Als werknemers en aandeelhouders lotgenoten worden

© Dino Illustrations
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Volgens de Duitse denker Karl Marx waren aandeelhouders vampieren die de werknemers van een bedrijf leegzogen. Vandaag profiteren meer en meer werknemers mee van de winst van het bedrijf waarvoor ze werken.

Nu het einde van het jaar nadert, selecteert MoneyTalk de artikels die in 2019 het meest in de smaak vielen bij de lezers. Dit artikel verscheen voor het eerst in september.

Toen het telecombedrijf Belgacom – vandaag Proximus – in 2004 naar de beurs trok, kregen de werknemers de kans aandelen van het bedrijf te kopen met een korting van 16,66 procent. Een op de drie werknemers ging op dat voorstel in. Die aandelen brachten sinds 2004 een gemiddeld jaarlijks rendement van ruim 5 procent op. Vooral de dividenden of de winstuitkeringen, niet zozeer de koersstijging, bepaalden het rendement.

Ook bij de beursintroductie van bpost in 2013 waren 5,5 miljoen aandelen gereserveerd voor het personeel. Daarvan kwam uiteindelijk minder dan 17 procent bij de personeelsleden terecht. Bpost wil niet preciseren hoeveel procent van de personeelsleden aandelen van hun werkgever heeft gekocht. Het aandeel is vandaag 5 euro minder waard dan de introductieprijs, maar de dividenden maken veel goed. Rekening houdend met de korting voor de werknemers leverden de aandelen een gemiddeld jaarlijks rendement van 6,5 procent op.

Bij Proximus dreigen 1900 werknemers hun baan te verliezen. Ook bij bpost zijn de vakbonden er niet helemaal gerust in dat alle jobs behouden blijven, wanneer de postbodes volgend jaar niet langer elke dag brieven moeten rondbrengen. Als er ontslagen dreigen om de winstgevendheid van een bedrijf te verbeteren, dan worden de tegenstellingen tussen arbeid en kapitaal op scherp gezet. Maar als Proximus of bpost morgen meer winst maakt met minder mensen, dan profiteren werknemers als aandeelhouder daarvan mee.

Niet alle eieren in één mand

Het kan ook helemaal verkeerd aflopen. Heel wat werknemers van Fortis hadden aandelen toen de bank over de kop dreigde te gaan. Bij KBC en Dexia was dat niet anders. Vakbonden gebruiken het voorbeeld van de banken vaak als een argument tegen participatie in het kapitaal. Als je job op het spel staat en tegelijkertijd je spaarcenten in rook opgaan, komt de klap eens zo hard aan.

‘Er gaan zeker risico’s gepaard met een participatie van werknemers in het kapitaal van hun werkgever’

“Er gaan zeker risico’s gepaard met een participatie van werknemers in het kapitaal van hun werkgever”, zegt Geert Janssens, hoofdeconoom bij het forum voor geëngageerd ondernemen Etion. “In de Verenigde Staten zijn bedrijven op de fles gegaan, waar het pensioen voor de werknemers volledig in aandelen van het bedrijf zat. Die werknemers waren in één klap hun job en hun pensioen kwijt. Het is nooit de bedoeling dat mensen al hun eieren in één mand leggen.”

Janssens beseft ook dat in België niet echt een aandelencultuur heerst. “De participatie van werknemers in de winst van Amerikaanse bedrijven gaat terug tot de 18de eeuw. De eerste Amerikaanse minister van Financiën, Alexander Hamilton, was een voorstander van werknemersparticipatie. De Verenigde Staten hebben veel meer ervaring met aandelenplannen dan België”, erkent Janssens. De vraag is of de Belgische werknemers zitten te wachten op een deelname in het kapitaal van hun werkgever. Nochtans ziet Janssens meer voordelen dan nadelen.

Volgens Vlerick-professor Xavier Baeten is werknemersparticipatie in het kapitaal van een onderneming in België niet populair. “Dat is misschien ook beter, omdat onderzoek heeft aangetoond dat aandeelhouderschap van werknemers enkel goed werkt in ondernemingen die een participatieve cultuur hebben. Dat zijn bedrijven waar de werknemers inspraak krijgen, gehoord worden, goede informatiekanalen hebben, enzovoort. Uit ons onderzoek bij werknemers blijkt dat dat problematisch is.”

Zeggenschap

Als werknemers voldoende aandelen en stemrechten bezitten, kunnen ze beslissingsmacht krijgen. Bij de Oostenrijkse staaltechnologiegroep Voestalpine hebben zo’n 25.700 actieve personeelsleden via een stichting 24,4 miljoen aandelen van het bedrijf. De werknemers zijn de tweede grootste aandeelhouder. Ze delen in de winst en zorgen met hun belang van bijna 15 procent voor verankering en bescherming tegen vijandige overnames. De werknemers van Voestalpine hebben ook een belangrijke stem op de algemene vergadering en in de raad van bestuur, waar ze meepraten over strategische beslissingen.

‘De beste manier om ervoor te zorgen dat iedereen aan een zeel trekt, is door betrokkenheid van werknemers te realiseren’

Voor Janssens is het duidelijk dat werknemersparticipatie de weg vooruit is. “De digitalisering en de globalisering zetten bedrijven voor grote uitdagingen. Werknemers en werkgevers moeten samen de oplossingen bedenken. De beste manier om ervoor te zorgen dat iedereen aan een zeel trekt, is door betrokkenheid van werknemers te realiseren. Dat hoeft niet via een participatie in het kapitaal te gebeuren, maar wel door inspraak en een ommekeer in de bedrijfscultuur.”

