Het werd al enkele keren aangekondigd, dan weer uitgesteld en vervolgens weer aangekondigd. Maar nu is het definitief. Wie vorig jaar (2015) niet op controle ging bij de tandarts, betaalt meer voor een tandheelkundige ingreep.
De verhoging van het remgeld voor wie vorig jaar niet op controle ging bij de tandarts werd al enkele keren uitgesteld, maar volgens de woordvoerder van de federale minister van Volksgezondheid, Maggie De Block (Open VLD), is het nu definitief. Wie vorig jaar geen terugbetaalde tandzorg kreeg, moet sinds 1 juli voor een aantal ingrepen een hogere persoonlijke bijdrage betalen. Dat meldt De Tijd.
De regeling kadert in het mondzorgtraject dat op 1 januari 2015 van start ging. Iedereen kreeg toen één jaar de tijd om langs te gaan bij de tandarts voor een preventief mondonderzoek. Bedoeling was op 1 januari 2016 het remgeld op te trekken voor wie dat niet deed. Die maatregel werd dus uiteindelijk een half jaar later van kracht.
Concreet betaalt een patiënt die vorig jaar niet op bezoek ging bij de tandarts voor een tandheelkundige ingreep meestal 40 procent van het honorarium. Wie wel keurig op controle ging, betaalt 25 procent.
Wie bijvoorbeeld aan een volledig uitneembare prothese toe is – en vorig jaar niet op de controle ging – ziet het remgeld oplopen van 145 tot 185 euro.
De maatregel heeft uiteraard tot doel de mensen aan te sporen op zijn minst jaarlijks hun gebit te laten controleren. Daardoor blijft het remgeld voor het jaarlijks preventief onderzoek beperkt tot 3,50 euro. Wie vorig jaar niet naar de tandarts ging, betaalt voor de jaarlijkse controle precies evenveel als wie wel zo verstandig was dat te doen.
(DT/BO)
