Belastingaangifte wordt dit jaar nog ingewikkelder

© ImageGlobe

De belastingaangifte voor 2016 telt maar liefst 885 codes, of 75 meer dan de aangifte van vorig jaar. In 2015 kwamen er ‘slechts’ 43 nieuwe codes bij, en in 2016 waren dat er 38.

De nieuwe aangifte is vandaag/woensdag verschenen in het Staatsblad, en fiscalist Jef Wellens heeft die al geanalyseerd op de site van Wolters Kluwer. In totaal zijn er 88 nieuwe codes bijgekomen, maar omdat er 13 oude wegvallen, gaat het netto om 75. Het gaat onder meer om een aantal belastingverminderingen die definitief uit de aangifte verdwijnen, zoals de vermindering voor inbraak- en brandbeveiliging die nu in alle gewesten is afgeschaft.

De FOD Financiën geeft geen commentaar bij de nieuwe aangifte – daarvoor is het wachten tot de persconferentie, eind april, van minister van Financiën Johan Van Overtveldt. Wij sommen alvast de voornaamste veranderingen op.

Hypothecaire lening

Deze recordgroei van nieuwe codes wijt Wellens aan de “alweer complexere hypotheekfiscaliteit”. De regionalisering van de hypotheekfiscaliteit draait “op volle toeren”, stelt Wellens vast. Daarvoor zijn nu 161 verschillende codes, of 30 meer dan vorig jaar. De fiscalist vindt daarom dat de gewesten stilaan elkaars buitenland worden. “Door ook de aangifte te regionaliseren – één aangifte per gewest – zou het verkeerd gebruik van aangiftecodes kunnen worden vermeden en een boel overbodige codes kunnen worden geschrapt.”

“Die nieuwe stelsels gelden voor de woning die u zelf betrekt, de eigen woning. Zo kennen we in Vlaanderen de nieuwe ‘geïntegreerde woonbonus’ en in Wallonië de ‘Chèque Habitat’.”, schrijft Wellens. De geïntegreerde woonbonus is een integratie van drie bestaande Vlaamse belastingverminderingen voor de eigen woning: de woonbonus en de belastingverminderingen voor langetermijnsparen en gewone interesten.

De oude gewestelijke woonbonus blijft bestaan voor leningen gesloten vóór 2016, maar in het Brusselse gewest ook nog voor leningen gesloten in 2016. Die oude woonbonus kan uitzonderlijk zelfs nog in het Waalse Gewest voorkomen voor leningen van 2016.

Wellens raadt daarnaast ook af om “zonder enige voorkennis het labyrint van vak IX te betreden”. Dat vak, over onder meer hypothecaire leningen, “explodeerde” op drie jaar tijd van 53 tot 161 codes.

Roerende inkomsten

Dit jaar heeft de federale regering de roerende voorheffing verhoogd van 27 naar 30 procent. “Maar zo uniform is dat basistarief niet, want het gaat gepaard met een boel uitzonderingstelsels waarvoor goedkopere tarieven gelden, gaande van 5, 10, 15, 17 tot 20 procent”, schrijft Wellens. Die 5 en 17 procent – uitlopers van de verhoging van de heffing op liquidatieboni – zijn de nieuwe belastingtarieven die dit jaar in de aangifte de kop opsteken en zorgen voor 24 extra codes in de aangiftevakken VII (roerende inkomsten) en XVI (diverse inkomsten van roerende aard).

De speculatiebelasting

Ook de speculatiebelasting – die vorig jaar werd ingevoerd en ondertussen weer is afgevoerd – duikt dit jaar op de belastingaangifte. Die codes worden opgenomen in hetzelfde vak als die van de roerende inkomsten. In totaal komen er op die manier vier codes bij. Wellens merkt op dat er geen code is voorzien voor de aangifte van het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing. Daardoor kunnen belastingplichtigen die mogelijk te veel heffingen hebben betaald het geld niet recuperen via hun belastingaangifte. “Die zal hiervoor een apart bezwaarschrift moeten indienen”, aldus Wellens.

Overuren

‘Flexi-job’-werknemers die in de horeca een centje bijverdienen, genieten van een belastingvrijstelling op hun overuren. Om van die vrijstelling te genieten mogen ze maximaal 360 of 300 overuren per jaar kloppen, naargelang de horecazaak al dan niet over een witte kassa beschikt. “Om die vrijstelling correct te berekenen en zo nodig te beperken, zijn er 16 nieuwe codes toegevoegd in vak IV van de aangifte”, aldus Wellens.

SWT

Personen in SWT (het vroegere brugpensioen) die aan de slag zijn als werknemer of zelfstandige en een toeslag krijgen tijdens de periode van de werkhervatting genieten van een belastingvrijstelling op die toeslagen. Zij moeten die belastingvrije toeslagen niet aangeven.

“Maar als de vrijstelling niet van toepassing is, omdat de toeslagen nog betrekking hebben op een periode vóór 2016 of op een periode zonder werkhervatting in 2016, dan geldt voor die toeslagen nog de belastingvermindering voor vervangingsinkomsten. En aan die vermindering werd gesleuteld. ze verschilt namelijk naargelang van de periode waarop de toeslag betrekking heeft”, meldt Wellens. Om de verschillende soorten toeslagen te identificeren en zo de vermindering correct te berekenen, werden er 10 nieuwe codes toegevoegd in vak IV van de aangifte.

De overige aanpassingen kunt u lezen op de site van Wolters Kluwer.

Partner Content