Pensioenspaarfondsen beleggen in de toekomst in niet-beursgenoteerde bedrijven

© Getty Images/iStockphoto
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De Belgische wetgever wil nog voor de zomer de wettelijke beleggingsregels voor de pensioenspaarfondsen wijzigen, zodat ook zij kunnen investeren in niet-beursgenoteerde bedrijven en infrastructuurprojecten. De sector was daar al langer vragende partij voor. De pensioenfondsen en de verzekeraars, die ook geld beleggen voor het pensioen van hun klanten, doen het al langer.

De pensioenspaarfondsen beleggen per definitie voor de lange termijn. Ze beheren het geld dat particulieren met een fiscaal voordeel kunnen sparen voor hun oude dag. Weinig pensioenspaarders halen het in hun hoofd het geld voor hun zestigste verjaardag op te vragen, omdat ze dan 33 procent belasting betalen op hun kapitaal in plaats van 8 procent. De beheerders van de vier grootste pensioenspaarfondsen zeiden enkele weken geleden in Trends dat ze graag willen beleggen in niet-beursgenoteerde bedrijven (private-equity) en infrastructuur – bij uitstek investeringen waarvoor een lange beleggingshorizon vereist is – maar de regelgeving laat dat niet toe.

We vernamen uit verschillende bronnen dat de wetgever er wel oren naar heeft om dat mogelijk te maken. “We proberen in de wetgeving van de pensioenspaarfondsen op te nemen dat ze voortaan ook kunnen investeren in equitytranches van infrastructuurprojecten en in private-equityfondsen”, bevestigt Ferry Comhair, de woordvoerder van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). “Ik kan je daar nog niet veel over vertellen, omdat het voor de zomer zal worden opgenomen in de volgende wet diverse bepalingen. De voorbereiding is bezig.”

Pensioenfondsen

Van het geld dat de werknemers samen met de werkgevers sparen voor hun pensioen via groepsverzekeringen of bedrijfs- en sectorpensioenfondsen, wordt slechts een fractie geïnvesteerd in niet-beursgenoteerde bedrijven of infrastructuur. Maar er is verandering op til.

Herinnert u zich de commotie over China State Grid, dat een belang van 14 procent wilde kopen in Eandis en daarvoor veel geld wilde neertellen? Het Chinese staatsbedrijf was de hoogste bieder, maar bij de drie hoogste biedingen voor de netbeheerder zaten ook een Nederlands en een Australisch pensioenfonds. Het Ontario Teachers’ Pension Plan, een Canadees pensioenfonds, is de grootste aandeelhouder van Brussels Airport Company, de uitbater van de luchthaven van Zaventem. “De Australische en de Canadese pensioenfondsen investeren 25 tot 30 procent van hun middelen in infrastructuur”, weet Philip Neyt, de voorzitter van Pensioplus, de vereniging van de pensioenfondsen.

Voor de Belgische pensioenfondsen is er geen wettelijke belemmering om te investeren in niet-beursgenoteerde bedrijven of infrastructuurprojecten. Voor de pensioenspaarfondsen en de verzekeraars is die er wel. “De Belgische pensioenfondsen zijn vaak wel een maatje te klein”, zegt Neyt. “Daarom zijn ze verplicht via gespecialiseerde fondsen te investeren, zoals die van TDP (het vroegere DG Infra, nvdr), of samen te werken met grote buitenlandse pensioenfondsen.”

Neyt vindt wel dat er behoefte is aan een meer gestandaardiseerde financiering van infrastructuurprojecten, om die minder complex te maken voor pensioenfondsen. Hij verwijst naar Groot-Brittannië, waar enkele van de grootste fondsen het Pensions Infrastructure Platform (PiP) hebben opgericht. Via dat platform kunnen andere Britse pensioenfondsen mee investeren in infrastructuur. Neyt wil dat er ook in België zo’n platform komt.

