Professor Leo Van Hove: “Cash kost meer dan consument beseft”

© pixinoo (iStock)
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Door een Europese richtlijn is het voortaan verboden voor Belgische handelaars iets extra aan te rekenen aan klanten die elektronisch willen betalen. VUB-professor Leo Van Hove legt uit dat betalingen in cash veel meer kosten aan de maatschappij dan de consument beseft.

Zal de maatregel veel verschil maken?

LEO VAN HOVE: “Hopelijk wel, maar het betaalgedrag van mensen wordt sterk bepaald door hun gewoontes. Het onmiddelijke effect van zo’n maatregel mag daarom niet overschat worden. Er zal tijd over moeten gaan.”

Waarom moet het gedrag van consumenten veranderen?

VAN HOVE: “Cash is het duurste betaalmiddel, behalve – voorlopig – voor heel kleine betalingen. Cash is een fysiek product, waarmee kosten voor transport, bewaring en beveiliging gemoeid zijn. Voor supermarkten en banken bijvoorbeeld weegt dat kostenplaatje stevig door. Banken rekenen die kostprijs via kruissubsidies door aan de klanten.”

‘Cash is het duurste betaalmiddel, behalve – voorlopig – voor heel kleine betalingen’

“Fortis heeft in 2003 geprobeerd een deel van de kosten voor de cash rechtstreeks aan te rekenen aan de klanten. We spreken over enkele eurocenten. Daar kwam toen veel protest op, onder meer van toenmalig minister van Consumentenzaken Freya Van den Bossche. De consument pikt het niet dat hij moet betalen om zijn ‘eigen geld’ terug te krijgen.”

“Het resultaat van het protest en de tussenkomst van Van den Bossche was een herenakkoord met de banksector dat elke klant recht gaf op 24 gratis afhalingen per jaar. Ik pleit er al jaren voor dat het betaalinstrument dat het duurste is voor de samenleving, ook het duurste zou moeten zijn voor de consument. Dat is nu niet het geval. Ik maak me daar niet populair mee, maar het zou wel een dynamiek in gang kunnen zetten.”

Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) vindt de kostprijs van elektronische betalingen voor de handelaars nog altijd te hoog.

VAN HOVE: “Er zijn al inspanningen geleverd, met name om voor handelaars de kostprijs van elektronische betalingen voor kleine bedragen te drukken. Er spelen natuurlijk ook schaalvoordelen. Als meer elektronisch betaald zou worden, dan zouden de kosten nog meer kunnen zakken.”

“In Nederland bijvoorbeeld heeft de banksector afspraken gemaakt met de handelaars, om ervoor te zorgen dat die elektronisch betalen zouden aanmoedigen bij hun klanten. Als de handelaars bepaalde mijlpalen bereikten, dan zakten retroactief de tarieven voor elektronische transacties. De klanten meer laten betalen omdat ze elektronisch betalen, is echt een omgekeerde logica.”

De Belgische handelaars mochten tot nu toe enkel de werkelijke kosten doorrekenen aan de klanten. Er komen relatief weinig klachten – 73 in 2017 – binnen bij het Meldpunt van de federale overheidsdienst Economie. Toch zie je nog regelmatig in buurtwinkels, bij de kapper of op een markt dat er relatief grote ‘kortingen’ worden toegekend voor betalingen in cash?

VAN HOVE: “Dat is ook mijn ervaring. De meeste klanten zullen geen klacht indienen bij het Meldpunt, ze halen gewoon extra cash af voor ze bij die winkel of die marktkramer langsgaan.”

Een korting voor cash, terwijl de afhandeling van cash duurder is. Willen die handelaars dan een deel van hun business uit het zicht van de fiscus houden?

VAN HOVE: “Er is een verband tussen de zwarte economie en het gebruik van cash. Het is echter moeilijk daar schattingen van te maken. Friedrich Schneider, een professor van de Johannes Kepler University van Linz, maakt wel regelmatig schattingen – onder meer op basis van de hoeveelheid cash in omloop. Het relatieve belang van de schaduweconomie is volgens Schneider in België groter dan in onze buurlanden, maar zit onder het gemiddelde van de 31 Europese landen die hij in zijn onderzoek betrekt.”

