Verplichte registratie burgerlijke maatschappen boezemt vermogende families angst in

© Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Vanaf 1 november moeten burgerlijke maatschappen worden ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen. Het populaire vehikel verliest daardoor het voordeel van de absolute discretie.

De maatschap is een instrument dat veel wordt gebruikt om de volgende generatie te betrekken bij het beheer van een beleggingsportefeuille of een kunstcollectie. De statuten van de maatschap zijn een soort contract waarin twee of meer partijen vastleggen hoe ze de inkomsten uit het vermogen verdelen en wie welke beslissingen neemt.

Voor de oprichting is geen publicatie in het Staatsblad nodig. Daardoor heeft de maatschap een streepje voor op andere vennootschappen. Welgestelde families blijven graag onder de radar. Er zijn journalisten die elke dag het Staatsblad uitpluizen op zoek naar nieuwe informatie over de vennootschappen van de rijkste Belgen. Met een maatschap bleven vermogende families tot nu uit het zicht.

Welke informatie wordt publiek?

Bij vermogende families zit de schrik erin dat er weldra een einde komt aan die absolute discretie. De maatschap valt sinds kort onder de definitie van een onderneming. Vanaf 1 november moeten burgerlijke maatschappen daardoor bij de oprichting worden ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Bestaande maatschappen krijgen respijt tot eind april 2019. Die verplichte registratie veroorzaakt commotie. Maar specialisten zijn het er niet over eens of de burgerlijke maatschap daardoor aan populariteit zal inboeten.

Registratie in de Kruispuntbank

Anton van Zantbeek, fiscaal advocaat van Rivus, klinkt het meest pessimistisch. “Dit zal een exodus uit de burgerlijke maatschappen veroorzaken”, is zijn stelling. Griet Vanden Abeele, advocate van Tiberghien en adviseur voor particulieren en familiebedrijven, klinkt genuanceerder. “De inschrijving in de Kruispuntbank verandert de spelregels enigszins. Heel wat cliënten hebben zich verzoend met het idee dat de fiscus meer zicht krijgt op hun financiële vermogen, maar ze willen niet dat de buitenwereld daar ook zicht op krijgt.” Vanden Abeele vindt dat de discretie voor de buitenwereld ook na de inwerkingtreding van de nieuwe regels grotendeels gewaarborgd blijft. Van Zantbeek is er niet zo gerust in.

“Je hoeft geen grote machinaties te zoeken achter de invoering van de nieuwe regels. De verplichte registratie in de Kruispuntbank is het rechtstreekse gevolg van de uitbreiding van het begrip onderneming. De wetgever heeft het ondernemingsrecht hervormd en duidelijk afgelijnd wat hij verstaat onder ondernemingen”, vindt Jo Stremersch, senior financieel planner bij Stremersch, Van Broekhoven & Partners.

‘Dit zal een exodus uit de burgerlijke maatschappen veroorzaken’

Naast de natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen en de rechtspersonen heeft de wetgever nu “iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid” toegevoegd aan de definitie van onderneming.

Stremersch vult aan: “In de Kruispuntbank moeten enkel een naam en een maatschappelijke zetel worden vermeld. De namen van de maten hoeven niet te worden opgegeven.” ‘Maten’ is een synoniem voor de vennoten van de maatschap.

Rinse Elsermans van het advocatenkantoor Cazimir vindt dat er oplossingen te bedenken zijn om de discretie te garanderen. “Je kunt een discrete naam kiezen voor de maatschap. Die naam hoeft niet per se de maatschap van de familie X of Y te zijn. De maatschappelijke zetel hoeft ook niet per se je thuisadres te zijn.”

Stremersch ziet dan ook geen reden om de maatschap in de ban te slaan. “Wij blijven de maatschap gewoon aanraden aan onze klanten als controlevehikel”, zegt ook Patrick Dierick, partner bij Deloitte Belgium. Hij denkt evenmin dat de registratie in de Kruispuntbank een aardverschuiving zal veroorzaken. Dierick merkt op dat je daarin enkel informatie kunt opzoeken over een onderneming als je de naam of het ondernemingsnummer kent.

Uiteindelijke begunstigde

“Een deel van de gegevens in de Kruispuntbank is publiek toegankelijk”, verklaart Denis-Emmanuel Philippe, fiscaal advocaat van Bloom Law. Hij vraagt zich hardop af of de wetgever die beslissing ook nam met het oog op de invoering van het UBO-register later dit jaar.

