‘Cash for cars’ staat op de helling

© iStock
Niels Saelens Redacteur Trends.be & Moneytalk.be

Als Open VLD het voor het zeggen heeft, krijgen wij binnenkort de kans om onze bedrijfswagen in te ruilen voor meer nettoloon. Maar de sociale partners schieten met scherp op dat voorstel.

.

De federale regering werkt aan een wettelijk kader voor het mobiliteitsbudget. Bedoeling is dat de werknemers in plaats van een salariswagen extra cash krijgen, zodat ze zelf kunnen beslissen hoe ze pendelen. SD Worx kreeg de opdracht een wetsontwerp uit te werken. Het sociaal secretariaat berekent nu hoeveel nettovergoeding er moet staan tegenover het voordeel van een salariswagen. De eerste schattingen schommelen tussen 200 en 400 euro per maand, afhankelijk van het type wagen.

Het cashverhaal moet evenwel blijven. Zonder cash-incentive is er geen effect op de mobiliteit”

Al lopen de sociale partners niet warm voor dat idee, schrijft De Tijd. Volgens hen moet het mobiliteitsbudget in eerste instantie naar mobiliteit gaan. Dat kan een bedrijfswagen zijn, of de combinatie van een kleinere wagen en een abonnement op het openbaar vervoer. In de krant laten de vakbonden en de werkgeversorganisatie weten dat er enkel extra cash uitbetaald kan worden aan de werknemers als er een kleine som overblijft. Een definitief akkoord tussen de sociale partners is er evenwel nog niet.

Open VLD tegen CD&V

Open VLD, de grootste voorstander van ‘Cash for cars’, wil daar hoe dan ook niet van afstappen. De partij zegt open te staan voor andere mobiliteitsopties, “maar ter aanvulling, niet ter vervanging”, aldus kamerlid Egbert Lachaert. “Het cashverhaal moet evenwel blijven. Zonder cash-incentive is er geen effect op de mobiliteit.”

Lachaert krijgt alvast steun van partijvoorzitter Gwendolyn Rutten. ‘On-voor-stel-baar. Is dit 2017? Laat mensen toch gewoon geld verdienen en zelf beslissen wat ze ermee doen’, reageert Rutten via Twitter op de plannen van de sociale partners.

Bij de coalitiepartner CD&V, klinken er bij monde van Kamerlid Jef Van den Bergh andere geluiden. “De afspraak binnen de regering is wat ze is”, reageert Van den Bergh. “Maar de premier zei in de Kamer dat ook de meningen en adviezen van externen moeten worden meegenomen. Ik ga er dus van uit dat de regering rekening zal houden met het advies van de sociale partners. Dit gaat over de relatie tussen werkgevers en werknemers, dus het lijkt met nogal evident dat daar ook rekening mee gehouden wordt.”

Zelf is de CD&V’er een erg koele minnaar van ‘cash for cars’. “Het toekennen van een netto cash vergoeding aan iedereen die zijn bedrijfswagen inlevert, is weinig stimulerend voor werknemers om zich op een andere manier te gaan verplaatsen. Het betekent eigenlijk enkel een vervanging van de ene vorm van loonoptimalisatie door een andere”, verduidelijkt hij. “Het mobiliteitseffect van deze maatregel is hoogst onzeker.”

Het CD&V-Kamerlid ziet veel meer in een volwaardig mobiliteitsbudget. Dat heeft zijn effect al bewezen, aldus Van den Bergh, zwaaiend met proefprojecten bij verschillende bedrijven. “Alleen botsen zij op een wirwar aan administratieve en fiscale regels om dit op een eenvoudige manier toe te passen. Zij worden eigenlijk (para-)fiscaal en administratief gestraft voor hun keuze voor alternatieven van de bedrijfswagen”, zegt hij.

Ook tegenkanting van andere organisaties

Open VLD krijgt ook uit andere hoeken tegenkanting . Zo liet de mobiliteitsorganisatie VAB al weten dat het geen voorstander is van een cashvergoeding. “Omdat het eerder om een fiscaal dan om een mobiliteitssturend voorstel gaat, is het “de naam mobiliteitsbudget niet waardig”, meent de mobiliteitsorganisatie VAB. Ze zegt dat op basis van een onderzoek dat ze heeft gedaan bij 25 bedrijven die al langer inspanningen doen rond mobiliteit.

Verloning in wagens en brandstof mag niet langer een achterpoort zijn om loonlasten te ontwijken

VAB somt drie voorwaarden op die nodig zijn om tot 15 procent minder autoverplaatsingen te komen: het budget moet prioritair besteed worden aan duurzamemobiliteitsmiddelen, de werkgever moet een wervende rol spelen en de locatie van het bedrijf moet zich lenen voor alternatieven voor de auto.

De locatie en de focus van het bedrijf zijn doorslaggevend, blijkt uit het onderzoek. In een bedrijf inin een grote stad met goed openbaar vervoer kan een echt mobiliteitsbudget het aantal autopendelaars met 15 procent doen dalen. Buiten de stad en met minder openbaar vervoer blijft de daling beperkt tot 7 procent.

Ook volgens de Bond Beter Leefmilieu (BBL) en het Netwerk Duurzame Mobiliteit (NDM)kan het mobiliteitsbudget enkel een succes zijn als er voorwaarden worden aan gekoppeld. “Verloning in wagens en brandstof mag niet langer een achterpoort zijn om loonlasten te ontwijken”, klinkt het. “En dat mag ook niet het geval zijn bij de overschakeling naar een cashvergoeding.” Volgens BBL en NDM is ‘extra loon enkel verantwoord wanneer het de werknemers afstand doet nemen van een wagen. “Zij kunnen dat loon dan gebruiken om de hogere woonkosten in de stad te betalen.”

Duurzame vervoersmiddelen

Daarnaast willen de verenigingen dat de federale regering de focus legt op duurzaam vervoer, zoals het openbaar vervoer, de fiets of voertuigdelen. “Het budget kan de flexibiliteit in het woon-werkverkeer vergroten en het aanbod van duurzame vervoersopties een duw in de rug geven. Dat betekent dat de salariswagen fiscaal minder aantrekkelijk moet zijn dan de duurzame vervoersopties”, verduidelijken ze.

Het is niet aan de overheid om brandstofverbruik fiscaal te stimuleren

Tot slot willen de BBL en het NDM de tankkaart zien verdwijnen. Zij vinden het onverantwoord dat die deel uitmaakt van het mobiliteitsbudget. “Het is niet aan de overheid om brandstofverbruik fiscaal te stimuleren. De voertuigen die in aanmerking komen voor het mobiliteitsbudget moeten ook tegen 2025 emissievrij zijn”, aldus de verenigingen.

Het is overigens nog niet zeker dat het principe van een mobiliteitsbudget goedgekeurd wordt door de Raad van State. Die oordeelde al dat de vervanging van de ecocheques door een extra vergoeding illegaal is. Ook met het mobiliteitsbudget zal de werknemer vrij zijn om te bepalen wat hij doet met de extra vergoeding. Het is met andere woorden niet zeker dat hij het geld gaat gebruiken om bijvoorbeeld een treinabonnement te kopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content