‘We weten bijzonder weinig over het gebruik van cash van de Belgische gezinnen’

“We weten bijzonder weinig over het gebruik van cash van de Belgische gezinnen. We hebben een recente studie van de Europese Centrale Bank, op basis van dagboeken die consumenten uit de hele eurozone hebben bijgehouden over hun betalingen. Die studie verschaft wat inzicht. Vooral in Zuid-Europa, Duitsland, Oostenrijk en Slovenië wordt nog veel cash betaald in de winkels. We spreken over meer dan 80 procent van alle betalingen.”

“In België, Luxemburg en Frankrijk gebeurt tussen 63 en 68 procent van de betalingen bij verkooppunten met cash. In Nederland, Estland en Finland liggen die percentages het laagst. Als het gaat over de waarde van de betalingen in cash in verhouding tot de volledige waarde van alle betalingen, dan liggen die percentages overal veel lager. Voor grotere bedragen wordt vaker naar de kaart gegrepen. In België is cash ongeveer goed voor een derde van het totale bedrag aan aankopen in de winkel.”

Hoe komt het dat de Scandinavische landen vooroplopen in betaling met de kaart en met de smartphone?

VAN HOVE: “Dat heeft te maken met een samenspel van factoren, maar vooral met het feit dat zowel de overheid, de banken als de handelaars er hun schouders onder zetten. De handelaars krijgen in de Scandinavische landen veel meer de werkelijke kostprijs van de afhandeling van cash voorgeschoteld.”

“De banken moedigen elektronisch betalen ook meer aan. Een land als Zweden is uitgestrekter dan België en het kost er dus meer om een netwerk van bankautomaten te onderhouden dat iedereen kan bedienen. Als consumenten verder moeten rijden om geld uit de muur te halen, zullen ze ook sneller bereid zijn elektronische betalingen als de standaard te aanvaarden. De Zweedse overheid heeft ook een soort zwarte doos in de kassa’s verplicht gemaakt om zwartwerk tegen te gaan.

‘In Scandinavië wordt technologie sneller geadopteerd’

“En er zijn natuurlijk ook culturele verschillen. In Scandinavië wordt technologie sneller geadopteerd. Zowat alle taxichauffeurs in Scandinavië – en ook andere dienstenleveranciers – aanvaarden betalingen met de kaart of met de smartphone, terwijl dat in ons land vaak niet het geval is. Terwijl het niet praktisch is nog snel gepast geld bijeen te zoeken op de achterbank van een taxi.

“In Zweden heb je ook WyWallet, een app die van in het begin door de vier grote operatoren ondersteund werd. Negen op de tien Zweden kunnen die app gebruiken voor hun mobiele betalingen. Als elke bank zijn eigen app heeft, dan nemen handelaars vaak een meer afwachtende houding aan om te weten welke technologie uiteindelijk zal doorbreken. En dan zit je met de kip-of-het-ei-vraag.”

“De handelaars zullen bijvoorbeeld pas een terminal voor contactloos betalen installeren, als de klanten die willen gebruiken. En het gros van de klanten begint pas met contactloos betalen als ze dat overal of toch op veel plaatsen kunnen doen.”

China is waarschijnlijk dé voorloper wereldwijd wat mobiele betalingen betreft voor diensten en goederen.

VAN HOVE: “Daar heb je natuurlijk de explosieve groei van e-commerce gehad. De internetreuzen Tencent en Alibaba hebben lang een prijzenoorlog gevoerd voor hun betaalapplicaties en mobiele betalingen gesubsidieerd. Ze konden dat doen omdat ze diepe zakken hadden. Die trend van mobiel betalen is overgeslagen van online naar offline. Ook betalingen voor Uber en lokale concurrent Didi zijn lang gesubsidieerd.

“Bovendien waren betaalkaarten in China niet zo sterk gepenetreerd in de samenleving als bij ons. De Chinezen hadden meer behoefte aan het gebruiksgemak van mobiele betalingen. De wet van de remmende voorsprong heeft daar in het nadeel van Europa en de Verenigde Staten gespeeld. Kenia heeft bijvoorbeeld ook in één keer de sprong van cash naar mobiel betalen gemaakt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content