1 mei was feest van de arbeid én van het kapitaal

Conner Rousseau
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Op dezelfde dag dat socialisten wereldwijd de dag van de arbeid vierden, vond ook een groot feest voor het kapitalisme plaats. ‘Het kapitalisme heeft de voorbije 30 jaar ongelooflijk goed gewerkt, vooral voor de kapitalisten’, grapte CEO Warren Buffett op de algemene vergadering van Berkshire Hathaway.

De 90-jarige Warren Buffett zakte dit jaar naar L.A. af om zij aan zij met zijn kompaan 95-jarige Charlie Munger de aandeelhouders van Berkshire Hathaway via virtuele weg te kunnen toespreken. In normale tijden vindt de algemene vergadering in Omaha plaats en worden er allerlei festiviteiten voor de aandeelhouders georganiseerd. Ondanks de omstandigheden en zijn gezegende leeftijd had Buffett er duidelijk plezier in.

Hij begon de vergadering met een slide waarop de twintig grootste beursgenoteerde bedrijven ter wereld in 1989 stonden. Geen enkele van die bedrijven zit vandaag nog in de top twintig. Eind jaren 90 waren Japanse bedrijven dominant. ‘Vandaag komen vijf van de zes grootste bedrijven uit de Verenigde Staten’, merkte Buffett op. Het zesde bedrijf is Saoudi Aramco, een semi-staatsoliebedrijf. ‘Daar mogen we best trots op zijn voor een land dat 200 jaar geleden economisch nog niets betekende.’ Ter info: Berkshire Hathaway zit vandaag ook in die top twintig van ‘s werelds grootste beurskapitalisaties.

De kapitalisten

In 1989 was het grootste bedrijf iets meer dan 100 miljard dollar waard. Vandaag zijn de grootste bedrijven duizenden miljarden dollars waard. Volgens Buffett kunnen we uit de historische evolutie van de grootste beurswaarden iets leren over ongelijkheid en inflatie. ‘Maar we leren vooral dat het kapitalisme ongelooflijk goed heeft gewerkt, vooral voor de kapitalisten.’ Hij gaf toe dat het heel moeilijk, zo niet onmogelijk is om te voorspellen hoeveel van de beursreuzen van vandaag binnen twintig jaar nog zo groot zullen zijn. Terloops biechtte hij op dat het waarschijnlijk een vergissing was om vorig jaar voor 11 miljard dollar Apple-aandelen te verkopen. ‘Charlie was het er niet mee eens en heeft mij dat ook op zijn eigen manier laten weten.’ De iPhone-maker blijft wel de grootste positie van Buffetts holding Berkshire Hathaway. Buffett geeft tussen neus en lippen nog mee dat hij zijn iPhone enkel gebruikt om ermee te bellen.

De socialisten

Het Amerikaanse ‘feest van het kapitalisme’ vond plaats om 18.30 Belgische tijd. Het stond in schril contrast met de vele 1 mei-toespraken doorheen de dag, waarin de kapitalisten de zwarte piet kregen doorgeschoven. Vooruit-voorzitter Connor Rousseau gooide al aan de vooravond van de 1 mei-vieringen – na een mislukt loonoverleg – de knuppel in het hoenderhok. Hij stelt zijn veto tegen dividenden voor aandeelhouders, zolang er geen loonsverhogingen voor werknemers in zitten.

Heel wat bedrijven hebben dividenden geschrapt om de coronacrisis zonder kleerscheuren te doorstaan, terwijl ze de lonen niet zomaar konden inhouden. Wie werkt krijgt loon, wie risico neemt via beleggingen in aandelen krijgt misschien een dividend. Lonen en dividenden vergelijken is als appelen en peren vergelijken. Maar tegelijkertijd kaart Connor Rousseau toch een teer punt aan.

Het voelt oneerlijk aan dat aandeelhouders iets extra krijgen in een jaar dat werknemers niets extra kunnen krijgen. Alleen kunnen werknemers wél iets extra krijgen, al zal dat allicht geen permanente, duurzame loonstijging bovenop de automatische index zijn.

Socialisten en kapitalisten kunnen bondgenoten worden

Geert Janssens, econoom van Etion en auteur van Iedereen Eigenaar, vindt de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal ouderwets. ‘De loonkosten in België zijn hoog. Dat is al twintig jaar zo en dat zal de komende twintig jaar niet anders zijn’, meent Geert Janssens.

Die hoge loonkosten in ons land dreigen de concurrentiepositie van Belgische bedrijven onderuit te halen in een geglobaliseerde wereld, maar tegelijkertijd is het normaal dat medewerkers het moeilijk kunnen verkroppen dat in goede jaren winsten richting aandeelhouders vloeien en er niets voor de medewerkers af kan.

