Podcast: Wat moet u doen voor een deftig pensioen?

© iStock

De regering-Michel heeft de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd en allerlei maatregelen genomen om de pensioenen betaalbaar te houden. Het pensioen met punten komt er niet meer deze legislatuur. Gaat de regering te ver of niet ver genoeg?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Carrefour stuurt mensen vanaf 56 jaar op “brugpensioen”, of beter gezegd op SWT, want we mogen het woord brugpensioen niet meer gebruiken. SWT staat voor ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)’. De supermarktketen betaalt voor 600 ex-werknemers een bedrijfstoeslag bovenop hun werkloosheidsuitkering. Die werknemers blijven wel beschikbaar voor de arbeidsmarkt, maar omdat ze “een regeling” krijgen van het bedrijf zijn ze meestal niet meer gemotiveerd om nog ander werk te zoeken.

Het debacle drukt de regering nog eens met haar neus op de feiten. De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd is nog geen garantie voor een verhoging van de effectieve pensioenleeftijd. In 2015 stapten de Belgen gemiddeld op 60 jaar uit de arbeidsmarkt, terwijl de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar is. De regering nam wel initiatieven om de effectieve pensioenleeftijd te verhogen. Zo ben je sinds enkele jaren wettelijk verplicht om je aanvullend pensioen op te nemen op het moment dat je met pensioen gaat. Ga met vervroegd op pensioen, dan betaal je meer belastingen op het kapitaal dat je hebt opgebouwd via groepsverzekeringen of pensioenfondsen.

Het pensioen met punten komt er deze legislatuur niet meer. Dat systeem zou de band tussen de duur van de loopbaan en de hoogte van het pensioen opnieuw moeten aanhalen. Het zou ook de problemen oplossen die gepaard gaan met gemengde loopbanen. Voor het pensioen met punten moet er eerst een akkoord zijn over de lijst met zware beroepen en dat zal er niet op een, twee, drie zijn. Voor Vincent Van Quickenborne (Open Vld) en zijn medestanders moet er eerst een lijst zijn voor de privésector en dan pas een akkoord voor de openbare sector. De lijst die de vakbondsvertegenwoordigers van het overheidspersoneel en de minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine (MR), hebben opgesteld, mag dus naar de prullenmand.

De maatregelen van de regering moeten ervoor zorgen dat onze pensioenen op de lange termijn betaalbaar blijven zonder dat de overheidsuitgaven volledige ontsporen. We torsen een hoge schuldenlast en een duur overheidsapparaat. Daar komt de uitdaging van de vergrijzing bij. Er zijn steeds minder schouders van werkende mensen om de stijgende lasten voor pensioenen en gezondheidszorg te dragen. Dat maakt dat er nog altijd onzekerheid is over de betaalbaarheid van ons repartitiesysteem op de lange termijn.

We kunnen zelf iets doen om ons wettelijk pensioen te versterken (eerste pijler) en om een stevige tweede en derde pijler van ons pensioen op te richten. De tweede pijler is het aanvullend pensioen dat we via groepsverzekeringen en pensioenfondsen opbouwen en de derde pijler is het individuele pensioensparen via een fonds of verzekering. De regering moet de rest doen. De consensus onder economen is dat de hervormingen nog niet ver genoeg gaan. We zitten dus niet in dezelfde luxepositie als Nederland, waar economen durven te zeggen dat het vergrijzingsprobleem is opgelost.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content