Arco-coöperant als symbool voor de kleine man: hebben we voldoende juridische wapens?

© Belga Image
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Een belangrijke veldslag in de strijd om een vergoeding voor de Arco-coöperanten is verloren. Mogelijk komt er nog een veldslag, in hoger beroep. Er wordt ook nog doorgevochten op een ander slagveld. Toch dringt de vraag zich op: strijden spaarders en consumenten met gelijke wapens als banken en multinationals?

De Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank in Brussel vindt de vordering van 2172 coöperanten tegen de Arco-vennootschappen, de voormalige topvrouw Francine Swiggers, Belfius en de Belgische staat “niet-ontvankelijk”. De advocaten van de coöperanten, Stijn De Meulenaer van Everest Law, en Erik Bomans, de CEO van Deminor Recovery Services, gingen voor de vernietiging van de contracten.

Individueel versus collectief

De rechter vindt dat er onvoldoende bewijzen werden aangeleverd dat er bij de ondertekening van elk individueel contract misleiding of bedrog kwam kijken. Het komt erop neer dat de rechter vindt dat de advocaten geprobeerd hebben een groepsvordering te maken van individuele vorderingen.

“Eisers stellen één gemeenschappelijke vordering, en niet onderscheiden, individuele vorderingen van de verschillende eisers lastens de verschillende verwerende partijen. Dit maakt het voor de verwerende partijen nagenoeg onmogelijk voor individueel geval per individueel geval een verweer te voeren waardoor het voor de ondernemingsrechtbank een onmogelijke taak wordt elke individuele vordering afzonderlijk op de ontvankelijkheid en de gegrondheid ervan te beoordelen.” Het volledige vonnis vindt u hier en leest een beetje als een bolwassing van de rechter voor de coöperanten en hun advocaten.

Alle getuigenissen, advertenties, documenten, enzovoort, die de coöperanten en hun advocaten en masse verzameld hadden, zijn dus een maat voor niets gebleken. De advocaten zijn diep ontgoocheld en bestuderen of een beroep zinvol is.

“De redenering dat er onvoldoende bewijs zou zijn geleverd, is absurd”, zegt Stijn De Meulenaer in een reactie aan Trends. “Ze tast bovendien niet de ontvankelijkheid, maar de gegrondheid aan. Dit toont aan dat de rechtbank de appel niet heeft willen doorbijten. In het verleden hebben rechters in andere spraakmakende fraudezaken, zoals Fortis en Lernout & Hauspie ,wel degelijk beslist dat het mogelijk is een bewezen systemische fraude te koppelen aan individuele vorderingen. Dat de rechtbank het niet heeft aangedurfd de gegrondheid te beoordelen, is niet alleen een spijtige zaak voor de gedupeerden, maar berust ook niet op sterke juridische gronden. Nochtans had de rechtbank bij aanvang van de procedure aangegeven ‘haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te zullen nemen’.”

Erik Bomans treedt de advocaat bij. “De rechter heeft inderdaad niet aan de grond van de zaak willen raken, wat zeer spijtig is na zoveel jaren rechtsvoering. Maar door de tegenvordering van Françine Swiggers en van Arco (tegen Deminor, nvdr) wel ten gronde te beoordelen en die van Swiggers toe te kennen heeft de rechter toch ook laten zien dat ze de vordering van de coöperanten zo manifest ongegrond vindt dat iedere redelijke coöperant en diens adviseurs hadden moeten weten dat deze procedure geen schijn van kans had. Dat kan toch wel tellen als statement, gelet op de feiten van het dossier.”

In ons land bestaat ook de mogelijkheid een vordering tot collectief herstel te voeren, maar niet voor feiten die dateren van voor 1 september 2014, toen de betrokken wet in voege trad, en ook niet voor procedures tegen de Belgische staat. De verkoop van de aandelen van de Arco-vennootschappen dateert doorgaans van eind de jaren negentig.

