Artikel dat waarborgregeling Arco mogelijk maakt is ongrondwettelijk

© belga

Het wetsartikel dat het voor de regering-Leterme mogelijk maakte een waarborgregeling voor de Arco-coöperanten in te voeren, schendt de Grondwet. Dat concludeert het Grondwettelijk Hof.

Het Hof oordeelt dat de maatregel is genomen om een specifieke categorie personen te bevoordelen, en dus als voornemen tot nieuwe staatssteun bij de Europese Commissie had moeten worden aangemeld.

De neergang van Dexia in 2011 sleurde ook diens grootste aandeelhouders, Arco en de Gemeentelijke Holding, mee de dieperik in. Arco was de financiële arm van het toenmalige ACW, nu beweging.net. De federale regering besliste toen een garantieregeling uit te dokteren voor de 800.000 Arco-coöperanten. Tegen die ingreep ontstond protest. De Vlaamse be­leg­gers­fe­de­ra­tie VFB en in­di­vi­du­e­le aan­deel­hou­ders van Dexia vonden hem discriminerend omdat hij niet zou gelden voor de ge­wo­ne aan­deel­hou­ders.

Discriminatie

Het Grondwettelijk Hof moest daarom oordelen of er al dan niet sprake was van discriminatie. Het arrest van donderdag komt niet geheel als een verrassing. Het Grondwettelijk Hof stelde eerder immers een reeks prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie. En de rechters in Luxemburg vernietigden de waarborgregeling eind vorig jaar.

Het Grondwettelijk Hof wijst er in zijn antwoord op een rist prejudiciële vragen op dat de aandelen bij de coöperatieve niet hetzelfde zijn als bankdeposito’s bij kredietinstellingen. Hoewel er gelijkenissen bestaan, kunnen ze dus niet op dezelfde manier worden behandeld. Bovendien blijkt dat de regering de maatregel had moeten aanmelden bij de Europese Commissie, zodat het dagelijks bestuur van de Europese Unie had kunnen beoordelen of er sprake was van ongeoorloofde staatssteun.

De Europese Commissie is intussen ook effectief tot die conclusie gekomen. De regering en Arco-vehikels Arcopar, Arcoplus en Arcofin trokken naar het Gerecht van de Europese Unie om dat besluit te vernietigen. Die zaak is nog hangende, maar het Europees Hof van Justitie zag geen feiten die afbreuk doen aan de geldigheid van de beslissing.

Zonder de afloop van het geschil bij het Gerecht af te wachten, oordelen de rechters bij het Grondwettelijk Hof dat de maatregel is genomen “met het oog op de bevoordeling van een specifieke categorie van personen, maatregel die in ieder geval als een voornemen tot nieuwe staatssteun (…) bij de Europese Commissie had moeten worden aangemeld”. Door dat na te laten, heeft de regering “ten aanzien van die categorie van personen gehandeld zonder redelijke verantwoording en met veronachtzaming van het Europees Unierecht”. Dat is meteen ook strijdig met het grondwettelijke beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. De federale regering kondigde eerder aan dat ze dit jaar een oplossing voor het Arco-coöperanten wil vinden.

Partner Content