Zoveel verdienen de Belgische sporters aan Olympische medaille

Nafi Thiam met haar gouden medaille in Rio © Belga
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De Belgische medaillewinnaars krijgen een premie van 20.000 tot 50.000 euro, waar ze geen belasting op hoeven te betalen. Het geld komt van het Fonds Baillet Latour, dat wordt gespekt met dividenden van AB InBev.

Lees het volledige verhaal volgende week in Trends

Greg Van Avermaet en Nafi Thiam krijgen voor hun gouden medaille op de Olympische Spelen een premie van 50.000 euro bruto. Pieter Timmers strijkt 30.000 euro op voor zijn zilveren, en Dirk Van Tichelt en Jolien D’Hoore 20.000 euro voor hun bronzen plak. Ook een olympisch diploma levert nog een aardig bedrag op. Voor een vierde plaats is er een troostprijs van 10.000 euro. Voor een vijfde tot en met een achtste plaats krijgen atleten 5000 euro.

“Bruto is in dit geval netto”, zegt Wouter Coppens, vennoot van EY Personal Tax Services. “België heeft een dubbelbelastingverdrag afgesloten met Brazilië, waarin staat dat de inkomsten van sportbeoefenaars worden belast in het land waar de prestatie wordt geleverd, ongeacht waar de betaling gebeurt. De premies die het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) geeft aan onze kampioenen zijn dus in principe belastbaar in Brazilië. Maar dat land kende, net zoals Groot-Brittannië vier jaar geleden, een vrijstelling toe aan sporters die deelnemen aan de Olympische Spelen. Het verdrag stipuleert niet dat België belastingen kan heffen als Brazilië dat niet doet, en dus zijn de premies vrijgesteld van belasting.”

Coppens wijst erop dat het gaat om een vrijstelling met een progressievoorbehoud. “De Belgische fiscus telt die olympische premies wel mee om het belastingtarief op de andere inkomsten van de sporter te bepalen. Ze kunnen er dus voor zorgen dat de andere inkomsten van de sporter in een hogere belastingschijf terechtkomen.”

De beloningen voor de ploegsporters zijn veel kleiner. De Belgische hockeyspelers hadden 12.500 euro kunnen winnen voor een gouden medaille, maar moeten het stellen met 7500 euro per speler. Voor brons zouden ze 5000 euro hebben gekregen. Het BOIC betaalt die premies, maar het geld komt van het Fonds Baillet Latour, dat wordt gespekt met dividenden van ‘s werelds grootste brouwersgroep, AB InBev.

Fonds Baillet Latour

Het fonds Baillet Latour bezit 0,34 procent van de aandelen van AB InBev. De stichting houdt die aandelen aan en steunt met de jaarlijkse dividendenstroom die ze opleveren “de menselijke excellentie” in vier domeinen: gezondheid, onderwijs, erfgoed én sport. De stichting vervult de wensen van Alfred de Baillet Latour, de laatste mannelijke afstammeling van de adellijke familie. Hij liet zijn aandelenpakket in de Brouwerijen Artois na aan de stichting.

ParaZijn oom, Henry de Baillet Latour, speelde een belangrijke rol in de organisatie van de Olympische Spelen in Antwerpen in 1920. Hij volgde in 1925 Pierre de Coubertin op als voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité en bleef dat tot aan zijn dood in 1942.

België doet daarin niet onder voor de buurlanden. In Frankrijk krijgen de winnaars van een gouden medaille eveneens een bonus van 50.000 euro. In Nederland bedraagt het prijzengeld voor goud 25.500 euro en in Duitsland 20.000 euro. Groot-Brittannië geeft geen extraatjes voor medailles. De Verenigde Staten leveren veruit de meeste olympische kampioenen, maar reiken een beloning van 22.500 euro uit. De Amerikaanse sporters moeten daar ook nog inkomstenbelastingen op afdragen, omdat hun land een ander systeem hanteert dan de meeste andere landen.

Extra motiveren

Volgens professor Veerle De Bosscher, die gespecialiseerd is in topsportbeleid, is de hoogte van die bonussen voor medailles niet het belangrijkste. Ze merkt op dat Brazilië de vergoedingen voor zijn medaillekandidaten fors heeft verhoogd om hen extra te motiveren, maar dat het aantal medailles van het gastland desondanks teleurstelt. “Het is wel belangrijk dat sporters zich voltijds met hun sport kunnen bezighouden en dat ze daarvoor een loon krijgen. In Vlaanderen kunnen sporters die aan de criteria voldoen sinds 1995 een contract krijgen bij Sport Vlaanderen. Brusselse en Waalse sporters kunnen voor een soortgelijk contract aankloppen bij de Franstalige tegenhanger, Adeps.”

“Die lonen zijn degelijk. In Nederland krijgen meer sporters een loon, maar gaat het wel om een minimumloon. Ik heb er onlangs nog met Loïck Luypaert over gepraat, die speelt voor de Red Lions en lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen studeert aan de VUB. Hij zei: “Wij hebben met de nationale hockeyploeg alles wat we nodig hebben om ons optimaal voor te bereiden op grote tornooien en om optimaal te kunnen presteren.”

Contracten

Nafi Thiam, Pieter Timmers, Jolien D’Hoore, Dirk Van Tichelt en ongeveer de helft van de Belgische hockeyspelers in Rio liggen onder contract bij Sport Vlaanderen of Adeps, en verdienen evenveel als ambtenaren met hetzelfde diploma. Zij kunnen anders niet leven van hun sport. Wielrenner Greg Van Avermaet verdient wel goed bij BMC Racing Team, dat wordt gesponsord door de gelijknamige Zwitserse racefietsenconstructeur. Hij kan dan ook geen aanspraak maken op een contract bij Sport Vlaanderen.

In totaal hebben 29 topsporters een voltijds contract bij Sport Vlaanderen. Er zijn ook nog 22 topsportstudenten die deeltijds betaald worden door het vroegere Bloso. Op die lijst staan onder meer zwemmers uit de estafetteploeg van de 4 x 200 meter en de 4 x 100 meter vrije slag (Jasper Aerents, Louis Croenen, Emmanuel Vanluchene en Dieter Dekoninck), de hockeyspeler Felix Denayer en de discuswerper Philip Milanov. Op de lijst met van atleten die een contract hebben bij Adeps, staan 47 namen, onder wie Thiam. Daarnaast hebben acht atleten een gesubsidieerd contract hebben bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, onder wie de drie Borlées en hordeloopster Anne Zagre. Stéphane Dehombreux, die verantwoordelijk is voor topsport bij Adeps, laat weten dat de contracten voor topsporters de overheid ongeveer 1,8 miljoen euro per jaar kosten, of een tiende van het totale budget voor topsport.

“De bedoeling van die contracten is dat we sporters helpen de stap te zetten van een plaats in de top acht op een Europees Kampioenschap naar de wereldtop, met als hoogste doel een medaille op de Olympische Spelen”, legt Paul Rowe uit. “De sporters krijgen die contracten niet zomaar. Ze moeten voldoen aan strenge criteria, ze moeten voldoende ambitie hebben, en een contract is de sluitsteen van een begeleidingstraject. Het zijn doorgaans contracten van één jaar, waarin we in onderling overleg doelstellingen opnemen voor de topsporter. In het geval van Timmers was dat bijvoorbeeld een finaleplaats in Rio.”

Als de sporters hun doelstellingen niet halen, wordt het contract in principe niet verlengd. Rowe: “We evalueren elk jaar de prestaties van de sporters, want de plaatsen zijn beperkt. We kunnen wel delibereren, als er een goede reden is waarom de doelen niet gehaald zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content