moeten zeer veel informatie verstrekken en verzamelen over de beleggingsfondsen die ze aan klanten aanraden. Hoe meer partners, hoe moeilijker het voor de distributeurs wordt aan alle informatieverplichtingen te voldoen. Wij hebben schaalgrootte en we zijn een merk waarin banken vertrouwen stellen. We hebben de middelen om te investeren in technologie, in big data. Wij hebben zeer veel analisten wereldwijd. Wij hebben zeer veel verschillende producten. Wij zijn niet in alles het nummer één. Wij zouden het wel willen zijn (lacht).”

In Europa kregen beleggers vorig jaar dankzij de herziene beleggersrichtlijn MiFID nog beter zicht op de vergoedingen en wie die vergoeding uiteindelijk opstrijkt. Was dat een gamechanger voor de fondsensector en zorgt het voor minder instroom in beleggingsfondsen van huizen zonder eigen distributiekanaal?

FREDERIC DEGEMBE. “Banken die een eigen vermogensbeheerder hebben en een eigen gamma van fondsen met een redelijk volledig aanbod met verschillende beleggingsstijlen, regio’s en sectoren, zullen misschien meer geneigd zijn hun eigen fondsen in de kijker zetten. Het is een manier om hun eigen franchise te beschermen en zich ervan te verzekeren dat ze zelf de vergoedingen voor het beheer opstrijken. Bij ING hebben we geen eigen vermogensbeheerder met een volledig aanbod. Voor ons is niets veranderd. Wij kiezen de beste oplossingen in elke categorie van de beste vermogensbeheerders.”

VINCENT HAMELINK. “Hoe meer transparantie over de kosten, hoe beter voor het vertrouwen van de klant in de financieel adviseurs. De nieuwe spelregels veranderen het spel niet. Er zijn wel banken die nu onder hun eigen naam fondsen uitgeven, een soort van witte producten, maar het beheer van die fondsen wel nog altijd uitbesteden aan externe vermogensbeheerders. De banken staan nog altijd open voor fondsen van derden. Vermogensbeheerders kunnen nog altijd meerwaarde bieden op het gebied van duurzaamheid bijvoorbeeld. Financieel adviseurs en beleggers zijn ook op zoek naar gespecialiseerde activaklassen, die een meerwaarde betekenen in deze wereld van negatieve rentes, zoals hoogrentende obligaties of obligaties uitgegeven door groeilanden.”

De kostentransparantie heeft er ook voor gezorgd dat apart voor research moet worden betaald. Dat zou ertoe geleid hebben dat minder analisten in dienst zijn van de beurshuizen en dat ook minder aandelen, vooral kleine aandelen, gevolgd worden door analisten.

SMITH. “Wij denken door de nieuwe regels in Europa ook beter na over de externe research, van de zogenaamde sell-side-analisten. Hebben we die echt nodig? Zijn die rapporten van een goede kwaliteit? We spenderen in huis ook al 150 miljoen euro per jaar aan research, moeten we daarnaast nog veel research inkopen? We hebben door die grote investeringen in research ook een competitief voordeel. Als je een kleine shop bent, is dat moeilijker.”

Heeft die kostentransparantie ervoor gezorgd dat de particuliere beleggers minder kosten betalen?

HAMELINK. “De winstmarges staan duidelijk onder druk. Enerzijds profiteren de klanten van lagere vergoedingen en anderzijds moeten de vermogensbeheerders meer kosten maken, door regulering, door noodzakelijke investeringen in IT,… Er zal nog meer druk komen en daardoor zien we ook heel wat fusies en overnames in de sector.”

SMITH. “Bedrijven moeten efficiënt zijn. Er zullen nog kostenbesparingen komen, maar tegelijk moeten we ook blijven investeren om meerwaarde aan onze klanten te kunnen bieden. Tegelijkertijd eisen onze klanten steeds lagere kosten – zij zijn niet anders dan de klanten van andere bedrijven. Wij hebben onze vergoedingen laten zakken en de klanten besparen daardoor 200 miljoen euro per jaar.”

DEGEMBE. “Eén ding is zeker. De kosten zijn gewijzigd, zowel op het niveau van de distributeurs als op het niveau van de vermogensbeheerder. Het is geen toeval dat zo veel vermogensbeheerders hun capaciteit verkleinen, fuseren of personeel laten afvloeien.”

