Denis-Emmanuel Philippe

Wat is er mis met de Luxemburgse belastingconstructies van Belgische topvoetballers?

Denis-Emmanuel Philippe advocaat-vennoot bij Bloom Law en docent aan de Universiteit van Luik

Het valt niet te ontkennen dat verschillende Belgische topvoetballers verregaande belastingconstructies hebben opgezet. Zo gebruiken enkele Rode Duivels vennootschappen in Luxemburg om minder belastingen te moeten betalen. Hoe zitten die constructies in elkaar? Mag de fiscus zich hiertegen verzetten? Is Luxemburg nog een interessante uitwijkmogelijkheid voor onze nationale helden?

Uit de Football-Leaks affaire blijkt dat verschillende topvoetballers een vennootschap in een fiscaal paradijs hebben. Ze brengen er vaak hun portretrechten in onder. Op die manier slagen ze er in om de reclame-inkomsten die hun ‘naam’ of ‘hoofd’ opbrengt zeer gunstig te laten belasten. Zo hebben grootheden zoals Ronaldo miljoenen euro’s aan marketing-inkomsten naar vennootschappen in de Maagdeneilanden doorgesluisd om belastingen te ontwijken.

Men hoeft evenwel niet zo ver te gaan als de Caraïben om belastingen te besparen. Dat het Groothertogdom fiscale voordelen aan topvoetballers biedt, zal niemand verwonderen. Zo hebben enkele Rode Duivels (Eden Hazard, Thibaut Courtois, Romelu Lukaku,…) hun portretrechten in Luxemburgse vennootschappen (EHGroup, Thicolux, Rojolux,…) geparkeerd. Deze Luxemburgse vennootschappen exploiteren vervolgens hun portretrechten. Het idee daarachter is heel eenvoudig: Luxemburgse vennootschappen, die intellectuele eigendomsrechten bezitten, genieten van een gunstregeling: het IP-regime.

1. Hoe tacklen de Rode Duivels de fiscus?

Luxemburgse vennootschappen zijn in principe onderworpen aan de vennootschapsbelasting (22,47 %) en aan de gemeentelijke belasting (6,75 %). Het globale belastingtarief komt daarmee op 29,22 procent. Het Luxemburgse IP-regime staat echter Luxemburgse vennootschappen toe om onder bepaalde voorwaarden te genieten van een vrijstelling van 80 % van de inkomsten uit intellectuele eigendomsrechten. De toepassing van dit regime resulteert in een effectief belastingtarief van 5,84 procent (29,22 % * 20 %). Het Luxemburgse IP-regime dekt een brede waaier van intellectuele eigendomsrechten: auteursrechten op software, octrooien, fabrieks- en handelsmerken, domeinnamen en tekeningen of modellen.

Stel bijvoorbeeld dat de Luxemburgse vennootschap van een topvoetballer een licentie aan een sportfabrikant verleent op het merk dat de naam of het beeld van de topvoetballer vertegenwoordigt. Deze licentie zal de sportfabrikant toelaten om kledij of schoenen te vervaardigen en te commercialiseren, met de beeltenis of de naam van de topvoetballer. De vergoeding uit de exploitatie van het merk, die door de sportfabrikant aan de Luxemburgse vennootschap wordt uitbetaald, zal in aanmerking komen voor het IP-regime.

Laat ons een nog concreter voorbeeld aanhalen. De Luxemburgse vennootschap EHGroup geeft het merk “Eden Hazard” in licentie aan Nike, Nivea en Lotus Bakeries (bron: D. LELOUP, “Le paradis fiscal des diables rouges”, Le Vif van 9 december 2016) . De inkomsten uit de exploitatie van het merk genieten van het IP-regime. EHGroup wordt hierop aan een effectief belastingtarief van 5,84 procent belast. In België daarentegen zou het belastingtarief 33,99 procent bedragen…

2. Luxemburg wordt minder paradijselijk voor onze nationale helden

In uitvoering van een internationaal akkoord, heeft Luxemburg haar IP-regime op 1 juli 2016 afgeschaft. Het achterpoortje is gesloten. Het is dus sinds 1 juli 2016 voor topvoetballers niet meer mogelijk om in het IP-regime in te stappen.

Onze nationale helden moeten zich nochtans nog niet onmiddellijk zorgen maken. De Luxemburgse wet voorziet immers in een tijdelijk behoud van het IP-regime: de toepassing van deze gunstregeling wordt gewaarborgd tijdens een overgangsperiode van 1 juli 2016 tot 30 juni 2021 op intellectuele eigendomsrechten die zijn opgebouwd of verworven vóór 1 juli 2016.

Kortom: het Groothertogdom blijft in principe een schuilplaats voor topvoetballers die al een Luxemburgse constructie hebben opgezet. Vanaf 1 juli 2021 zullen ze echter een andere uitwijkmogelijkheid moeten vinden.

3. Hoe ver mag een topvoetballer gaan in zijn drang naar fiscale optimalisatie?

Landen als Luxemburg of de Maagdeneilanden zijn berucht om hun groot aantal brievenbusmaatschappijen. Lege kantoren met een computer, een secretaresse en tientallen brievenbussen. Het Football-Leaks schandaal heeft onthuld dat verschillende topvoetballers, trainers en makelaars hun geld daar doorheen leiden, om van het voordelige belastingstelsel van dat land te kunnen genieten.

Laat ons duidelijk zijn: het is op zich perfect legaal om zo’n (laag belaste) buitenlandse constructie te gebruiken. Maar de voetballer moet dan wel effectief kunnen aantonen dat de vennootschap bestuurd wordt vanuit het buitenland. Er moet “substantie” in het buitenland zijn. En hier knelt vaak het schoentje…

Veel structuren van vroeger zijn vandaag uit den boze. Brievenbusvennootschappen op de Maagdeneilanden werden vroeger verkocht als zoete broodjes, maar dat is nu verleden tijd. Als men een buitenlandse structuur wil opzetten, dan zal men zich steeds meer moeten hoeden voor de effectieve aanwezigheid van voldoende “substantie” in het buitenland (kantoor, personeel, uitrusting,…). Als de ‘business’ enkel op papier bestaat en gewoon ergens lege doosjes op elkaar worden gestapeld, is er een probleem. Belastingdiensten lopen hierdoor miljoenen mis. Ze zullen zich dan ook niet generen om zo’n structuur in vraag te stellen. Kijk maar naar Ronaldo en Mourinho, van wie de Spaanse fiscus ettelijke miljoenen aan belastingen vordert…

We komen terug op ons voorbeeld. Stel dat een Rode Duivel zijn portretrechten in een brievenbusvennootschap (zonder substantie) in Luxemburg heeft geparkeerd. Kan de Belgische fiscus zo’n kunstmatige structuur aanvechten? In principe niet. Dergelijke constructies kunnen immers slechts door de Belgische fiscale administratie onderzocht worden wanneer de speler zijn fiscaal domicilie in België heeft.

De Belgische nationaliteit van de Rode Duivels is geen aanknopingspunt voor de Belgische inkomensbelastingen. Rode Duivels zijn, op een paar uitzonderingen na, actief in buitenlandse competities. Hun fiscaal domicilie is dus niet België, maar wel het land waar ze actief zijn (Engeland, Spanje,…). Ze ontlopen dus niet zozeer de Belgische fiscus, maar wel de fiscus van het land waar zij als profvoetballer actief zijn. De Belgische fiscus kan daaraan niet veel doen…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content