De pensioenfondsen beheren het aanvullend pensioen dat ongeveer 1,5 miljoen Belgen via hun werkgever bij elkaar sparen. Het is een alternatief voor de beter bekende groepsverzekering. “De pensioenfondsen zijn zich aan het heruitvinden”, zegt Neyt. “De klassieke overheidsobligaties brengen niets meer op. We kunnen niet anders dan andere beleggingen zoeken die regelmatige inkomsten genereren.”

Volgens Neyt investeren de Belgische pensioenfondsen meer en meer in private-equity en infrastructuur. Harde cijfers heeft hij niet. “De fondsen brengen de beleggingen in private-equity en infrastructuur onder in de categorie diversen, die ongeveer 7 procent van de portefeuilles uitmaakt en die de voorbije vijf jaar in belang toegenomen is.”

Verzekeraars verkiezen infrastructuurbeleggingen boven private equity

We vroegen ook aan AG Insurance, de grootste verzekeraar van ons land en de marktleider in groepsverzekeringen, of het veel geld belegt in private-equity en infrastructuur. AG Insurance heeft een totale beleggingsportefeuille van 80 miljard euro, waarvan het overgrote deel in obligaties en in leningen geïnvesteerd wordt. Wim Vermeir, hoofd beleggingen bij AG Insurance, legt uit met welke beperkingen verzekeraars te maken hebben als ze in niet-beursgenoteerde aandelen willen investeren.

Kunt u vrijuit in niet-genoteerde bedrijven beleggen?

Wim Vermeir: “Voor beleggingen in private-equity moeten verzekeraars meer kapitaal opzijzetten dan voor beleggingen in genoteerde aandelen. Die extra kostprijs is 10 procentpunt. Gemiddeld gaat het om een kapitaalkostprijs van 49 procent voor private-equity en 39 procent voor beursgenoteerde aandelen. Die cijfers variëren in de loop van de tijd, maar het verschil is 10 procentpunt. Voor infrastructuur geldt in principe dezelfde regel als voor private-equity, maar de categorie van de veiligere infrastructuurprojecten komt er vanaf met een lagere kapitaalkostprijs dan genoteerde aandelen, namelijk 30 procent. De typische publiek-private samenwerkingen in bruggen en wegen, scholen, gevangenissen zouden in principe in die categorie vallen, maar dat moet nog definitief worden bevestigd.”

Hoeveel procent van de portefeuille van AG Insurance wordt geïnvesteerd in niet-beursgenoteerde aandelen?

Wim Vermeir: “Er zit 30 miljoen euro in drie private-equityfondsen. Tot begin 2016 was dat nog 100 miljoen euro, maar het grootste fonds uit onze private-equityportefeuille, GIMV XL, heeft in de loop van 2016 nagenoeg alle kapitaal teruggestort. GIMV XL was een samenwerkingsverband tussen Gimv, de Vlaamse overheid en een aantal institutionele investeerders, waarvan AG Insurance de grootste was. Op dit moment vinden wij de waarderingen van private-equity te hoog om erin te investeren. Het zijn veeleer de waarderingen dan de kapitaalkosten die ons tegenhouden. Vandaar dat het gewicht van private-equity vandaag zo beperkt is.”

Hoeveel procent van de portefeuille wordt geïnvesteerd in infrastructuurprojecten?

Wim Vermeir: “In infrastructuur beleggen wij vooral via leningen. Eind 2016 hadden we een portefeuille van 25 projecten voor een totaal van iets meer dan 1 miljard euro gefinancierd. Wij investeren ook in infrastructuur via aandelenfinanciering en daar bedraagt het totaal bedrag 120 miljoen via vijf infrastructuurfondsen. Daar zijn we positiever over de waarderingen dan in private-equity en zijn we van plan bij te investeren in de loop van 2017. De huidige 120 miljoen in infrastructuurinvesteringen via aandelenfinanciering vertegenwoordigt ongeveer 5 procent van onze aandelenportefeuille.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content