Er zijn studies die aantonen dat zeer weinig actieve fondsbeheerders erin slagen consequent de beursindexen te verslaan. Waarom moeten beleggers in fondsen beleggen en niet in indextrackers?

DEGEMBE. “Wij gebruiken in onze fund of funds zowel trackers als actief beheerde fondsen van verschillende huizen. Bij trackers heb je twee soorten, plain vanilla en smart beta, die ontwikkeld zijn volgens een bepaalde beleggingsfilosofie. Beide zijn nuttig, als ze juist ingezet worden. Het is moeilijk de Amerikaanse S&P500-index te kloppen. Dan zou een combinatie van een indextracker met een tracker die de prestaties van de groeibedrijven volgt, bijvoorbeeld een goed idee kunnen zijn, om de kosten laag te houden en de risico’s te spreiden. Er zijn echter ook regio’s of sectoren waar actief beheerde fondsen de voorkeur verdienen, omdat de markten inefficiënt zijn of de regelgeving rond duurzaamheid bijvoorbeeld snel verandert.”

Voor particuliere klanten is het soms moeilijk te weten of een bedrijf duurzaam bezig is. Is duurzaam beleggen vandaag dé manier voor professionele beleggers om meerwaarde te leveren?

HAMELINK. “We waren een van de pioniers in duurzaam beleggen, met een eerste duurzaam fonds in 1996. Het integreren van ESG-factoren verhoogt het verwachte rendement en verlaagt het risico. Er zijn bedrijven die oplossingen bieden tegen de opwarming van de aarde, bedrijven die innovatieve producten ontwikkelen voor een betere isolatie van gebouwen en huizen. Dat zijn sterk groeiende markten. Bedrijven die profiteren van duurzame langetermijntrends zullen waarde creëren. Bovendien willen steeds meer klanten weten wat met hun geld gebeurt. Stopt de fondsbeheerder geld in bedrijven die de energietransitie mee helpen te realiseren? Of zitten nog steeds fossiele brandstoffen en steenkool in de fondsenportefeuille? Een tracker op een beursindex maakt dat onderscheid niet.”

SMITH. “Onze klanten willen vaak praten over duurzaamheid of ESG, voluit environment, social and governance. Het is een essentieel onderdeel van het investeren en het analyseren van risico’s geworden. We willen dat bedrijven en sectoren het beter doen en moedigen meer duurzame praktijken aan. We willen ook dat de beleggers zich bewust zijn van de risico’s. Maar er zijn nog terreinen waarop we het verschil maken. We hebben expertise in domeinen waar de kleine belegger niet op eigen houtje in kan beleggen, zoals niet-beursgenoteerde bedrijven en Chinese bedrijven.”

Veelal moeten bedrijven aan zelfrapportering doen. Hoe weet u of een bedrijf oprecht duurzaam ondernemen hoog in het vaandel draagt en niet aan greenwashing doet?

SMITH. “Wij nemen niet zomaar aan wat bedrijven ons zeggen. Analisten – en ook fondsbeheerders – zijn cynische mensen. Wij hebben analisten en fondsbeheerders in huis die de bedrijven echt begrijpen. We hebben een standaardlijst met vragen die we overal stellen. We kunnen een rangschikking maken in een sector van bedrijven die meer of minder duurzame activiteiten ontwikkelen, maar we proberen ook een meer holistische beeld van het bedrijf te krijgen.”

HAMELINK. “We baseren ons niet enkel op dataleveranciers zoals Sustainalytics, MSCI of Moody’s, die de bedrijven inderdaad vragenlijsten voorleggen. Duurzaam beleggen is meer dan een aantal zaken afvinken. Wij praten met het management en met alle stakeholders, zoals klanten, leveranciers en werknemers. Wij doen dat liever zelf. We analyseren de businessmodellen en we houden rekening met de sector waarin ze actief zijn. Sommige beleggers willen bijvoorbeeld niet meer in de energiesector beleggen. Wij sluiten geen sectoren uit, maar kiezen voor de betere leerlingen van de klas. Wij willen weten hoe ze afval verwerken, vanwaar ze grondstoffen aanvoeren, wat hun visie is op gezondheid, enzovoort.”

