Lagere depositogarantie in Groot-Brittannië heeft geen gevolgen voor Belgische spaarder

Groot-Brittannië verlaagt de depositogarantie vanaf 1 januari van 85.000 naar 75.000 pond. Voor het spaargeld bij Belgische banken verandert er niets.

Belgen met een rekening in Groot-Brittannië hebben bericht gekregen dat de depositogarantie vanaf 1 januari wordt verlaagd van 85.000 Brits pond naar 75.000 pond. In België is er een bescherming tot 100.000 euro per bank en per persoon. Voor het spaargeld bij Belgische banken verandert er helemaal niets.

Sinds 2011 geldt een Europese richtlijn die de depositogarantie definitief op 100.000 euro heeft gebracht. “Toen het dekkingsbedrag van 100.000 euro werd ingesteld, moesten de lidstaten buiten de eurozone dat bedrag omzetten in hun nationale munt”, zegt Herman Debremaeker, secretaris-generaal van het Belgische Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. “De richtlijn bepaalde ook dat die omzetting om de vijf jaar moest worden getoetst.”

Wisselkoersschommelingen

Lidstaten van de Europese Unie (EU) met een andere munt, zoals Groot-Brittannië, moeten dus om de vijf jaar het bedrag van hun depositogarantie aanpassen, zodat hun garantie niet te ver afwijkt van de geharmoniseerde 100.000 euro in de andere lidstaten. Ze mogen niet op eigen houtje een hogere bescherming voor spaargeld bieden. Debremaeker: “Er is dus absoluut geen sprake dat er iets wijzigt aan het EU-dekkingsbedrag van 100.000 euro.”

De verlaging van de depositogarantie in Groot-Brittannië is dus het gevolg van wisselkoersschommelingen. Het pond is in euro veel meer waard dan vijf jaar geleden. In september vorig jaar was één Brits pond ongeveer 1,26 euro waard. Vijf jaar geleden was dat minder dan 1,20 euro. Vandaag betaalt u 1,36 euro per pond.

De depositogarantie is een bescherming van het spaargeld, waarbij de hele banksector in feite garant staat voor de terugbetaling van het geld van de spaarders bij de faillissement van een financiële instelling. Als er onvoldoende geld opzijstaat om zo’n debacle op te vangen, moet de overheid tijdelijk bijspringen. Daarom wordt ook weleens gesproken over een overheidsgarantie van 100.000 euro per bank en per klant.

Het is een Europese regeling, maar elke lidstaat van de Europese Unie regelt de garantie op zijn manier en staat zelf in laatste instantie garant. In sommige landen hebben de banken al een pak voorafbetalingen aan een soort beschermingsfonds moeten doen, in andere niet.