De Belgische vakbonden zijn een andere mening toegedaan. “De zeggenschap van werknemers moet gebaseerd zijn op de inbreng van hun arbeid en sluit participatie op basis van inbreng van kapitaal uit”, vindt David Van Bellinghen, de woordvoerder van de christelijke vakbond ACV. Ook de socialistische vakbond ABVV vindt het niet de rol van werknemers om verantwoordelijkheid op te nemen voor managementbeslissingen in een bedrijf. “Wij zijn geen voorstander van een systeem van medebeheer, waarin vakbonden in het bestuur van ondernemingen worden opgenomen”, zegt woordvoerder Jurgen Masure. “Vakbonden moeten hun controlebevoegdheid via de ondernemingsraad en de syndicale delegatie ten volle kunnen uitoefenen. Dat is praktisch onmogelijk wanneer je ook mee verantwoordelijk bent voor de managementbeslissingen.”

Het buitenland

“De Belgische vakbonden cultiveren het verschil tussen arbeid en kapitaal”, vindt Janssens. “Ze denken dat die tegenstelling nodig is om hun bestaan te verdedigen. Ze willen niet dat de grenzen tussen arbeid en kapitaal vervagen en zijn gekant tegen elke vorm van werknemersparticipatie. Ik schrik er soms van dat vakbonden in het buitenland radicaal andere standpunten durven in te nemen.” Janssens denkt dan in de eerste plaats aan de vakbonden in Duitsland.

Jurgen Masure zegt dat het systeem vooral in Duitsland sterk is ontwikkeld is en dat de gevaren daarvan de voorbije jaren naar boven zijn gekomen. “De vakbonden bij Volkswagen zijn in zwaar weer terechtgekomen na dieselgate. Ze worden mee verantwoordelijk geacht voor de fraude. Je kunt je afvragen of zij hun controlerende rol ten volle hebben gespeeld en of het systeem van medebeheer daar geen rem op heeft gezet.”

De vakbonden vrezen dat alternatieve verloningsvormen de sociale zekerheid kunnen ondergraven. “Voor ons zal het brutoloon altijd het belangrijkste blijven. Dat is de basis waarop sociale rechten worden berekend”, zegt Masure. “Elke uitkering bij pensionering, ziekte, invaliditeit of werkloosheid is afhankelijk van het brutoloon. Werknemers schieten met alternatieve verloningsvormen in hun eigen voet. Op korte termijn zorgen ze misschien voor meer netto, op lange termijn ben je minder goed af.”

Een en ander zorgt ervoor dat België allesbehalve een voortrekkersrol speelt in de participatie van werknemers in het kapitaal van de bedrijven. Volgens een studie van European Federation of Employee Share Ownership (EFES) had in 2018 ongeveer 30 procent van de grote Belgische bedrijven een aandelenplan lopen waar veel werknemers aan mochten deelnemen. Het Europese gemiddelde ligt op 52 procent. In de studie werden zestig Belgische beursgenoteerde bedrijven en een niet-beursgenoteerd bedrijf opgenomen.

Een of enkele procenten

Volgens dezelfde studie zouden 7 tot 8 op de 100 Belgische werknemers aandelen hebben van het bedrijf waarvoor ze werken, terwijl het Europese gemiddelde op 21 op de 100 werknemers ligt. “Het aantal werknemers dat in ons land deelneemt aan aandelenplannen is volgens EFES het voorbije decennium gehalveerd”, zegt Xavier Baeten. Vijf Belgische bedrijven die aandelen ter beschikking stellen aan hun werknemers, springen in het oog: Colruyt, Elia, EVS, KBC en IBA.

“De werknemers bezitten doorgaans amper één of enkele procenten”, zegt Janssens. “een uitzondering is Colruyt. Daar ligt dat aandeel mogelijk hoger dan 10 procent. We kunnen het niet echt weten, want de personeelsleden kunnen na verloop van tijd hun aandelen weer verkopen via de beurs.”

Uit een onderzoek van de hr-dienstenleverancier SD Worx blijkt dat ongeveer 10 procent van de Belgische bedrijven de werknemers aandelen of een aandelengerelateerde verloning aanbiedt. “Organisaties bieden die voordelen vaker aan aan medewerkers die hoger in de hiërarchie van het bedrijf opereren”, zegt Kristiaan Andries van SD Worx. “Het gaat vooral om directie- en kaderleden. Bij arbeiders komen die voordelen zelden voor.”

Kris De Schutter van het advocatenkantoor Loyens & Loeff merkt op dat opties op aandelen van een bedrijf de jongste jaren wat populairder zijn geworden, om strategisch personeel aan een bedrijf te binden. “Vooral het gebruik van de bancaire producten, die met een optie op een aandelenindex of een fonds werken, zit in de lift. Dat heeft niets te maken met participatie van werknemers in het kapitaal van het bedrijf, maar alles met flexibele verloning en fiscale optimalisatie.”

Werknemers betrekken in de winst die een bedrijf maakt: het klinkt mooi. Maar hoe breng je dat in de praktijk? U leest het hier.

Partner Content