Geert Janssens: ‘De medewerkers worden nog vaak genegeerd. Waarom worden medewerkers door de werkgevers niet meer betrokken bij het resultaat. Wat is het resultaat? Wat is de bijdrage van medewerkers in het resultaat? Werkgevers zouden kunnen zeggen: we hebben die koek samen gebakken. Het is niet meer dan normaal dat iedereen een deel van de koek krijgt. Bij de algemene vergadering, na het afsluiten van het boekjaar, kunnen de aandeelhouders beslissen om een deel van het resultaat naar de medewerkers te laten vloeien. Met een winstpremie kunnen werkgevers ofwel iedereen een vast bedrag ofwel iedereen een vast percentage van het brutoloon geven.’

In kenniseconomie hebben we kennis van iedereen nodig

De econoom vindt niet dat loonoverleg nog op gecentraliseerd niveau moet gebeuren, maar wel op het niveau van de bedrijven. ‘Sociaal overleg gaat ervan uit dat alles eenheidsworst is. Er zijn bedrijven die de voorbije jaren hun beste jaar ooit hebben gepresteerd. Die bedrijfsleiders willen wel iets extra geven. Hun medewerkers hebben hard moeten doorwerken. De supermarkten zijn open gebleven, bepaalde fabrieken zijn altijd blijven draaien, aanvankelijk zonder mondmaskers. Vaak gaat het om jonge, gezonde medewerkers die nu ook achteraan staan in de rij om een vaccin te halen. Die bedrijfsleiders kunnen geen loonstijging geven, omdat het centrale sociaal overleg daar zo over heeft beslist. Dat wringt.’

Volgens Geert Janssens moeten we niet meer over werknemers en werkgevers spreken. ‘Door te spreken over medewerkers, krijg je meteen ook een ander perspectief. Tijdens het loonoverleg blijven vakbonden en werkgevers in hun loopgraven zitten, en zelfs politici denken nog altijd ouderwets. Terwijl zelfs medewerkers die aan de band staan in een fabriek die tegenstelling tussen arbeid en kapitaal niet meer zo scherp stellen. We leven niet meer in de middeleeuwen, maar in een kenniseconomie.’

Door werknemers meer te betrekken bij het resultaat zullen ze ook mee nadenken over wat er beter kan. ‘Iedereen moet boekhouder kunnen zijn van zijn eigen job of eigen afdeling. Dat is nodig als bedrijven en sectoren willen overleven in een wereld die voortdurend veranderd. Als er een geest van samenwerking heerst, zal iedereen het beste van zichzelf geven. Het is in een kenniseconomie belangrijk dat mensen op de werkvloer mee nadenken en snel schakelen. Medewerkers die betrokken zijn, weten hoe laat het is. Die weten ook dat als ze niets doen hun job misschien verdwijnt binnen twee à drie jaar. De discussies tussen sociale partners zouden dan kunnen gaan over wat echt belangrijk is: de toekomst van gemeenschappelijk gecreëerde en gedeelde welvaart.’

Volgens Geert Janssens zijn er wel heel wat bedrijven mee bezig en zijn de geesten stilaan aan het rijpen. Hij waarschuwt wel voor valkuilen. ’10 à 15.000 bedrijven keren een bonus CAO90 uit. Die bonus komt er als medewerkers met zijn allen een collectieve doelstelling halen. Het mag echter niet alleen om geld gaan. Bedrijven moeten daar ook echt een gezamenlijk project van maken. Die bonus kan gekoppeld worden aan de winst van het bedrijf of aan omzet of klantentevredenheid, veiligheid, diversiteit, verduurzaming. Het mag niet iets abstract blijven. De medewerkers moeten elke maand weten hoever ze staan, enzovoort. Het moet ook om een substantiële bonus gaan, minstens één of twee keer een maandloon. Dat is participatief ondernemen.’

Werknemers die aandeelhouders worden

Een winstpremie vindt Geert Janssens een eerste stap in de goede richting. ‘Je kan natuurlijk niet beter hebben dan werknemers die aandeelhouders zijn. Dat is echter nog een te grote stap voor velen. In tegenstelling tot veel andere landen zijn wij niet zo ver gevorderd. Nauwelijks iets meer dan 40.000 werknemers in ons land bezitten aandelen van hun eigen bedrijf en meestal zijn dat kaderleden. Een aandelenplan voor alle werknemers vraagt meer omkadering. De winstpremie is doorgaans beter behapbaar voor bedrijven in eerste instantie.’

Geert Janssens: ‘Natuurlijk mag je de medewerkers niet al hun spaarcenten in het eigen bedrijf laten stoppen. Als ondernemer is dat anders dan heb je het stuur in handen. Als individuele medewerker in een bedrijf met 1000 personeelsleden heb je niet veel zeggenschap. Bonussen en winstpremies mogen het gewone loon ook niet vervangen. Maar een beetje meer betrokkenheid van de medewerkers kan wonderen doen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content