Wie overweegt om een tweevoudige stroommeter te installeren, controleert het beste of hij daar voldoende profijt uit haalt. Vooral bij de goedkopere energieleveranciers is er bijna geen prijsverschil meer tussen het tweevoudige tariefplan en het enkelvoudige.
De tijd dat je nog veel geld kan besparen door te kiezen voor nacht- en dagtarief lijkt voorbij te zijn. Dat leert een onderzoek van De Standaard. Nochtans kiezen almaar huishoudens voor een tweevoudig tariefplan. Cijfers van de distributienetbeheerder Eandis leren dat het aandeel van nieuw geplaatste enkelvoudige meters tussen 2013 en 2016 gedaald is van 35 naar 28 procent. Al moet een gezin met een gemiddeld verbruik (3.500 kw) 55 procent van het stroomverbruik verleggen naar ‘s avonds of het weekend om goedkoper af te zijn met een tweevoudige meter.
Groter verschil bij duurdere leveranciers
Enkel wie bij een duurdere energieleverancier zit, kan nog de prijs op zijn energiefactuur aanzienlijk drukken door te kiezen voor dag- en nachttarief. Al is vergelijken ook hier de boodschap. Bij de ene energieleverancier doe je meer voordeel dan bij de ander.
Een tweevoudige meter is vooral interessant voor mensen die een nieuwe woning bouwen. De aankoopprijs van zo’n meter ligt tussen 284 en 396 euro, inclusief btw. “Wie een enkelvoudige meter koopt, betaalt slechts 48 euro minder”, zegt Simon Van Wijmeersch van Eandis in de krant. Dat terwijl een gezin met een tweevoudige meter vanaf het eerste jaar al 70 euro kan besparen.
Wie een tweevoudige meter wil installeren in een bestaande woning, haalt minder winst uit een overschakeling. Enkel voor wie voor minstens 55 procent van zijn stroom tijdens de daluren verbruikt is het echt interessant om af te stappen van een eenvoudig tariefplan. In zo’n situatie varieert de terugverdientijd tussen 5 à 6 jaar voor een gezin dat bij een goedkopere leverancier zit. Bij een gemiddelde elektriciteitsprijs bedraagt de terugverdientijd volgens Eandis vier jaar. (NS)
