De Britten en de Grieken hebben 10 procent van hun loon moeten prijsgeven sinds het begin van de werldwijde financiële crisis in 2007. Ook de Portugezen leveren in.
Volgens berekeningen van het TUC, dat maandelijks rapporten over het wel en wee van de arbeidsmarkt levert, zijn de reële lonen in het Verenigd Koninkrijk sinds de wereldwijde financiële crisis met 10 procent gedaald.
Dat is de scherpste terugval in vergelijking met om het even welk ander ontwikkeld land, met uitzondering van het noodlijdende Griekenland.
Het Verenigd Koninkrijk, Griekenland en Portugal zijn overigens de enige OESO-landen die tussen 2007 en 2015 een daling van de reële lonen hebben geregistreerd.
De reële lonen – inkomen uit arbeid gecorrigeerd voor inflatie – namenin diezelfde periode toe met 23 procent in Polen, met 13,9 procent in Duitsland, en met 6,4 procent in de Verenigde Staten.
