Michel Maus

‘Na het internet der dingen moeten we ook de belasting der dingen ondergaan’

Michel Maus Advocaat en hoogleraar fiscaal recht aan de VUB

Fiscaal expert Michel Maus en Bram Vanderborght, hoogleraar robotics vragen zich af hoe we de robotwerknemers kunnen inpassen in een eerlijk belastingsysteem: “Waarom moet een kelner een deel van zijn loon afstaan aan de fiscus en de RSZ, en een robot die dezelfde arbeid levert niets?”

De Waalse minister van Begroting, Christophe Lacroix (PS), heeft het aangedurfd een nieuwe belasting voor te stellen, de robottaks. Velen noemden dat het meest idiote begrotingsvoorstel van 2016. Een nieuwe belasting voorstellen in een land waar de belastingdruk al gigantisch hoog is, il faut le faire. Maar we kunnen er niet omheen dat de aankomende automatisering een gigantische impact op ons leven, onze economie en onze banen zal hebben. Robots lijken gewild door werkgevers: ze staken niet, ze morren niet als ze overuren of nachtwerk moeten doen, en ze hebben geen vakbond achter zich. Maar waarom moet bijvoorbeeld een kelner een deel van zijn loon afstaan aan de fiscus en de RSZ, en een robot die dezelfde arbeid levert niets? Dat is wel een realistisch toekomstbeeld, zodat we erover moeten nadenken hoe we die robotwerknemers kunnen inpassen in een eerlijk belastingsysteem.

Er is al veel inkt gevloeid over hoeveel banen sneuvelen door robots. Sinds Ned Lutt in de achttiende eeuw weefmachines vernielde als reactie tegen de opkomende industrialisering, zijn de luddieten zich als sociale beweging blijven verzetten tegen de industriële en technologische vooruitgang. Terwijl die machines wel goedkopere producten maakten, zodat nieuwe producten en diensten konden ontstaan. Dat liet toe de werkweek te verkorten en sociale maatregelen zoals de gezondheidszorg en werkloosheidsuitkeringen in te voeren. Ook van de nieuwe generatie technologieën moeten we proberen een zegen te maken voor onze maatschappelijke en economische uitdagingen, maar dat moet weloverwogen gebeuren.

Waarom moet een kelner een deel van zijn loon afstaan aan de fiscus en de RSZ, en een robot die dezelfde arbeid levert niets?”

Al te gauw wordt gedacht dat handenarbeid eenvoudig te vervangen is door robots. Taken die triviaal zijn voor een mens, zijn paradoxaal genoeg heel moeilijk voor een robot. En wat moeilijk is voor een mens, is voor een robot of een computersysteem vaak eenvoudig. Het is niet ondenkbaar meer dat taxi- en vrachtwagenchauffeurs worden vervangen door zelfrijdende voertuigen. Maar experts vermoeden dat vooral de routinekantoorklussen geautomatiseerd worden: callcenters beantwoorden al oproepen met computers, en de automatisering zet ook de bank- en de verzekeringssector onder druk. Er wordt dus vooral gevreesd voor de banen van de middenklasse. Door de verdere automatisering zal de productiviteit in verscheidene sectoren stijgen, terwijl dat voor andere sectoren veel minder het geval zal zijn, of maatschappelijk niet gewenst. Willen we naar klassen met honderd leerlingen gaan, waar een robot de les komt spellen? We moeten dus werken aan mechanismen om de welvaart die robots creëren ten goede te laten komen aan heel de maatschappij.

Maar die technologische vooruitgang zal ook banen kosten. Dat doet fiscale inkomsten en vooral socialezekerheidsbijdragen verloren gaan. Een vennootschap die robots inzet in plaats van mensen, zal kosten besparen en dus meer winst maken. Die winst wordt belast in de vennootschapsbelasting, en die is hoe dan ook lager dan de personenbelasting op het loon van de werknemer. Socialezekerheidsbijdragen slaan in hoofdzaak op arbeid. Als die wordt vervangen door robots, heeft dat een zware impact op de financiering van de sociale zekerheid.

De overheid doet er goed aan daarop te anticiperen, maar dat gebeurt niet. Merkwaardig genoeg staan de gemeenten onbewust het verst in die revolutie. Dat komt doordat ze het inkomen niet mogen belasten en dus op zoek moeten naar alternatieve fiscale financieringsbronnen. Veel gemeenten hebben een belasting op drijfkracht: een heffing op motoren berekend per kilowatt. Akkoord, het is geen belasting op rekenkracht berekend per Gflops, maar wat is niet is, kan nog komen. Ook een belasting op prestaties is populair bij onze gemeenten, wat hen bijvoorbeeld toelaat toeristisch logies via internetplatformen als AirBnB of taxibedrijven als Uber te belasten.

Met de onvermijdelijke robotisering van de economie zal ook de federale overheid worden gedwongen daarover na te denken. Misschien moeten we teruggaan naar het oude Rome, toen slaven werden belast, maar niet hun arbeid. Vandaag moeten we er misschien ook voor zorgen dat de moderne slaven – ‘robot’ is het Tsjechische woord voor ‘slaaf’ – eveneens hun bijdrage leveren. Na het internet der dingen moeten we onvermijdelijk ook de belasting der dingen ondergaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content