DEGEMBE. “Er is een gebrek aan vergelijkbare kwantitatieve data en er is nood aan grote, professionele teams om de relevante data te verzamelen. Actieve vermogensbeheerders met voldoende onderzoekscapaciteit kunnen een meerwaarde bieden. Enkel bedrijven met een echt ESG-bewustzijn presteren beter dan de rest. Ze hebben een competitief voordeel en lopen vooruit op de regelgeving. Als we de traditionele beleggingsproducten vergelijken met ‘echte’ ESG-beleggingsproducten, dan presteren die over de voorbije vijf jaar altijd beter.”

Speelt technologie een belangrijke rol?

HAMELINK. “Technologie biedt fantastische kansen, zoals de mogelijkheid beter te communiceren met de distributeurs en de eindklanten. We hebben een robo advisor ontwikkeld, als hulpmiddel voor de adviseurs, private bankiers en distributeurs. AI, big data enzovoort zullen in de toekomst betere en stabielere prestaties van onze fondsen in de hand werken. Wij gebruiken nu al technologie om de ESG-profielen van bedrijven te analyseren.”

DEGEMBE. “Technologie zorgt ervoor dat de adviseurs sneller kunnen rapporteren aan hun klanten en tijd besparen. Er blijft meer tijd over om het risicoprofiel van de beleggers op te stellen, de beleggingshorizon te specifiëren en een gepersonaliseerde beleggingsportefeuille te ontwikkelen. Dat zijn de sleutelelementen in de prestaties.”

Particuliere beleggers hebben toegang tot veel meer informatie dan vroeger, door de technologische vooruitgang. Zijn professionele beleggers hun informatievoordeel kwijt?

SMITH. “Er is geen gebrek aan informatie, maar je moet die informatie kunnen interpreteren. We maken het verschil met onze inzichten. Een journalist is geen analist. Analisten moeten inzicht verwerven en hun meerwaarde bewijzen. Wat is ruis? Wat is belangrijk en wat niet? Als het erop aankomt te voorspellen waar de olieprijs vanavond zal staan, dan is uw gok even goed als de mijne. Wij maken voorspellingen over hoeveel geld bedrijven zullen verdienen op de middellange en de lange termijn. Als je de informatiefiche van een fonds bekijkt, dan staan daar de rendementen uit het verleden op. Het eerste rendement dat je ziet, is vaak het rendement van de voorbije maand. Beleggers worden bijna voorgeprogrammeerd om op korte termijn te denken.”

De vermogensbeheerder van de toekomst zal dus groot zijn en duurzaamheid hoog in het vaandel dragen. Nog iets?

SMITH. “Ik denk ook nog aan diversiteit. We zetten zwaar in op diversiteit in onze teams. We hebben niet enkel meer vrouwen aan boord dan onze concurrenten, maar we hebben ook diverse nationaliteiten in onze rangen. Het is wetenschappelijk bewezen dat diversiteit leidt tot betere beslissingen. Dat is net zoals je in een voetbalploeg verschillende type spelers moet hebben.”

Wie is wie?

Frédéric Degembe begon in 1999 te werken voor ING Investment Management en heeft dus 21 jaar ervaring in de financiële sector. Hij maakt deel uit van het recent opgestarte ING Investment Office Belgium, om een gamma van fund of funds of koepelfondsen te ontwikkelen. ING Investment Office beheert 4,5 miljard euro en adviseert klanten met meer dan 35 miljard euro.

Vincent Hamelink is chief investment officer van Candriam, dat 130 miljard euro in beheer heeft, waarvan 40 miljard euro van grote beleggers. Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring in vermogensbeheer. Hij stuurt de 200 economen en strategen van Candriam aan.

Malcolm Smith staat aan het hoofd van wereldwijde aandelen bij JPMorgan Asset Management en is ultiem verantwoordelijk voor het beheer van 110 miljard dollar van klanten. JPMorgan Asset Management heeft in totaal 2000 miljard dollar in beheer. Malcolm Smith is al 17 jaar actief in vermogensbeheer. Hij is van Schotland afkomstig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content