De fiscus heeft niet langer uitsluitend interesse in de inkomsten uit buitenlandse constructies. Ook de oorsprong van het kapitaal komt in het vizier van de belastingdienst en de BBI.
Volgens de minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, is het niet uitgesloten dat er vragen worden gesteld over de oorsprong van het kapitaal in buitenlandse constructies. In maart benadrukte ‘een memoire van toelichting’ bij de kaaimantaks nochtans dat de aangifte van inkomsten uit buitenlandse constructies daarvoor niet gebruikt zou worden.
Uitgebreide vragenlijsten
Fiscaal advocaat Denis-Emmanuel Philippe laat in De Morgen weten dat er minstens één gewestelijke afdeling van de Bijzondere Belastinginspectie uitgebreide vragenlijsten stuurt naar belastingplichtigen die buitenlandse constructies hebben aangegeven. De FOD Financiën bevestigt dat er vragenlijsten zijn opgestuurd, maar zegt dat het gaat om een lokaal initiatief.
Volgens Van Overtveldt is het theoretisch en wettelijk mogelijk dat de fiscus en de BBI al vragen stellen in het inkomstenjaar. “Deze actie van de BBI past in het operationeel plan van 2015”, klinkt het in de krant. Hij kan niet bevestigen of de BBI dat op dit moment doet en of er een link is met de kaaimantaks.
De regering wou met de toelichting in maart de eigenaars van buitenlandse constructies overtuigen om hun inkomsten daaruit aan te geven. Maar de nieuwe ontwikkelingen doorkruisen die plannen.
Philippe zegt dat het ijdele hoop is om te denken dat het mogelijk zal zijn om kapitaal ergens anders te verbergen. “De automatische uitwisseling van bankgegevens verijdelt dat.” (NS)
