Fiscaal co-ouderschap nu ook voor meerderjarige kinderen

Pleegouders krijgen vanaf volgende week een statuut. © Getty Images

Kinderen kunnen fiscaal slechts ten laste zijn van een van beide ouders. Uitzondering hierop is het fiscaal co-ouderschap. Een nieuwe wet verruimt de toepassing ervan vanaf het inkomstenjaar 2016 tot meerderjarige kinderen.

Kinderen ten laste verhogen de belastingvrije som. Dat is een gedeelte van het belastbaar inkomen dat vrijgesteld wordt van belasting. Hoe meer kinderen ten laste, hoe hoger de belastingvrije som is en hoe minder belastingen er moeten worden betaald. Slechts een van beide ouders kan een kind ten laste nemen. Bij een echtscheiding of een feitelijke scheiding is het dan ook niet mogelijk dat beide ouders de kinderen ten laste nemen.

Fiscaal co-ouderschap vormt een uitzondering op die regel. De co-ouders hebben dan de mogelijkheid de belastingvrije som voor kinderen ten laste onder elkaar te verdelen, zodat ze beiden in verhouding minder belastingen betalen.

Voorwaarden

De fiscale co-ouderschapsregeling is van toepassing voor de gemeenschappelijke kinderen wanneer de volgende drie voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:

Ten eerste: de ouders maken geen deel uit van hetzelfde gezin. Zij mogen met andere woorden niet meer samenleven. Voor de inkomsten behaald in 2016 geldt dan de situatie op 1 januari 2017. Bij de beoordeling van de situatie wordt in de eerste plaats rekening gehouden met een wijziging van de inschrijving in het bevolkingsregister. Maar er kunnen ook andere aanwijzingen zijn dat de ouders niet meer samenwonen. Zo kunnen bijvoorbeeld de buren of de wijkagent verklaren dat de ouders niet meer op hetzelfde adres leven. Het heeft geen belang dat ze feitelijk gescheiden zijn, uit de echt gescheiden zijn, of een verklaring van beëindiging van de wettelijke samenwoning hebben ingediend.

Ten tweede: de huisvesting van de gemeenschappelijke kinderen waarover beide ouders gezamenlijk het ouderlijke gezag uitoefenen, is gelijkmatig verdeeld tussen beide ouders op grond van een geregistreerde of een door de rechter gehomologeerde overeenkomst of een rechterlijke beslissing die voldoet aan een aantal voorwaarden. Zo moet de overeenkomst of de rechterlijke beslissing uitdrukkelijk vermelden dat de huisvesting van de kinderen gelijkmatig is verdeeld. De overeenkomst moet ook vermelden dat de ouders bereid zijn om, voor de kinderen voor wie een gelijkmatig verdeelde huisvesting van toepassing is, de verhogingen van de belastingvrije som voor kinderen ten laste, te delen;

Ten derde: geen van de ouders ontvangt voor die kinderen onderhoudsuitkeringen.

Meerderjarigheid of ontvoogding

De fiscale co-ouderschapsregeling was tot begin augustus slechts van toepassing voor zover de ouders gezamenlijk het ouderlijke gezag over hun gemeenschappelijke kinderen uitoefenden. Volgens het burgerlijk recht staat een kind onder het gezag van zijn ouders tot aan zijn meerderjarigheid of zijn ontvoogding. Aangezien voor meerderjarige en ontvoogde kinderen geen ouderlijk gezag meer geldt en de voorwaarde van de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag dan dus niet meer vervuld is, viel de mogelijkheid tot verdeling van de belastingvrije som voor kinderlast tussen beide ex-partners weg.

Die situatie werd als sociaal onrechtvaardig beschouwd. Om daaraan tegemoet te komen, is de voorwaarde van het ouderlijk gezag door een wet van 3 augustus 2016 geschrapt. Daardoor kan het co-ouderschap ook na de ontvoogding of meerderjarigheid op fiscaal gebied voortgezet worden. De verdeling van de vermindering voor kinderlast gebeurt op het ogenblik dat het aanslagbiljet in de personenbelasting wordt ontvangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content