‘Dieselrijden pas vanaf 30.000 kilometer per jaar financieel interessanter’

© Belga

In de eerste vijf maanden van 2017 zijn voor het eerst in twintig jaar meer benzineauto’s verkocht dan dieselwagens. Reden voor die evolutie is de hervorming van de belasting op inverkeerstelling (BIV), waardoor dieselrijden financieel minder interessant wordt.

Van januari tot en met mei van dit jaar zijn in totaal 254.899 auto’s verkocht: 131.161 daarvan rijden op benzine, 123.738 op diesel. Dat is opmerkelijk, want na een periode van 20 jaar moet diesel weer de duimen leggen voor bezine. Dat bericht de VRT woensdag op basis van cijfers van Febiac. De woordvoerder van de automobielfederatie, Joost Kaesemans, bevestigt het nieuws. “In 1998 werden voor het eerst meer diesel- dan benzinewagens verkocht”, zegt Kaesemans. “In 2008 bereikten we een piek van maar liefst 80 procent dieselauto’s. Nu zitten we voor eerst weer onder de helft.”

Impact groenere belasting

Eind 2018 zullen de accijnzen op benzine en diesel gelijkgeschakeld zijn en blijft enkel nog het lagere verbruik van dieselwagens als voordeel over”

Reden voor die evolutie is met name de hervorming van de belasting op inverkeerstelling (BIV), die een meer ecologische inslag heeft gekregen. De graad van vervuiling en het verbruik zijn nu doorslaggevend bij het bepalen van de eenmalige autobelasting. Voor dieselwagens moet dus beduidend meer worden neergeteld dan voor een variant met een benzinemotor.

Uit de nieuwe budgettest van VAB blijkt dan ook dat dieselrijden tegen eind 2018 pas vanaf 30.000 kilometer per jaar financieel interessanter is dan het rijden met een benzinemotor. De mobiliteitsvereniging testte daarvoor in totaal achttien modellen, telkens met een gelijkwaardige benzine- en dieselmotor, en berekende aan de hand van de BIV en de kosten van de jaarlijkse verkeersbelasting het verschil voor een gebruiksperiode van vijf jaar.

30.000 kilometer per jaar

Uit de analyse blijkt dat de gemiddelde fiscale meerkost voor dieselversies bij SUV-modellen op 701 euro liggen en voor personenwagens zelfs op 1.076 euro. Daarnaast is het prijsverschil tussen diesel- en benzinewagens op een jaar tijd nog met 4 procent toegenomen: voor de aankoop van een gewone personenwagen op diesel tel je gemiddeld 2.494 euro meer neer, bij SUV’s en monovolumes 2.880 euro.

“Deze hogere kosten kunnen tot 2018 nog (deels) terugverdiend worden door het prijsverschil aan de pomp. Maar eind 2018 zullen de accijnzen op benzine en diesel gelijkgeschakeld zijn en blijft enkel nog het lagere verbruik van dieselwagens als voordeel over”, zegt VAB. “Het omslagpunt waarop dieselrijden financieel interessanter is dan benzine, verschuift dan naar 30.000 kilometer per jaar.” Slechts twee van de achttien geteste modellen is bij die grens in de dieselvariant nog goedkoper.

Partner Content