‘Wij blijven de maatschap gewoon aanraden aan onze klanten als controlevehikel’

De afkorting UBO staat voor ‘ ultimate beneficial owner‘ of uiteindelijke begunstigde. Het UBO-register is een onderdeel van een Europese richtlijn: alle lidstaten van de Europese Unie moeten zo’n register aanleggen en de informatie ter beschikking stellen van de buitenlandse fiscale administraties die ernaar vragen, als hulpmiddel om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te bestrijden.

Het is de bedoeling dat de natuurlijke personen die op de een of andere manier zeggenschap hebben over vennootschappen, vzw’s en stichtingen in dat UBO-register worden opgelijst. “Naar verwachting kan het UBO-register worden geraadpleegd door de fiscale administraties, door beroepen die verplicht zijn witwaspraktijken en de financiering van terrorisme te melden, en door andere partijen die een legitiem belang kunnen aantonen.” Om te weten hoe het register concreet zal functioneren, is het wachten op de uitvoeringsbesluiten.

Wat houdt de verplichte boekhouding in?

De burgerlijke maatschap moet voortaan ook een boekhouding hebben, net zoals alle ondernemingen. Maatschappen met een omzet van meer dan 500.000 euro moeten zelfs een dubbele boekhouding voeren, maar die komen in de praktijk weinig voor. De bestaande maatschappen vallen onder een overgangsregeling en moeten pas voor het eerst een boekhouding voeren over het boekjaar dat eindigt op 31 december 2020.

Kristof Fiers, vermogensplanner van de verzekeringsmakelaar Omega Financial Advice, vindt dat “het aspect administratie een stuk gecompliceerder wordt”. Hij voegt eraan toe dat de maatschappen voortaan alle boekhoudkundige stukken zeven jaar moeten bijhouden.

‘In de praktijk verandert door die verplichte boekhouding nagenoeg niets’

Stremersch nuanceert: “In de praktijk verandert door die verplichte boekhouding nagenoeg niets.” Vanden Abeele en Elsermans zijn ongeveer dezelfde mening toegedaan. “Het is nu al belangrijk jaarlijks een financiële staat op te maken waaruit blijkt welke inkomsten de maatschap heeft ontvangen”, zegt Vanden Abeele. Sinds de Vlaamse belastingdienst (Vlabel) een strenger standpunt heeft ingenomen, houden de meeste maatschappen een gedetailleerd overzicht van de vruchten en de meerwaarden bij.

Elsermans gaat nog een stapje verder. “De wettelijke verplichting om een boekhouding te voeren kan een positieve stimulans zijn om de administratieve kant beter te verzorgen. Die wordt vandaag soms verwaarloosd en dat kan verregaande gevolgen hebben.” De fiscus kan problemen maken en extra belastingen heffen als er onvoldoende bewijzen zijn dat alles volgens het boekje is verlopen.

Zijn er alternatieven voor de maatschap?

Stremersch verwacht niet dat de maatschap minder populair wordt, omdat er weinig alternatieven zijn. “Het hangt er natuurlijk van af welk doel je voor ogen hebt. Ik zie de maatschap als een instrument om de volgende generatie verstandig te leren omgaan met een opgebouwd vermogen. Als het erom te doen is een deel van het vermogen te schenken met behoud van controle, kun je schenken via een levensverzekering. Je kunt daar een aantal voorwaarden aan verbinden, zoals een beding van conventionele terugkeer, waardoor het geld na het vroegtijdige overlijden van de begiftigde terug naar de schenker gaat, zonder erfbelasting. Maar lang niet alles wat met een maatschap kan, kan met een levensverzekering.”

De financiële planner vindt het voor vermogende families ook geen optie naar buitenlandse vehikels uit te wijken. “Dat maakt de successieplanning er zeker niet eenvoudiger op.” Elsermans ziet ook niet meteen alternatieven voor de maatschap in het buitenland. “Je kunt bijvoorbeeld in Nederland een stichting administratiekantoor oprichten, maar alle inkomsten van de stichting moeten meteen worden uitgekeerd. Met een maatschap kun je dividenden herinvesteren en het vermogen verder laten groeien.”

Van Zantbeek ziet het helemaal anders. Hij is volop andere oplossingen voor zijn cliënten aan het uitwerken. “Er zijn andere manieren om te schenken en een deel van de controle te houden. Het behoud van het vruchtgebruik zorgt ook al voor een stukje controle. Als ik jou mijn gsm schenk, maar ik behoud het vruchtgebruik, dan heb jij nog altijd geen gsm in handen. Er is meer dan één weg naar Rome.”

Wat zijn de voordelen van de maatschap?

De maatschap is vooral populair bij ouders en grootouders die tijdens hun leven een deel van hun vermogen willen schenken aan hun kinderen en/of kleinkinderen, maar die toch zeggenschap over de schenking willen behouden. Het is een oplossing voor wie schrik heeft dat de kinderen slechte beleggingsbeslissingen zullen nemen of te snel te veel geld opsouperen.