Ondernemingsrecht versus consumentenrecht

Als het spoor van Deminor voor de ondernemingsrechtbank doodloopt, is er nog de procedure door ArcoClaim ingeleid voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. “ArcoClaim voert een heel andere rechtszaak op andere rechtsgronden dan Deminor, en ook nog eens bij een andere rechtbank waar consumentenzaken behandeld worden”, liet de vzw ArcoClaim via een persbericht weten met als titel ‘ArcoClaim gaat door met haar rechtszaak’.

De vzw stipt ook aan dat ze niet achter de Arco-vennootschappen of Arco-toplui aan gaat, maar wel achter de Belgische staat, Belfius Bank en Beweging.net. De Belgische staat beloofde een staatswaarborg, die er nooit kwam. De voorgangers van Belfius en Beweging.net “smeerden bijna 10 procent van de volwassen bevolking een risicovolle investering als veilig aan”.

Geert Lenssens, advocaat van SQ Law, legt de link met Fortis en Lernout & Hauspie. “Wij argumenteren dat de hele markt bedrogen is. Op het moment dat je publiek spaargeld aanspreekt, moet je juiste informatie verstrekken, zoals dat bijvoorbeeld bij een prospectus het geval is. Voor de ondernemingsrechtbank ging het om contractuele aansprakelijkheid, waarvoor de bewijslast heel hoog ligt. Stel dat elke individuele coöperant gaat procederen, dan is de rechtbank binnen honderd jaar nog bezig. Voor de rechtbank van eerste aanleg gaat het om buitencontractuele aansprakelijkheid.” Geert Lenssens hoopt dat de zaak binnen twee jaar kan voorkomen.

Stijn De Meulenaer is het niet eens met Geert Lenssens. “Ook in de zaak waarin deze week een vonnis werd geveld, werd onder meer een buitencontractuele vordering ingesteld tegen Belfius en de Belgische Staat. Bizar genoeg heeft de rechtbank daarover met geen woord gerept.” In het statement van de rechtbank staat wel iets over de ingeroepen “extra-contractuele aansprakelijkheid” in de vordering tegen de Arco-vennootschappen:

“Eisers zetten evenwel niets uiteen over extra-contractuele fouten, extra-contractuele schade en het oorzakelijk verband daartussen. Ook ter zitting konden eisers niet antwoorden op vragen van de ondernemingsrechtbank daarover.”

Mass action versus class action

Ook al is de class action niet van toepassing, toch is volgens Geert Lenssens wel een mass action mogelijk. Er is schade: 800.000 coöperanten zijn in totaal 1,5 miljard euro kwijt. Het komt erop aan te bewijzen dat de Belgische staat, Belfius en/of Beweging.net aansprakelijk zijn voor die schade. Of dat lukt, weten we ten vroegste over enkele jaren.

Voor Geert Lenssens zijn zowel de Belgische ‘class action’ uit 2014 als de artikels over aansprakelijkheid in het burgerlijk wetboek (art. 1382-1386) dringend aan herziening toe. “We zitten vast in een rechtssysteem van de negentiende eeuw”, vindt hij. “De wet op de groepsvordering is onvolmaakt en kaduuk. Er is geen terugwerkende kracht. Je kunt niet tegen de overheid procederen. Je hebt geen financieringsmogelijkheden, want je kunt enkel procedurekosten terugkrijgen. Er zit geen verdienmodel achter. Kortom: het is een papieren tijger. Enkel de consumentengroep Test-Aankoop kan soms procedures voeren voor een bepaalde klasse van gedupeerde consumenten.”

Of het nu om gesjoemel met dieselwagens gaat of PFAS-vervuiling van bedrijven zoals 3M de man in de straat heeft het gevoel dat hij machteloos staat. Voor het grote publiek lijkt het alsof ons rechtssysteem niet werkt. “Het fundamentele probleem is de rechtstoegang”, vindt Geert Lenssens. “Als de kosten te hoog oplopen en de bewijslast voor individuen te hoog ligt, dan krijg je een steriel juridisch systeem.” Over de artikels 1382 tot 1386 uit het burgerlijk wetboek zegt hij: “Ze zijn al heel oud en weinig uitgewerkt. Elke aansprakelijkheid buiten een contract om wordt door die artikels geregeld.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content