Michel Maus

‘Ook fiscale zondaars hebben recht op een eerlijke en transparante behandeling’

Michel Maus Advocaat en hoogleraar fiscaal recht aan de VUB

De nieuwe richtlijnen voor fiscale regularisaties zijn een goede zaak volgens hoogleraar fiscaal recht, Michel Maus. “Het zijn duidelijke richtlijnen waarmee iedereen weet waar hij of zij aan toe is.”

Een paar weken gelden raakte bekend dat de fiscus een uniforme regeling waarmee berouwvolle belastingzondaars hun licht- of donkerzwart vermogen kunnen regulariseren. Op zich is dat wel verwonderlijk. Tot en met 2013 bestond er al een wettelijke fiscale-amnestieregeling en had de regering toen niet gezegd dat dit de laatste kans was voor fiscale zondaars? Maar uiteraard was het vrij naïef te denken dat met het beëindigen van de wettelijke regeling er geen vraag meer zou zijn naar de mogelijkheid tot fiscale regularisatie. Nog altijd hebben heel landgenoten de stap naar de regularisatie niet hebben gezet, en zij komen nu alsnog bij de fiscus aankloppen. Langzamerhand kunnen we zelfs spreken van een echte tendens.

De verklaring moeten we zoeken in een gewijzigde internationale mentaliteit over belastingheffing. De afgelopen jaren is er in de internationale gemeenschap een sterke consensus ontstaan over automatische uitwisseling van bankgegevens met het oog op belastingheffing. En aangezien ook landen als Luxemburg en Zwitserland te kennen hebben gegeven vanaf 2015 te willen meewerken aan deze gegevensuitwisseling, is het net zich langzaam maar zeker aan het sluiten.

Onder internationale druk zijn Zwitserse en Luxemburgse banken een soort van offensief begonnen tegen hun eigen cliënteel.

En dat is de zwart- en grijsspaarders niet ontgaan. Onder internationale druk zijn Zwitserse en Luxemburgse banken een soort van offensief begonnen tegen hun eigen cliënteel. De klanten worden verzocht ofwel de herkomst van hun kapitaal te verantwoorden, dan wel een verklaring te ondertekenen waarmee ze machtiging geven aan de bank om hun bankgegevens aan buitenlandse belastingadministraties mee te delen. Doen ze geen van beide, dan krijgen de klanten vriendelijk maar kordaat het verzoek andere oorden op te zoeken.

Dan nog is de lijdensweg van de fiscale zondaars niet ten einde. Wie er zou aan denken om zijn centen dan maar naar België te repatriëren, zal van een kale reis thuiskomen. De verstrengde witwasverplichtingen voor de banken maken dat de zwartspaarder met een nieuwe fiscale controleur wordt geconfronteerd, met name zijn eigen Belgische bankier. Wie de rechtmatige herkomst van zijn kapitaal niet kan aantonen komt in het beste geval de bank niet binnen, en maakt in het slechte geval het voorwerp uit van een melding aan de witwascel.

De enige manier om aan deze catch 22 te ontsnappen, is regularisatie. Het probleem was dat daar geen enkel wettelijk juridisch kader meer voor was. Tot voor kort kon de zwartspaarder enkel contact nemen met de fiscus en onderhandelingen opstarten, maar dat bleek een echte loterij te zijn bij gebrek aan uniforme richtlijnen. Wie wou regulariseren wist wel waaraan hij begon, maar geenszins waar hij ging eindigen. Bij gebrek aan wetgeving kon men zelfs gaan shoppen en op zoek gaan naar de goedkoopste regio om te regulariseren. En dat was uiteraard een kwalijke zaak.

Maar dat is nu rechtgezet met nieuwe interne instructies. Eerst wou de fiscus zijn richtlijnen geheim houden, maar onder druk het parlement kwam er toch duidelijkheid. Verassend zijn de richtlijnen niet.

Dit zijn duidelijke richtlijnen waarmee iedereen weet waar hij of zij aan toe is, en dat is een goede zaak

Wie naar de fiscus stapt met een verzoek tot regularsatie moet om te beginnen de herkomst van zijn kapitaal verantwoorden. Kan dat niet, dan zal de fiscus voor fiscaal verjaarde kapitalen een belastingheffing toepassen als divers inkomen tegen het tarief van 33 procent en met een belastingverhoging van minstens 10 procent.

Voor de niet-verjaarde kapitalen voorziet de instructie in een belastingheffing tegen de normale tarieven en een belastingverhoging van respectievelijk 50 procent voor roerende inkomsten en diverse inkomsten, en minstens 20 procent voor beroepsinkomsten en btw.

Voor de successierechten betref komt er overleg met de gewesten om het boetetarief te bepalen. Indien de belastingplichtige akkoord is met de berekening van de fiscus, wordt de zaak in beginsel buiten het strafrecht gehouden. Indien de belastingplichtige niet akkoord is, gaat het dossier naar het parket en worden strafrechtelijke vervolgingen opgestart.

Dit zijn duidelijke richtlijnen waarmee iedereen weet waar hij of zij aan toe is, en dat is een goede zaak. Ook wie boter op het hoofd heeft, heeft recht op een eerlijke en transparante behandeling door de fiscus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content