Michel Maus

‘Een oproep aan de overheid om ook voor de fiscale rechtsbescherming coronamaatregelen te nemen’

Michel Maus Advocaat en hoogleraar fiscaal recht aan de VUB

‘De fiscale steunmaatregelen van de federale en Vlaamse regering zijn meer dan welkom. Maar aan de fiscale rechtsbescherming wordt te weinig aandacht besteed.’ Dat zegt Michel Maus, advocaat en hoogleraar fiscaal recht.

Het coronavirus slaat wild om zich heen. De semi-lockdown heeft een enorme impact op onze economie, die zo goed als tot stilstand is gekomen. Dat zorgt voor een cascade. Want als de economie tot stilstand komt, dan komt ook de overheid in problemen, want die ziet de fiscale inkomsten verdampen en het gat in de begroting spectaculair toenemen.

Het spreekt voor zich dat de fiscale administraties in die context de belastingplichtigen die hun verplichtingen niet kunnen nakomen, niet zomaar kan berispen en bestraffen. Dat zou al te gek zijn, en gelukkig heeft ook de regering daar oog voor. Zowel de federale als de Vlaamse regering heeft belangrijke fiscale maatregelen genomen om de burgers en de bedrijven met zo min mogelijk fiscale kleerscheuren door de crisis te loodsen. De federale regering verlengt de aangiftetermijn in de vennootschaps- en de rechtspersonenbelasting. Ook voor de btw-aangiften werden de termijnen verlengd. Daarnaast wordt ook een automatisch uitstel van twee maanden verleend voor de betaling van de btw, de bedrijfsvoorheffing, de personenbelasting, de vennootschapsbelasting en de rechtspersonenbelasting.

Een oproep aan de overheid om ook voor de fiscale rechtsbescherming coronamaatregelen te nemen.

Ook de Vlaamse overheid heeft fiscale steunmaatregelen genomen. De aanslagbiljetten voor de onroerende voorheffing worden pas in september in plaats van in mei verstuurd. En voor de aangiften in de erfbelasting en de registratiebelasting worden twee extra maanden toegekend.

Die maatregelen zijn meer dan welkom. Maar aan de fiscale rechtsbescherming wordt te weinig aandacht besteed. Wie in een conflict zit met een fiscale administratie, wordt gedwongen om binnen strikte termijnen te antwoorden op berichten van wijziging of correctie-opgaves, bezwaar in te dienen tegen fiscale aanslagen of naar de rechter te stappen. In normale omstandigheden is dit door de korte termijnen al niet vanzelfsprekend, laat staan nu mensen ziek worden en de kantoren van fiscale raadgevers gesloten zijn.

Toch lopen de termijnen onverbiddelijk. Op zich moet dat geen probleem zijn omdat zowel de administratie als de rechtspraak aanvaardt dat de fiscale termijnen kunnen worden verlengd in geval van ‘overmacht’. Dat kan een oplossing de fiscale rechtsbescherming garanderen, op voorwaarde dat de coronacrisis als overmachtssituatie wordt aanvaard, en dat is lang nog niet zeker. Overmacht kan slechts voortvloeien uit een gebeurtenis die onafhankelijk is van de menselijke wil en bovendien onvoorzienbaar en onvermijdbaar is. De fiscale rechtspraak is daar zeer streng in.

Wie getroffen wordt door het coronavirus, hoeft niet op veel clementie van de fiscale rechtspraak te rekenen.

Wie getroffen wordt door het coronavirus, hoeft niet op veel clementie van de fiscale rechtspraak te rekenen. Het hof van beroep van Antwerpen stelde al dat ziekte op zichzelf geen overmacht vormt voor de belastingplichtige omdat van een zieke kan worden verwacht dat hij maatregelen treft om via familieleden of vrienden zijn administratieve verplichtingen na te komen. Alleen wie kan aantonen dat een medische aandoening tot een volstrekte onmogelijkheid heeft geleid om te handelen, zal mogelijk de administratie of een rechter kunnen overtuigen. In ieder geval moeten ook belastingplichtigen wier partner, ouder of kind door corona in het ziekenhuis is beland niet op enige fiscale empathie hopen, want datzelfde hof van beroep heeft ook al geoordeeld dat de hospitalisatie van een echtgenote niet als overmacht geldt.

En wat als u wel kerngezond bent, maar u uw accountant of fiscale raadgever door de lockdown niet kunt bereiken en u dringend de fiscus moet antwoorden? Is dat een overmacht? Welnee. Het hof van beroep van, jawel, Antwerpen heeft ook al geoordeeld dat het feit dat de boekhouder van de belastingplichtige was getroffen door een terminale ziekte geen overmacht betekent. De belastingplichtige had volgens het hof zelf tijdig moeten controleren of de boekhouder het bezwaarschrift had ingediend, en had desnoods het bezwaarschrift zelf moeten indienen.

Ik doe dan ook een warme oproep aan de federale en de Vlaamse overheid om ook voor de fiscale rechtsbescherming coronamaatregelen te nemen. Dat kan door net als voor de fiscale aangiftes ook de fiscale antwoord- en bezwaartermijnen bijvoorbeeld met twee maanden te verlengen.

Partner Content