De schenkers rekenen vaak ook nog op een deel van de inkomsten om hun levensstandaard op peil te houden, bijvoorbeeld wanneer ze terugvallen op een pensioen. Door de blote eigendom te schenken en een deel van het vruchtgebruik te behouden kunnen ze hun erfgenamen erfbelasting besparen.

‘De begeleiding wordt met de nieuwe regels alleen nog maar belangrijker’

“De maatschap wordt ook weleens los van een schenking of een successieplanning opgericht, als de kinderen nog erg jong zijn bijvoorbeeld”, voegt Vanden Abeele toe. “Cliënten proberen er zo voor te zorgen dat hun vermogen ook goed wordt beheerd als ze onverwachts zouden overlijden.”

Elsermans noemt het ook een manier om ervoor te zorgen dat het familiefortuin bijeen blijft na de dood van de ouders en om de kinderen te verplichten samen tot beslissingen te komen. Vaak worden de ouders eerst als zaakvoerders aangeduid en worden er opvolgende zaakvoerders benoemd als de ouders een bepaalde leeftijd bereiken. Er kunnen ook onafhankelijke zaakvoerders bij worden betrokken, omdat ze bijvoorbeeld expertise hebben in een bepaald domein.

Er is geen tussenkomst van een notaris nodig om een maatschap op te richten, maar statuten moeten wel zorgvuldig worden opgesteld om problemen met de fiscus of met de jongere generaties te vermijden. Heel wat financiële planners en adviseurs hebben zich de voorbije decennia gespecialiseerd in het oprichten van maatschappen voor hun klanten en het uitspinnen van alle spelregels. “Die begeleiding wordt met de nieuwe regels alleen nog maar belangrijker”, zegt Elsermans.

Eerst de schenking of eerst de maatschap?

“De maatschap op zich is geen instrument voor successieplanning”, benadrukt Elsermans. “Het is een controlevehikel dat in combinatie met een schenking een nuttig instrument voor successieplanning kan zijn.” De schenking kan voor de oprichting van de maatschap gebeuren, of er kunnen deelbewijzen van de maatschap worden geschonken. De schenking van sommige roerende goederen kunnen via een eenvoudige bankgift, zonder kosten of belastingen. De schenking van delen van de maatschap moet hoe dan ook voor de notaris gebeuren. Bij een schenking voor een Belgische notaris is schenkbelasting verschuldigd en de notaris rekent zelf natuurlijk ook iets aan voor zijn werk.

Vanden Abeele stipt aan dat de oprichting van de maatschap de medewerking vereist van alle betrokkenen – de schenkers en de begiftigden – als er al een schenking plaatsvond. Vandaar dat in de praktijk vaak eerst de maatschap wordt opgericht en pas daarna de delen van de maatschap worden geschonken.

Dierick weet dat sommige adviseurs aanraden te schenken met de last, zeg maar de verplichting, een maatschap op te richten en de geschonken goederen daarin in te brengen. “Ik raad het af te schenken met zo’n last, om alle discussies met de fiscus achteraf te vermijden. Als je iets schenkt, moet de begiftigde vrij kunnen beschikken over de geschonken goederen en ermee kunnen doen wat hij wil.”

Het is een slecht idee de touwtjes volledig in handen te houden. Elsermans: “Voor zwaarwichtige beslissingen is het beter alle maten mee te laten beslissen. In de statuten kan ook worden gestipuleerd dat bepaalde beslissingen unaniem moeten worden genomen. Het volstaat dan dat de ouders een minderheid van de stemrechten in de maatschap behouden om een bepaalde beslissing te blokkeren.”

Het is vaak eenvoudiger eerst de maatschap op te richten en dan pas delen van de maatschap weg te schenken. Elsermans: “Als de kinderen meerderjarig zijn, kunnen de ouders de goederen eerst schenken aan de kinderen en daarna gezamenlijk een maatschap oprichten. Als de kinderen minderjarig zijn, kunnen ze volgens de wetgever nog niet zelf de beslissingen nemen om een maatschap op te richten.”

Het is niet onmogelijk, maar wel omslachtiger. “Zijn er minderjarigen betrokken bij de oprichting van een maatschap, dan moet een beroep op de vrederechter worden gedaan”, zegt Vanden Abeele. Daarom vindt Elsermans het beter eerst de maatschap op te richten en daarna pas delen van de maatschap te schenken als er minderjarigen bij betrokken zijn. “De ouders kunnen wel zonder tussenkomst van een vrederechter de geschonken delen van de maatschap aanvaarden in naam van hun kinderen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content