De biecht van de beleggingsadviseurs: ‘Je mag nooit liegen, maar je mag wel de waarheid verdraaien’

© Getty Images
Stefan Willems medeoprichter van de financiële blog Spaarvarkens.be

“Je mag nooit liegen, maar je mag wel de waarheid verdraaien.” Die woorden van mijn professor beleggingsadvies spoken tien jaar later nog altijd door mijn hoofd.

Gaan millennials anders met geld om dan babyboomers? We laten hen graag zelf aan het woord. Stefan Willems is een van de drie oprichters van Spaarvarkens.be.

“Mijn klantenbestand zou halveren als we elk jaar een factuur zouden sturen met een overschrijvingsformulier voor de kosten, zoals dat in veel andere industrieën gebeurt”, vertrouwde een financieel adviseur mij ooit toe. Adviseurs krijgen ook het best zo weinig mogelijk informatie over hoe beleggingsfondsen precies werken. De kans bestaat dat ze die per ongeluk op de verkeerde manier delen met de klanten. Het is prima te zeggen dat de beheerskosten van een fonds 2 procent bedragen, zonder over nominale bedragen te spreken. Maar als je mensen met een vermogen van 60.000 euro zegt dat ze elk jaar 1.200 euro aan kosten betalen, dan vallen ze van hun stoel.

Of probeer maar eens uit te leggen waarom klanten geen vast bedrag moeten betalen voor de tijd van de vermogensbeheerder, maar wel een variabel bedrag dat niet gebaseerd is op de prestaties van de beheerder of het rendement van de beleggingen. De klanten betalen meer naarmate ze meer vermogen hebben. Alsof het meer tijd en moeite kost om 10.000 euro te beleggen dan 5.000 euro.

Fondsenfabriek

Instapkosten zijn nog zoiets dat beleggingsadviseurs moeilijk kunnen verkopen aan klanten. Ze weten dat de klanten dezelfde of gelijkaardige fondsen elders kunnen kopen zonder instapkosten. Stel je voor: de klant wil een aandelenfonds kopen, omdat zijn geld niets opbrengt op een spaarboekje. Hij moet meteen 2,5 à 3 procent aan de bank betalen en start dus met een achterstand, terwijl je via onlinebrokers die kosten kan omzeilen.

Als de fondsendivisie van een Belgische bank een fondsenfabriek wordt genoemd, dan mag je dat vrij letterlijk nemen. Het aantal fondsen dat er van de band rollen, is bijna niet te tellen. Bovendien bundelt die bank meerdere van de eigen fondsen in een dakfonds of een fonds van fondsen, waarbij een grotere spreiding van de risico’s en dus ook meer veiligheid wordt beloofd. Wat de bank er vergeet bij te zeggen, is dat de klanten dubbele beheerskosten betalen. Eerst op het dakfonds, maar vaak ook nog eens op de onderliggende fondsen.

Academische onderzoeken

Er zijn goedkopere alternatieven. Volgende week spreek ik daarover op een congres in Bulgarije, waar ik een jaar geleden naar verhuisde. Een interessante manier om te investeren zonder de hulp van de bank zijn passieve fondsen of ETF’s, waarmee je de kosten met 90 procent kunt verminderen.

De voordelen zijn groot. Uit academische onderzoeken blijkt dat de kostencomponent een grote rol speelt bij het eindrendement. In plaats van een dure fondsbeheerder in dienst te nemen, kan je wereldwijd duizenden aandelen kopen met een ETF. De beheersvergoeding van 0,15 à 0,20 procent is een fractie van wat je voor actieve fondsen betaalt. Bovendien zal slechts 10 à 15 procent van de actieve fondsen de markt kloppen. Als aandelen gemiddeld 7 procent per jaar opleveren, moeten die beheerders 8,5 tot 9 procent halen om even goed te doen. Dat is maar weinigen gegeven.

Als je gewoon de hele markt koopt, kan je het marktrendement halen minus 0,15 procent. Het enige wat je dan nog moet doen, is op een vast tijdstip voor een vast bedrag dat fonds kopen, zodat je over de lange termijn een interessante gemiddelde aankoopkoers hebt. Is de wereldeconomie over een decennia of twee groter dan vandaag, waar deze strategie vanuit gaat, dan moet de beurs volgen.

Partner Content